T H E S A U R U S . i^i
N u m 5,. Rhombus Arantioflavus, fafcia lata dilute flava in medio obvolutusi fuperne per gyros a P
bis macuhs cmctus, apice prommulo, cbtufiore tarnen, prccditus.
N u m lo. Voluta fajciata citrina, conoidea, fafciis latis/albis, qnafi infculptis, obvoluta: Tuperne
ad extremum capitale fafcia fupra gyros decurrit alba, ex faturare Araiuioflavo claborata Apex
jDidem longus prommct. " r
N a m 1 r Rhombus conoideus, albus, magms maculis dilute fpadiceis diflindits, albis latis fafciis
c inaus , bims fer.cbus pun£lorum fufcorum, in funiculos quafi compofitorum, albo fupcr fundo ann
u l a t u s , lupcrne m albis gyris eleganter ex obfcure fufco variegatus, apice albo, prominulo, doiiatus
^ J a- ma c u ü s p u l c h e r r imi s , fufds, fiammas rcfcrentibus, li-m mflar
C e d n n i , dilhndtus. ' »
N u m . i j Exmaximishxceft Volutisconoideis, a M m o colore pcrfundata, Ei fciainfei , lata,
fpadicea^verfus fuperiora gaudens, aliaquc fimili deorfum ad claviculam acuminatam : inter has aÜx-prxterea
lata: fafcix albar, per medium arque, ac fupra & infra circum claviculam dcferuntiir. Accedic 8e
G u x d am ex (padiceo variegatio. Apex turbmatus, afper, longum prominulus adeft. Hac in fpecie inh
m c x d a n t u r varietates ratione p i d u r x fingulariffima: atque quammaxime admirand.^; uc liinc pro dignitate
omnes dekribi non pollint: quapropter reliquis fuperfedemus, juxta ac in principiö hums Tab
u l x commemoravimus. r r ; .
N u m . 14. Buccinumperegrinum, interna parte dentatum, tefta crafTgJima prxdicum , ex älbo perf
u n d a t u m , fafciolis purpureis, denfe & ex ordine juxta fe muruo poficis, tannuam filamentis, omnes per
g y r o s , qui rotundo apice terminantur, obvolutum. Forma hujus Cochlea: exoticis Cochleis marinis,
aaxAlykrmk vocantur fimilis eft, curta, rotunda, ampuiloß: retro ad claviculam color eft faturace
Ipadiceus, brevecjue roftrum. Ex mari Auftrino defertur harc fpecies.
N u m . ly. Buccinum crafTa tefta prxditum, ftriis filamentofis limilibus inf trudum, eandemque ad
Ipcciem, ac pnus, percinens. ^
N u m . lö. Idem fubtus confpicuum, albiffimo colore perfundatum.
T A B U L A aUINCLUAGESIM A ET aU I N T A
Se^io décima o^ava.
N u m . 1. Ultra viginti heic exhibemus Rhomborum maculatorum fpecies, juxta fe mùtuo diaeftas '
peregruias & rariores, xri incifas. Ad Volutarum quoque genus ilia: pertinent, funtque prxfertim^'ration
e nitidx pidura:, qua alia aliam antecellit, inter elegantiflimas : alia: cnim in fuperficie teftx externa
macuhs hi(cis, magnis, marmoreis, lineisque fubtilibus capillaceis, tum & maculis rotundis, albis, minutisque
gums fufcis, confertilîime veluti obfita: funt j alia: maculis pundisque rubris, nullis vero lineis,
diitindta: 5 ahx iterum flammas veluti, & undas currentium fiuminum referente fuperbiunt pidura- alia:
q u a i l nubilatx lunt & eleganter fafciatx, quas inter & pundis minutiffimisconferta: habentur ^ ahx pundis
majoribus maculata: & falciatx ftmt. Pra:terea zlix dantur, qux fuperne ad gyros acutis dcntibus llnrarx
l u n t 5 ai ixqux, m obtufum gibber extuberantes, coronis quafi fi mi l e quid reterunc, & extantibus apicibus
gaudent ; alix ad gyros capitales poUtx funt & Ixves, obtufisque apicibus prxdicx. Inter eas, quas
hcic
Num. p. Geel Oranjekleurige Tap, met een licht gelen brcden
bandt in 't midden omwendden}van boven over de gieren mcc
witte plekken omringt, mcc een llompachtige uicftekendc pant.
Num. 10. Gele kegelvormige T.ip, met witte, brede, ingewerkte
banden omcingelt. Boven aan het topeinde is dc wiitc
bandt, die over de gieren loopt, hoog Oranje-geel uitgewerkt,
met een lange uicflclendc punt.
Num. ii. Witte kegelvormige Tap, met grote licht bruine
plekken, wjt en breed geband, met twee reegjes bruine Hippels
als gernoerc, over het wit heen geringt, van boven donker bruin
over de witte gieren fraai gemarmert, met een witte uitftekende
punt.
Num. II. Dezelve van onderen verbeeld, met zeer fierlyke,
bruine , plekken , gelyk Ccderenhout, dat als vlammen verbeeldt.
Num.
ten
den
puntige iluiting, tullchen beide,'met brede witte banden zo om
t midden, als boven cn beneden om de fiuiting, met een bruine
kouleur overmurmcrt, nevens een ruwe, lang uicSekende,krulpunt
Van deze foort zyn ongemeen veel veranderingen van feldzame
cnverwonderenswaardigc tekening, zodat het ondoenlyk is al-
Jcs naar evenmaiigheic tc belchryven; weshalvcn wy 'er van afzien,
gelyk in 't hoofdt van dit Tafereel reeds gezegt is.
Num. 14. Vreemd Buccinum^ binnenwaards getand, heel
dik gclchaalt, grond-wie, met paarfTe bandtjes digt aan malkander
m netie order gefchikt, draadswyzc omflingert, tot over alle
de gieren, die met een ronde punt eindigt. De flakhoorn is
van gedaante gelyk dcuitlandichcAlykruik, kort, rond, blaa.sachtig,
achter aan de fluiting donker bruin, met een korte tuit.
Deze foort komt uit de Zuidzee.
Num. IJ-. Een gelykefoortvan^Kff/waWjofdikfchalige kinkhoorn,
metdradige ftreepjes, als de voorgaande.
Nura. 16. Dezelve van onderen verbeeld, met een fnecuw*
witten grondt.
V Y F EN VYFTIGSTE TAFEREEL.
J)e achttiende fnede.
Num. I. Wy verbeelden hier over de twintig foörtcn vdn
Rbombi maculati, in een koppe) gefchikt, alle zeer vreemd cn
raar. Het is mede van 't fraaiile ilag van Tot in, die 'er gevonden
Worden, inzonderheit wegens hare nette tekening, ieder in
ken, cn kleine, bruine, Hippen vol als overzaaitj andere'mee
rode ftippen en plekken, zonder linien j weder andere die vlamswyze,
cn als baren in lllromige rivieren, waar onder oolv die heel
fyn gertippelc, en andere die met grote itippen als geplekt en
geband zyn. Daar onder worden gevonden die boven over de
gieren deels puntig gekartclt, deels llompachtig gebult zyn, dat
naar kronen gelykt, cn met puntjes uitibun) andere die over de
hoofdgieren egaal en glad zyn, met llompe punten. Daar worden
mede ccnige van onderen vertoont. Alie deze foortcn, in
I'P i eeii
• ;r
M
J ' 1
• i s
M