
I
I I
I
Ä - f l i M t
1 1
1
f
t h e s a u r u s .
d u m ab I c h t h y o l o g i s defcript i . Sequitur e r g o ^ü prorin e t ™ - ^^ r'
: d e o e t , a m P i f d b u s m o x fub^,nger ,d^ e f f e J e n uT, r o n , " m S e m cum ^ " '
O c e a n . a tqr , e f luv.orum, m a x i m a m p a r t e m h a b i t a n t ^ i g « &ve l ? t Tnn 1 "i ™
fi v e , ut h o d j e v o c a n t u r v o c ema g i s univer fal i , OfiracodfZa ' a u t T f ^ •
m u l t i p h c a dantur g e n e r a , totf?re i n n u m e r s f p e c i e s X e A « m ^ r f h T ' r T '
d e p a n t e r f ummi Condi tor i s omninot ent i a m i fpi r t iam^ni M , ' "
i p . c e r e , imo & manibus cjuafi p ü p a r e itea't! ^ ' ^Wo l u t . f f i m a m l iber tatem perl
e r a l e '
d i t a t a m ordinäre & in feries j u f tas d i f t r ibuer e ExfoeS ^ r ' " m e fuppen
i h i l , nif. g enuina s i cone s , atque f ^ Z e s d k r t ^ ru r f u s h e ï c aliudanobis
i n M u f e o a f c r v antur a b h o k e ^ ï o ^ f s Ph
e j u s m o d i u t e m u r quantumücebl, d e n o n l f f i
c e p t e & civicate dona t ^ funt. Sit e rgo ^^ - ^ l u c t ^ r A u t n o r c s Jioc m themate cdebres ret
a b u l a T R I C E S I M A E T Q U I N T A
v a t f a r f o T m i s T f f L S - q-busvari.generun,&fpeeierunrquoad
O f t r e a , Cocl lea: terreftres • f i n u i d e m in fi n I n ' ^ r ^ mu l t i p l i c e n t , Mufculi v. g ,
in n^? fcM.nlr^' cc handelen, welke
over d f vïï^h ^^ordende .feldzaam, en van dé fchryvers
T.n . ^ ^ bofchreven zyn. Wy zullen nu
Jei middel, namentlyk in het zee - of rivierïvater niecrendeels
r c ^ f S e n " ge ^ c h T d e r h o o ï
ncn en fchelpen, of, zo als de zelve heden met een altrcmencn
3 g-^noemt worden de harde fcbsalvijfcben: wan?ooFiTdeze
Sorten genachten, 20 oncaliyke byzonde e
hier fn d / n lue m de alimr nac'h^t^, ^on^e'm^d' r.g e wy she i t , en allervolm^^a^a ^k"teen voroyk-
hc.t van den grotea Schepper zien , ja als met handen tafcen
zyn, indien wy de algemeene verho^
df^or^en . der harde fchaahijctn in hunne
n X S r ' 'oorcen, wydlopig hier wilden ter
a V zyn geweeft, alsP//«;V, Z/-
vlvt t e b e d ^ fchr omen, ons van hunnen
nirzvnde o ^ aangewe. cn , in te (laan ;
als z jnde ons de kle.n icic van onze wetenCchap zo wel bekend
v^zekerd zyn, dar wy niets b L r s daar onZll
te berde zouden kunnen brengen. Daar benevens zouden wy
ook dus doende , buiten ons beftek geraken ; want gelyk wy
reeds een.ge malen hebben gc.egc, zo niag hec h i e r n o g y i e^ns
herhaalt worden, dat wy zeer verre zyn van te willen hier iets
voor den dag brengen, hec geen naar een geheel zamenrtel cel
y k t : riecn, maar wy zulUn alleen eenvoudigen ter goeder trouwe
nlluer befchryven die natuurlyke fchepfelen , welke wv in
langheit van cydt, met veel moeite , en niet weinig koften , uit
alle de hoeken der wercldt in ons Kabinet verzamelt hebben lmn:
crs kan ieder niet alle dingen doen.
Tom. III.
I n t e r i m ne ficco
f e n i t u s
My aangaande, wnnnccr ik heb bycerj verzamelt, en dit brhek
1 ' n^ogc.'yke naauwkeurig.
he t m plaat laten fnyden, zo mene ik myn bcil wel gedaan Te
hebben en late aan anderen over het zelve in order te^brenje^
en het bofch, dat ik aangebragt hebbe, te befnoeien cn f n^S
hoorlyke g anpn te verdelen. Dierhalven gelieve de niSuwsgil
r ge Lezer al wederom hier van ons niets anders te verwachten
dit n afbeeldingen en eenvou.lige befchryvingen van
die fchaalviITchen, welke ongemeen, en deswegens in on"^Kabinet
bewast zynde van ieder otdentlyk Liefhebber dagelvkTch
by ons bcfchouwt kunnen worden; terwyl wy ondertSirdien ,
20 veel ons mogelyk is, diergelyke benamingen zullen gebrSil
ton welke onder de Schryvers, die in dit ftuk\itnmnten, ingedJn
over" otTec " hebben. Wy ga'aa
V Y F EN DERTIGSTE TAFEREEL,
In deze plaat vertonen wy het allereerfte foort, zo van fchelpen,
als horentjes, waar aan hunne gedaante, ieder in zyn geflaeht
ei\ foortcn, klaar te zien is, als mede op wat wyzezyuithuci
zaadt in de ruime zeën, rievieren en op deanrde, gelyk de moflelen,
oefters en aardllakken, voorcteleti, ols wetende de gronden
der zeën, de rotfen eri de aarde tot hunne vrye verzamelplaatfen
ui: te vinden, om hunne eieren aldaar te verbergen, om
onverhinderd uitgebroeit te worden. Wy zullen ons met diC
verhaal niet langer ophouden, om dat verfcheide Schryvers, als
F. Redi, M. Lißcr, en meer anderen, de aarddakken cn der zclver
voorteling reeds duidelyk befclireven hebben. Nadetiiaal
ook hec geflacht der conchilien , molTelcn en fchelpen zo grooC
en zo menigvuldig is, zou het den Lezer buiten twylTcl zeer vervelen,
indien wy de zelve een voor een, zo klein aJs groot, zouden
willen befchryven. Dog om dat kleine gocdtje niet gehcd
' l l f l T
I J :
.1