T H E S A U R i r S . 4 1
parte antica rotundatum eft, pofteriora verfus definens in binos apiccs acutos. Alterum fcuti fcgmetitum
per ginglimi rpcciem cum cauda committinir, c]U32longa eft, acuminata, unico e corpore ofleo conflans,
lurfum deorfumque mobilis. Prxterea fub poftcriore hoc operimento conclufa lisrcnt vifcera,
ejuscjue margo uterque externus duplici aculeorum ferie ferratus eft. Sub fcuto anteriore fiti funt pedes.
Lit. a. pronum exhibet. Color junioris eft cinerco-grifeus, xtatc provediore tandem in obfcurc bruiiuni
abiens, Hicce, utpote medi.-c xtatis, rufFus eft. Lit. b. fupinum monftratj, qua parte os proce^-
fu quodam fcuti anterioris reflexi tedum eft. Duodcni plerumque funt pedes, quorum antici, minores,
bifurcati, pabulo ori ingerendo inferviunt. Reliqui omnes pnriter bifidi funt, inftar forcipum j
exccptis binis pofdcis, tres in ungues, quorum prior longiflimus eft, fifTis.
Cancri utplurimum fubrotundi funt, alii parte antica, alii poftica latiores, alii antrorfum acuminati,
alii oculis gaudent profunde dclitcfcentibus, alii protuberantibus; ut adeo multa; dentur Ipecies tamfluviatilium,
quam marinorum. Sapor Cancrorum atque Afracorum valde diverfus eft. Aftaci, quam
Cancri, copiofiore pollent carne. Ad quascunque maris oras eo tempore, quo maxim^ v igent , menfibus
nimirumMajo, Junio & Julio, Aftaci Cancrique adpelluntur. Qiidibct interim regio peculiares
profcrt Ipecics.
N u m . 2, Jflacus flmmtiiis, Anerkanus.
Binis hie gaudct corniculis, propemodum bicubitalibus, in tenuillimum apicem definentibus, es annularibus
quali articulis conflatis. Didtur hsc Aftacorum fpecies pinguiuscula effe & admodum fapida.
Forcipacis caret bracliiis, nec nifi fenos utrinque gerit pedes longos &graciles,in fine bifidos^ totidemque
pofteriora vcrius pedes pinnatos, natatui infervicntes. Cauda vice fungitur gubernacuH. Color efc
dilute rubellus.
Num. Âflacus marïnus, Amertcanm^
Gemina huic funt flagellarobufta, forcipata, quorum tamen dextrum duntaxat prehendendo aptum
effe videtur, cum fmiftri forcipis margo interior pilofusfit, & ad partem craffiorem ferratns. Quatuor
practerea utrinque pcdibusgaudet, quorum bini duplices, reliqui fimplices in ungues defmunt. Totidem
quoque funt pedes pinnati, remiges. Capitis antica pars acuminata, dentata, quinque protendit cirros,
quos inter bini longilfimi cx articulatis annulis compofiti funt. Ocuh ^equè, ac in Pifcibus,
capiti in-
fîxi funt pallide rubentes.
Num. A}-ant m y feu Cancer mar mm y rotundas.
Quatuor ab utroque latere porriguntur pedes longi, quorum priores bini infolit^E funt longitudinis,
reliqui fenfim decrefcunt, longis tamen omnes prxditi unguibus. Pra^terea bini à parte antica prodeunt
pedes, brachiorum nomine à multis compellati, quia aliis pedibus breviorcs funt, geminos in ungues,
ad modum forcipis, terminati, quibus cfcam ori ingerit Animal. Corporis pars fuperna convexa, quafi
fornicata eft, ex ruffo cinerea. Pedum color paulo eft dilutior.
