lil?
i ![•
Il!l
: i (
i;
T H E S A U R U S.^
T A B U L A SEXAGESIMA ET OCTAVA.
Sidio viceßma pi-mn.
N u m . I. Ficus.
Num. 2. ^lia ejusdem fpeciei.
^ - . f i c . . a e . C. e o
S ; i' g u l ™ S v t r r ' ^ " " ^ ' co l o r e confpicua.
N u m ' l ' Pn-n? n^ i n u t i s , fimilitudinem ovi Vanelli refert.
d e p Ä v i x ' i i f t - S ™ - . ve r t i c e u , q u e
N u m . 7- Rapn.
p l a n Ä ™ ' P ™ Co r p u s e jus g l o b o f u m e f t , vertex
a K f X s e l Um v e r f a m f t p e r f i c e m c o t e e x t a n t e s f a f c i a n t . Color flavefcens.
N u m . 8. £adem ßpina.
^ - a^eefl. r a . c a . a s , .
c d a ^ r m d m r n no m e n habet eximia; atque inufitat® pulchr/tudinis cochlea. Coftis cir-
L t X ^ r ru h r u h e n u s i l H s color e f t , h . rpadiceus : p e r . -
Wum. II. Eadem ima facie confpicienda
i X u m . 13. Eadem p r o n o fitu.
Num. 14. Peräix îeffeîkîa.
t u r ^ w S i c i l ^ ^ ve n t r i c o f a per varias fpiras f u b i t o f n a p i c e m a c u n ^ i n amm tern^ina-
I x p r i m k ^ ^ telTelIarum apparat u piól a p a v ime n t i , quod v o c a n t , Italici fimilitudinem
. ' . Num. i;.
A C H T E N Z E S T I G S T E TAFEREEL.
Be een ^n dmigfie Jnede.
Nura. I. • Ficus ^ m hef NcérduUs een vyg.
By andere word dezelve ook een luit genaamd, liv is van een
u i t f t e k e n d e . van onderen oopc iiy toe gelyk een vyg, waar van
^ L t n i r T ^ f ' i ^ ' ' ' ^ ' ' ^ ' ^ ^^ mo n dLwyd eJ I nkwerpT?
dun van fchaal . donker a^erwig, zonder glans, -bvna rirBoefe
e n rujg: deze foorc word zeiden ievonden. ^ ' ^ ^ ^
Num. 2. Een dito foort.
Deze verbeelden wy hier met een platte k ruin, waar van de
t i e r e n geheel znwaarts oopen, dezelve is met wondeTlvke fpec. -
T r c o S f e ™ he^ 'yf voorzien, hyis mede donkeJasve'wig
Nam. j. Een dito gemeender foor t , mede van dezelve coul
e a r , en-zeer plat van hoofd.
Num. 4. Verheelt dezelve van onderen
als eerkieviciy-"
Num. (5. Is mede een kteinder foort bruinder van couleur
p l a t van hoofd en roet eenige iiooger plekken. '
N i i m . V.' Rapa in V Nederduits knol
Dit is een zeer zeldzaame hoorn, en heeft byna de gedaante
van een raap of knol , is rond van lyf, en heeft een plathoofd
achter heefc hy een korte gebogeftaart, met verfcheide zwaarê
banden omwonden , ; h y is geelacht ig gecouleurt, ook wel bruin.
Nura. 8. Dezelve van onderen.
De ribben fteeken eenigzintsby de mond uit,en zyn zoo zwaar,
dat zy daar binnen te zien zyn. *
Num. 9. Die is een fraaije ongemeene hoog gebandeerde Parrys,
hy is met verfcheide banden, die met blokjes verfiert zyn,
omwonden, de banden zyn vleescouleurig en de blojjjes bruin en
. iiilTciian de banden met roode haarJinien verfiert.
Num. 10. Dit is een kleinder foort komende in gedaant e mee
de voorgaande veel overeen.
Num. IX. Is <de?elve van onderen te zien. . .
Num. 12. Een ander foort van Patrysjes ,1 kleinder dan de
voorgaande en zeer fraai getekend met vier breede bloksgewyïe
b a ^ e n , Joopende tot over de gieren, hier van opderen te zien.
Num. 13. Dezelve van boven.
Num. 14., Gepkkte Falrys.
•Deze hoorn is wytmondig, en loopt mee verfdieide gieren
f c h i e l y i roe een fpits i o p d n d e toe j over het lyf is dezelve mec
veelvuldige Ilreepen bloksgewyze verliert de figuur van een Itaîiâanfche
vloer uicmakeade.
ï c a Num. IJ'.
O
M
il M
h!"
H