'"mû
S i
t L a G D U N 1 B A T A V O R U M,
T Y P I S E L I A E L U Z A C , JuNioRis ^^
tJ M D C C L X ;
•t
I r I
RERUM NATURALIUM
T H E S A U R u s
t a b u l a prima.
Pus inchoatum profècuturi, bono cum Deo nunc tertium ejus Volumen adaredim
u r , quod verbis, & iconibus, defcribec Nacurx mirabilia, qu^ partim è
fmu Oceani, fluminumque, partim de monnbus, vallibus, faxisque prxruptis,
deprompta, in gremio vel fupcrficie telluris nata, collegimus, noftroque
mferuimus Mufeo: cujusmodi funt Animalia maruia vel aquatica, mollia, exfanguia,
crufta teftave minus teda; tum cruftaceorum & teilaccorum nonnulla^
Carabi V. G. & Aflaci; dein aculeata, ut Echini marini, Stcllx mariniï;
porro Plantar, Spongix, Corallia, Frutices, Mufci, Fungi, in man provenientesj
Lapides itidem Stellarum marinarum j Conchylia tam marina, quam
^ foflilia, in lapidem verfa^ tum & Ligna, ut vocant, petrefadaj quin & vera
Follilia, quas Mmeras adpellant, Metalla, Lapides figurati, &cc.
Initium quidem capiemus à mollibus illis & exfanguibus maris incolis, qu:E Zoophyta audiunt, officulisque,
crurta, vel terta dum carent, e tenaciore & coadlo quodam, vel congelato, quafi muco, tenera cute
membranacea veftito, conftare videntur, quoad formam, genera, &:"fpecies, mcer fe discrcpanaa ^
vix verc viventia, mterm^ accrefccntia tarnen, inftar forte Fungorum, aut Mufcorum plantis adlxrentium.
^
Hinc nec e Pifcium materie, nec vera è carne, conflata dubitant veluri inter Plantas & Animantia tefte
Ariftotele m Hiß. Anm, Lib. FUI, cap. z. Vocantur Belgis Zeekwallen, caudaque & capire carent:
I talis
S C H A T K A M E R
V A N ,
n a t u u r l y k e zaken.
e e r s t e tafereel .
5M ons W e r k verder te verv^.j^..
Gods zegen, voort, het derde x^cci van net zeive
tc beichryven cn in figuren te vertonen de Ccldzaamhedcn
\vy nu,onder
'cel van het zelve
en wonderen , die wy uit den fchoot der
3 grote zeen, rivieren, bergen, dalen, en klippen,
van onder-en bovenaardlche dingen hebben verzamelt en in ons
K-abinct gebragt j als de zachte bloedeloze zeewater-die ren die
zonder fclïillosr s of fchalen Izrry-znl U5k onv o. orts eenige 1 fcho1rs achricre en
noeljes, zeehorens, zeefchelpenj gegravene verbeende fchelpen
en horens; verileende Jiouteni mineralen en metalen, als mede
gefigureerde Henen,enz.
Wy maken een aanvang met de fchepfelen, die men zachte
bloedeloze zeewater-dieren oiZoophyta noemt, die zonder grat
e n , benen, IchorfTen of fchalen zyn, enkelyk beftaande uit een
dikke geftremde of lillige flym, met een dunne vliezige huidc
overtrokken, van verfcheide gedaanten en foorten j een geHachc
op zich zelf, zonder leven, groejende gelyk de kamperndeljes,
het mos, en de planten.
Deze zyn vifch, noch vlecfch, ook geen zeeplanten, of zeetornT
S.
gclyk Arifioteïes getuigt,"////?. Anim. Lib. Vin\ Cap. 2;
;ekwallen , zonder hoofdt of ftaart. Zy worden van de
dieren,
maar zee
Italianen Zeeviammen genaamt, om dat zy, als het des zomers
A • heec
ilL