Num. s-.
l e e d t j c s , zyncJe van voren rond, en aan het einde puncJg. Hec
achterfte , of twede deklel-lidc fluic als een garnier mcc twee
leedtjes aan den langen, puntigen, ftaarc , die uit een ftuk bcftaat
en beenaclicig is , en zich op en nc6r kan buigen. Hcc
achcerdekfel, waar in de ingewanden bcnoten leggen, is rondom
dubbeld gcpent: onder hcc bovcnlchlldc zicten de voeten;
By let. a. wordt deze zee-krab van boven verbeeld. Als zc
nog jong zyn, zyn ze afchgraauw i maar groter en ouder wordende
, krygen ze eene geheel donker bruine verw. Deie is vatl
de middelfoort, en rosverwig. By let. b. ziet men de zelve van
o n d e r e n , daar de bek als door een oniflag van de bovenlle fchaal
bedekt is. Zy hebben gemcenlyk twaalf poten , waar van de
v o o r f l e maar klein, en met twee klaauwtjes voorzien zyn, om
hun voedfel daar mede aan den mondt te brengen: doch alle dc
andere pootjes hebben mede twee zulke klaauwijes, als fcharen,
behalven de twee iaatlte, welke drie klaauwcn hebben, welker
c e r l l e de langlle is.
Aangaande dc krabben zelve, dc zelve zyn gemcenlyk ronda
c h t i g ; eenige zyn van voren, andere van achteren breed , en
zommigc lopen van voren puntig toe: ook hebben eenige diep
naar binnen rtaandc, en anderen naar buiten uicl^ckende oogen.
Daar zyn verlchcide ibortcn van deze krabben, zo in dc rivieren,
nis in de zcën. Daar is verder een groot onderfcheidc in de imaak
tufTchen dc krabben en kreeften: dc laatlle hebben meer vifch
v a n b i n n e n dan dc cerrte. Aan alle landen, die door dc zee be-»
j'poclt worden, worden krabben en kreeften aan 't flrandt gedrev
e n , als het in hunnen tydt is, naraentlyk in de maanden'May,
Jiiny en July, wanneer zy op hun beft zyn: doch ieder gewclt
'brengt zyne byzondcre foortcn voort.
Num. 1. fVeft-Inciifche Rivier-kreeft,
< Deze kreeft heeft twee lange, dradige, horens, of baarden,
Tmu IIL
die vol leedtjes zyn, en heel dun en puntig ten einde lopen, hebbende
de lengte van omtrent een e leboog. Men getuigt daar
v a n , dat zy vet en aangenaam van fmaak zyn. Zy hebben geen
voorpoten met fcharen, maar aan wecrzyden zes dunne en lange
p o t e n , ieder met twee klaauwcn, en even zo veel vinncpoten
van achteren , die hen tót zwemmen dienen , wanneer zy deti
ftaart gebruiken om daar mede te rturen. Zy zyn licht rood
van verwe.
Nimi. 3. JVefl-Indifche Zee-kreeft,
Zy heeft twee dikke fchaaren aan de voorpoten, van welke de
regter alleen nypt, en de linker niet; want die is van binnen met
haair begroeit, en aan het dikke eindt als een zaag getand. Verder
hcefc deze acht poten, waar van vier met enkelde, en vier
met dubbelde klaauwcn voorzien zyn: ook heeft zy vier vinnepoten
, om daar mede te zwemmen. Het hoofdt is van voren
p u n t i g , en zaagswyze getand, hebbende vyf uitftekende horent
j e s , waar van de twee langde met leedtjes zyn. De oogen zitten
in hec hoofdt gclyk aan de vilTchen, en zyn bleek rood van
ver we.
Nuiti. 4. Xee-fpmnekop, of ronde Zee-hah.
Z y heeft aan wcêrzyden vier lange poten, waarvan de twee
c e r l i e ongemeen lang, en de andere na vervolg kleiner zyn, alle
met lange klaauwcn. Zy heeft daarenboveti nog twee korte
v o o r p o t e n , met klaauwtjes, als fcharen, voorzien, om hcc voedfel
daar mede aan haren bek te brengen,' welke voorpoten van
eenigcn armen worden genocmc,om dat zy veel korter zyn dan dc
andere pocen» Hcc bovenlyf is verheven rond, en als verwulft,
• ros afchverwig van koleur; de benen zyn wat lichcer.
L ' Num. 5.
f ï
p
V
! !