\
T H E S A U R U S . 1 5 ?
E x t r e m um capitale brevms & crafTms eft, ^uam alterum : utrumque autem grainilo quodam pollet orb
i c u l a r ! , palhde albo, quod, margarit^ inftar, circulo eft inclufum. Tefta carum fimplici conlhc Pyro,
cujus hnes, malini mftar floris, dilute rubcfcunt. Juxta has alia: adhuc très fpecics Trocliis adfincs quas
Globulos marinos vocant, collocata; func. ' ^
N u r a I 8. Novem heic alias repra^fentamus Porceilanas albiflimas, qux Liftero Concha; utroque latere
fe colligciitcs vocantur. Gibbere carenc, at cofta tereti extuberantc, transverfim dorfo adcreta gaudent.
Supra & Tubtus heic confpici pofTuiit. Vocantur etiam Ofcula, quia liiaCLi inftruda: fimc os Reference,
quern bina labia a:qualia ftipanc.
N u m . I p. Varix Porcellanarum minorum five C oncha rum Veneris fpecies, multivariis eaudentes col
o n b u s & piduris, partnn vulgares, pa;-tim rariores. Ita pateanc natura: miracula.
N u m . 2.0. Ododecim fpecimina majora Concharum Veneris five Porcellanarum majorum , qua: fpec
i e , colore, pidura vana: funr. Omnes has & fingulas prolixe & accurate defcribere vix per vires noliras
licet : quare fufficiat earuni dedifTe icones.
N u m . 2.1. Alvearia d ida , vel Apiaria variarum Tpecierum , juxta fe mutuo dispofita, fupra & fubtits
confpicua. Sunt autem parva duntaxat Buccina, qux Apiariorum, vel & InEntum Fafciis involutorum
f o r m am gerunt, hmcque ab aliis etiam Cun^ vocantur. Longiffima gyris gaudent decern circumeuncib
u s , qui, iitapiaria, firmiter inter fe mutuo implexi funt. Exiguo patent foramine orbiculari, intra
q u o d reconditus degit Lmiax incola. Prarterea fimul heic juxta repr:rfentamus nigras quasdam conchas,
tuberofas, ^thiopes di£las, ad Buccina pertinentes, tuberculis magnis, parvis, nigns, fplendidis, faf
c i a r um in morem digeftis, cindtas.
N u m . 2.Z Globuh marini, five Nuffatellana: g ranulate, quae funt minores Veneris ConchcE, afanis
aspera:, dorfo alto & obcufo prxditx, albilfimx, cinereo-flav^, &c purpurea. Earum aHo: p r o n ^ alia:
f u p i n x exhibencur. Subtus dcntata: funt & ftriats, fupra ex albo granulata:, margaritis quafi confita:,
ftriati, aut & Ixves, varnsque figuris pidlis ornatx. Ali^ fuper dorfo profundum gerunt (ulcum, alia:
^quales funt. Pertinent hue etiam Urful x did^, & Pediculi, qui omnium minimi func. Ex Amb
o i n x infula, qux Nuflatello vocatur, proveniunc, & inde nomen habenc.
N u m . 23. Rhomhi parvii dentati, muncatî.
Sunt cuberibus albis inxquales, & ex o A b ut r aque parce cos hei c d e p i d o s fiflo. _ . . bf cur e f.uu.f^cwo v a r i e g a -
t i . Prxterea altis gaudent coftis, qua: fafciis veluci pallido margaritarum albore confpicuis circuiantJr.
R a r x admodum fpecies funt, quas heic cxhibeo, nec frequenter inveniuncur. Pumilionum vero inftar
n u n q u am majores evadunc.
T A B U L A QUINaU AGES IMA ET SEXTA.
Seäio nom Çf décima.
De Buccinis, Vid: Lifterus.
Bucc'ma variis plerunrque dillinguuncur cognominibus, qua: a Cornibus, Tibiis, aliisque inftrumentis
muficis defumta lune, proue nimirum varia gaudent forma &c ipiris, variosque excitant fonos; fi quando
arte
einden ziet men een bleek, wi t rond, korreltje in een kring, gelyk
een parel. Hare fchaal belbiat nie een gier, waar van de uiteinden
licht rood appelbloelTem gckoulcurc zyn : nog zyn hier
neffens gcplaaclt t^üt zee-hmbtknoopjes^ zynde byfoorten van de
Trochus.
Num. 18. Hier verbeelden wy negen andere, langwerpige,
heel witte Porcellcine Bekjes^ of Jamboefen , by Lilicr Concba
troque laten fe colHgens genoemt, die niet gebukkelt, maar met
een rond verhcve rib, dwars over den rug gegroeit is. Zy worden
van boven cn onderen gezien, en bekjes genaamt , om dat zy
ocne opening hebben gelyk een monde ract twee egale lippen,
Num. ip. Vcrfcheide foorcen van kleine bellaande
in velerhande kouleuren en tckcninge,dieongcmcen en deels gemeen
zyn, daar het wonder der Natuur in uitblinkt.
Num. 10. Kiipkoupn-, of 18 fluks groter foort van A7i>ii>rf«x
cn Porcelleinen, die mede in veel foorten, kouleuren cn tekeninge
bcftaan. Het is onmogclyk alle deze rtukken in 't net en
breed te befchryveni wy vergenoegen ons derhalven de foorten
in plaat te vertonen.
Num. tl. Verfcheide foortcn van Bjekorfjes, die by malkander
gelegt zyn, en zo wel van boven, als van onderen verbeeld
worden. Het zyn k l e i n e d i e de gedaante van byekorfjes,
cn gebakerde kmdercjes hebbenj andere noemen zy Ct/rue of A7»-
denviegjes. De langlte hebben tien omcingelende gieren,die gelyk
de byekorven valt aan malkander gevlochten zyn, meteen
kleine ronde opening daar het flakdiertje in verborgen leeft. Hier
nelFcnf vertonen wy drie zwarte geknobbelde moortjes^ van Buc-
(iaa^ dicbandswyze met groot en kleiner, zwartglanfige knobbels
onawonden zya.
Tom. HL
Num. l i , Zeekno^es^ gekorrelde^ rond en boog gebulte, fpier-xvH'
te, afcb-gele en purpervenvigc Concha Ventris waar van eenige
van boven, en andere van onderen gelegt zyn, met tandtjes
engeftreept van onderen, van boven wit gekorrelt, gepercld,
geitreept, glad, en met getekende figuren over den rug} eenige
met een diepe voorn, andere glad, Urfulce^ Beertjes, cn Pedicuii,
Luisjes, genoemt. Dit zyn van de kleinfte foort. Zy komen
uit Ar^on, van 't eilandt Nufalclto, daar zy den naam
naar hebben.
Num. 15. Kleine en getande Rhombi y die van onderen cn boven
aangewezen zyn, wit gebult en donker bruin gcmarmert, mee
hoge ribben, die als perels bleckwic bandswy?.e omwonden zyn.
Het zyn heel rare foorten, die zeer felden gevonden worden, en
blyven maar klein, als dwergjes.
Z E S EN VYFTIGSTE TAFEREEL,
T)e negentiende fnede.
V a n de Buccina, Zie Lifter,
De Buccina worden gemcenlyk Trompetten, tritons-horens^
Blaas-horens, Fluit-horens, enz. genaamt, naar hunne gedaante
en omloop of krul zulks medebrengt, een geluidt verwekken,
nis zy tot de bovengemelde Mufikale inllrumenten door de kunlt
wordea
?!