1 5 4 R E R U M- N A T U R A L I U M
arte ad ufus muficos adaptantur. Rumjphius generali ea nomine Stromhorm infignit, qui rurfus peculi^-
, ribus finguli denominacionibus inter fe diltinguLintiir. Qiiancum ad omnes halce, qux-maximam partem
rariorcs funt & minus vulgares, fpecies Cochlcarum pcnnatanuii, fubularum, Buccinorum fcalarium,
turbinatorum, tympanaton, Tygrinorum, cuberoforum , gyratorum, circumvolutorum, profunde fulcatorum,
aliorumquc majorum & minorum StromboruiU; largilïimo fane numero cas heic fecundum
nariva exempla a-ri indfas exhibemus, (pe freti, fore ut harumce rerum Curiolls ira Guisfaiftum iiz.
Fatcor carpere heic quempiam pofTe dicendo, quod dolendum Ik, toe clcgantifTuna fpccimina ram angufto
fpado includi, & ardle adco juxta fe mutuo reponi. Verum veniam is dabic facilem, fi confideraverit,
haud fieri hoc a nobis, uc chartiE parcatur, auc Emtori damnum infcratur: cum contra loco
quiiique auc decern , quibus alii totam replenc Tabulam , quinquaginca , fexagiuta, plurcsque etiani
unica in Tabula fpccies, mancnce pretio eodem, ipfi oiFcramus. Scihce: inlbudillimum eft hujusmodi
rebus noltrum mufeum, tan toque red undat fpecierum numero, ut vel multas adhuc debeamus incadas
relmquere, ne Tomus hic Operis noftri ultra juflam magnicudinem excrcfcat. Hxc ratio ell, ob quam
compendio uti teneamur. " - '
Num. I. Buccini heic rariffimam quandam atque elegantifïimam fiftimus fpccicm, clavicula donatam
longa, gracili, bilingui, circa extremum acuminatum arfle connivence. Labium adert late fimbriacum,
extrorfum dcntaciim. Gyrus prior, maximus, craflus eft lateque, expanfus : rcliqui undecim
gyri in acutiflimum terminantur apicem. Superficies ejus undequaque fimpfex cft & livis. Gyri aróte
contorci func, & dilute cinereo flavij circa fulcos ramen colore Arantio confpicui.
Num. z. Aliud ejusdem fpeciei Buccinum, ac mulco anguftius 6c longius exporredum, quindecim
prxditum gyris circumcuntibus, qui circa extremum capitale in acuciffimum apicem definunt. Clavicula
kidem longior eft, & acutiffime termmatur. Labium paricer quam profundiiTime ferratum five acucis
dencibus diftinûum eft.
Num. 3. Aliud ejusdem fpeciei, priori per omnia fimile, nifi quod labium huic fit l^ve, nec dentibus
ramofis inarquale. Supinum id heic depidum eft, uc longa ejus confpiciacur clavicula, bilintruis,
in roftrum Gallinaginis veluti exiens. ^
Nuni. 4. Strombi longioris, primi, five Subulx dido; Sceleton, vet pocius convoluciones denudatx.
Scilicet Scrombum heic quendam maximum, craffiftimum & ponderofiffimum , hincque in Tuo généré
primum fiftimus, cujus volumina inceriora circumambience cefta, non fine multo labore, dextere
denudavimus; uc fic compareat, quomodo parietes interni cralfi & validi circum fcapum medium, qui
paricer pro ratione pariecum crafflis & robuftus cft, fefe contorqueant, fcalasque veluci cochlides forment,
infra ad oftium laras, paullatim verfus fuperiora anguftiores, in acutum denique apicem coeuntes, juxta
quas animal intus habicans adfcendit &c defcendit. Omnes Concha: convolutx, breves vel longx, peculiar!
quxlibet dudu interne gyrantur, ut fuo fingula; animalculo aptum proebere queant domicihum, in
qucd id fc per gradus recipiat, & è quo exeac pro lubitu. Cernite atque difcite hiiic fummi Creatoris miracula,
in omnibus Ejus operibus conipicua • C^is immenfim hanc fapientix abyftlim exhauriat î Animans
quodlibet, illudque minimum xque ac maximum", cum in finem creacum eft, uc ufum prxftet Homini
eumque erudiat, quo is meditando fiiper his fefe exerceat fuoque icerum proximo fic inferviat. Nonne
Sacrx Licerx Hominem ad Animantia ablegant ? Imo vel ad minutiflimas Formicas.
Num. 5. Minor hxc cft Siibula, ac ejusdem fpcciei, in formam Scalarum Coclilidum redada, in
qua omnia animalculo incolx proportionata comparent.
- Num. 6.
