i 8 K E R U M NATURALIUM
O
N u m . 6. Thalafiiarchus tcrtiiis, primo fimilis ratione qnaciior fafciarum,^ hitcariim, fecundo par
um fafcior, at niaculis albis acccdons. Cujaslibet Horum triam cxtrcma clavicula, angulla, annulo
flavo, lato, per cjucm temiiflima albedo transparet, fuccmcla eit.
N u m . 7. Aurantius hie cil: Thalalïiarchorum Princeps, corporis mole fpecflabilior, quam prarccdent
e s , brcviores ncmpc &z magis coa(fti. lilhic autcm contra longior clt, & vera: inilar pyramidis exfurg
e n s , Ixvis, elegantibus binis fafciis, Arantiis, cmaculati candoris fupcr fundo circulacus, pra'cereaque
eximiis funiculis variorum colorum, albis, nigris, quam numcrolillmiis circumdatus, capite gaudens
q u am prrcedcntcs, xlHmant} cum
11 Tiïaialliarchi cx Indiis Orientali-
v e n u l l o , po
)litiilimo. Huic parem vel tertia parte majori pretio
rariffima fit ha;c {pecies &c admodum infrequenter occurrat. Omncs
bus adlati fuiit.
N u m . 8. Ifthoc (pecimen, Cedo nullt vocatum, baud mihi proprium, fed f<wore Viri Nobiliffimi
D . L a p a l j e , Rationarii Hagx Comitum, qui id tum pollidebat, cousque nobis concelTum, lu ab
operis minimi quodam Pidore ad vivum dcpingerecur, meis tamen ipfe manibus vcrfavi, pcrlulhavi^oc
u l i s , maguificam admiratus piiSturam , llupcn(ftuDcndai
3amqiie elcgantiam, quam multivaria colorum 6c ornalaudatus
mentorum miftura in eo oftentat. Modo
Vir ilTud maximi aHlimabat, nobisque aflevcravit.
m i l l e fibi florenos pro eo oblatos efle. Viro hoc vita fundo Gazophylacium Ejus ab ha:rcdibus divcndit
um ell, hi'cque Cochlea fola a Curiolb quodam Delphis habitantc pretio 4 ad 500 florenorum cocmta.
E mad Aullrino extrada, atque inde has delata elt in ora?. Ex albo perfundata lato cingitur vinculo,
faturate citrino, quatuor funiculis, colligatarum vcluti margaritarum, majorum & minorum , apparatu
c o n d a n t i b u s , ex rubro, Arancio, dilute cazruleo, margaricarumque colore pitftis, diflindo, a capitc
Ipiratim verfus inferiora circumflexo. Corporis fupcrficies tam inufitatum in modum pid'a, & faturate
A u r a n d o , flavo, rubro, dilute cxruleo, elaborata eft, ut vix defcribi poHit. Capitale iddem extrcmuni
q u am venuiliirune marmoris in modum variegatur. Cedo iiulU vocant hanc Cochleamj interim quia
ThalafHarchi ipfi Dominos agnofcunt femet luperiores, quorum mandata exfequuntur, hinc nobis liceat
hancce Cochleam Regulum or£ AußraUs appellare.
Sequuntur jam Thalafliarchi Americani, quorum varix funt (pecies.
• M . Minores hi funt quidem mole, at colorum atque artificiola: pidturx ratione haud
N i t i d i l h m a enim ilia fubtilitas, qua: & in fafciis, haud equidem {atis diHincte
u m . 5)
inferiores Onentalibus.
c o n f p i c u i s , & in verficolore reliqui corporis pidura, elucet, venuftum fane jucundiflimum exhibec
(peclaculum. Bini fub Num. 11 & i z minores funt & ftfciis carent, \ozd.m\iic^\.\zJun)enates.
N u m . 14 28. Quatuordecim hi funt Thalafliarchuh, ex America Hifpanorum nobis transmiffi,
fingulari quilibet p i d u r i apparatu atque colorum varietate infignes, alii annuad, alii fafciad, funiculis
a l i i , alii velud catenulis, pundulis, & capillaribus quali filamentis circumfcnpti.
N u m . ip 40. Duodecim ha'c fpecimina funt Volutarum Meridionalium, quarum quxlibet inufitatum
in modum colorata, artificio{a Ipeculationis plena piiftura exornata, fingularique habitu pr:EN
dica eil. Elcgans Arandi , dilute faturate fufci, flavi, cxrulei, ohvini, aliorumqi
ue pulchcrrimoruni
c o l o r um mifcela fundo fuper albicante heic explicata cernitur. Alia: pro^terea nubi
ata:, alia: guttatx.
m a c u l a t e , lirata:, ftriatx , tenuiffimisve capillaceis , be velud nodads filamends circulatx & fafcia-:
to: funt.