•worden geholpen. Rumphius geeft haar een algemenen na:im
van Sfranibi^ in 't Nederduicfch, Naalden en Pennen^ die ieder
weder hare byzondere benaming hebben. Aangaande deze meelt
rare en vreemde foorten van Pcnne-horens, priemen, krul-Iiorens,
wenteltrapjes, trommci-fcRroevcn, ryger-penncn, knobbel
penncn, gedorende en getakte pennen, livuic-en gedraaide,
omwondene, diep gevorende en velerhande grote en kleine naalden
en pennen, de zelve hebben ieder hare byzondere figuur, tekening
en benaminç, daar wy hier rykelyk in plaat volgens de
Natuur van verbeelden} in hope, dat zulks de Liefhebbers ca
kenners zal vergenoegen.
Men zou hier over wel kunnen zeggen; het is fchade en jammer,
dat zo vele fraaie dingen op zulk een kleine fpatie vertoont
morden, en te digt in malkander gedrongen ftaan. Doch men
fKlieve ons deswegen te verfchoncu! Het is niet uit fpaarzaarasic
van 't papier, en tot nadeel voor dm koper, die in plaats
v a n v y f t o t tien, vyftig, zellig en meer foorten te gelyk (voor
het zelve geldt) te zien bekomt. De reden hier van is, dat ons
Kabinet wel voorzien is en overvloedige foorten kan uitleveren,
Zo dat w y nog veel daar van moeten achterlaten j anders zou dit
Deel IC groot worden, en w y zyn dus cen'igermaten gedwongen
hec in te krimpen.
Num. I. Hier vertonen wy een van-de fraaifte en feldzaamftc
foorten van Buccinaas, met een lange, dunne, dubbelt getongde
fluiting, die aan 't puntige eindt digt in een gefloten is, met een
breed gefoomde lip, die -lang naar buicenwaarts getand is, waar
van de eerlle grote gier dik cn breed is uitgezet. De overige elf
lopen heel puntig ten einde. Zy is eenvoudig en glad over al de
gieren, die digt gefloten zyn, licht afch-gcclkouleurig', en om
de vooren Oranjeverwig.
' Num. 1. Eenander van de zelve foort,die veel fmaller en langer
uitgeftrekt iSj met vyfiicn omlopende gieren j die aan 't topeinde
heel puntig uitloopt, waar van de fluiting ook langer en
heel puntig eindigt. De lip is mede heel diep getakt, of puntig
getand.
- N-um. Weder een ander van de zelve foort, die in alles met
de voorgaande overeenkomt, uitgezonderd dat deze glad van lip,
en geen tandige takken heeft. Het wordt van onderen verbeeld,
met een lange dubbelt getongde iluiting, die ccnigermucen als
een lange fnippenbek eindige.
Num. 4. Hier verbeelden wy een flin
o f geraamte van
een lange Strombus primus^ of Subula, TE,Eliu,
ook Marlpriem
genaamt. Het is een der grootfte, dikfte en zwaarrte van dc
Strombuflen j daarom ook de eerfle van dit gellacht genaamt.
W kVy y hebben den zeiven, met veel moeite cn behendighcir, gi
gdyk
ook den flinger, die zich in het binnen binnen((Ic ie van deze lioora ver-
vertoont,
van de nevens omlopende fchalen ontleed, cn den •flinger
die dik cn fterk is, hen om dc raiddellte fpil, die mede naar rato
dik cn fterk is, in malkander vereenigt, gclyk een wenteltrap,
die van onderen aan de fluiting breed en naar boven trapswy ze
verfmalt, tot aan het puntige einde, daar het dier, dat 'er ia
leeft, op cn afklimt. Alle dc horens, die gellingcrt zyn, kort
of lang van gedaante, hebben ieder haar byzondere flinger, binnenwaarts,
daar zy zich by op cn ncériatcn, en als in haar woonhuis
verbeiden. Men kan hier uit zien en leren de wonderen des
allerhoogften Scheppers in alle zync werken. Wie is 'cr, die
zulke grote wysheit doorgronden kan? Ieder fchepfcl, het zy
groot of klein, is tot nut cn la-ing voor 't menfchclykc geflacht
gcfchapen, daaruit aan te merken, cn zynen evenmenfch racdc
te kunnen dienen. Gods woordt wyft den mcnfch op dc fchepfclen
der dieren, ja zelfs tot de kleine mieren.
Num. f. Deze is van een kleiner, doch van dc zelve cerfie
foort vfui Malpricm, in dc gedaante van een wenteltrap gcbragt,
daar zich alles uaar cyenmatighcit van 't fchcpfcl in vertoont..
Num. 6,
iii