N u m . 41
(I
Num. 6. Derde Admiraal. Deze is met de vier gele banden
den eerften gelyk, en wat bruiner als de twede, maar komt aangaande
de witie plekken met den voorgaanden overeen. Over
de enge iluiting, achter aan, is mede by alle dne een brede, gele,
ring, daar het wit heel fyn door heen fchemeit.
Nura. 7. Deze verbeeldt den Oranje-Admiraal generaal, wiens
fedjante zich beter voordoedt dan die van de voorgaande, die
orier en gedrongener zyn. Deze in 't tegendeel is langer en
regt pyramiedswyze, glad, met twee fchone oranje-gekouleurde
banden over een zuiver witten grondt, en verder met fraaie
koordtjes van verfcheide kouleuren , wit, zwart , enz. geheel
vol omringt, als mede de kruin, die geheel glad en fchoon is.
De weerga van dezen zou nog wel een derde h^oger als de voorf
aande in waarde zyn, om dat zy zeer raar en min gezien woren.
Alle deze Admiralen zyn uit Oofl-Indie mede gcbragt.
Num. 8. Dit ftuk, dat wy zelf niet bezitten, is ons van een
miniatuur-fchilder naar de natuur afgetekent, zynde ons van den
Wcl-Edelen Here Auditeur L a f a l j e in 's Gravenhage, die
'er toen eigenaar van was,de aftekening daar van vergunt. Toen
ik dit fraaie ftuk in handen hadt en bezag, wjerdtikdaarovcrverftelt
van wegens de heerlyke fchoonheitentekeningvanvelerhande
kouleuren en {ieradcn,die zich daar in vertonen. De gemelde
Heer hieldt het in zeer giote waarde, en verklaarde, dat hem
1000 guldens daar voor geboden waren. Na de doodt van dien
Heer zyn zyne Rariteiten door de Erfgenamen verkocht, zynde
dit horentje toen tuJTchen de 4 a foo guldens aan een Heer
te Delfc verkocht. Het is uit de Zuidzee gevifchc, en hier
te lande gebragt. De koulcur is grond-wit, met een brcden
bnndt, die hoog citroen-geel is, daar vier fnoertjes als grote en
kleine pareltjes over heen geregen zyn, deels parelachtig, roodj
licht blaauw en oranjeverwig, 20 van boven over 't lyf, als naar
beneden. Over het lyf is dit ichepfel zo vreemd gebecld, en met
hoog oranje-geel, rood en licht blaauw uitgemonfiert, dat her
niet wel ce befchryven is. Het topcinde is mede uittermaten
fchoon gcmarmei-t. Het wordt Cerlo nullij dat is; Ik-wykvoor
memandi, genuamt j maar om dut de AJmiralen nog meeiters boven
zich hebben, die hen bevelen, zo zullen wy dezen Regiilus
oï koning uil V ZuiJlandt noemen.
Nu volgende Wefb-IndifcheAdmiralen,die in foorten bellaan.
Num. p IJ. Deze zyn wel kleiner van gedaante, maar
feven in kouleuren en fyne tekening naar proportie de Oofb-Inifche
niet toej want de fubtile nettigheit, die 'er zo wel in dc
banden, die zich niet al te net vertonen, als over 't lyf met velerhande
kouleuren uitgemonllert zyn, maken ze fchoon en lief-
)vk voor 't gezicht. Die van Num. 11 cn i z zyn klein en zonder
bandtjes, en worden Juvcnalcs genocmt.
Num. 14 i\i. Deze zyn alle veertien Admiranlrjes, die uic
de Spiianfchc Wcfl-Indicn aan ons zyn gezonden, ieder Iluk mee
cene byzonder fchilderachtige tekcnmg en kouleuren verliert,
waar onder foorteren die geringe, geband, gekoord en deels als
met kettingjes, met (Hppckjes en als fyne haairtjes omringt zyn.
Num 2y 40. De navolgende twaalf ftukken zyn alleZuidlandfche
Toten, zynde ieder X-r zeiven mede ongemeen fraai gckoulcurc,
fchilderachtig en fpeculalief getekent, en van gedaante
veranderlyk. De kleur is fchoon oranje, licht en donker
bruin, geel, blaauw, olyfkleurig, enz, De grondt is helder
wit,waar onder eenige gewolkt,gellippck,geplekt, gevoorent,
gellreept, en met fyne haairige, als geknoopte, draadtjcs om«
ringt en gezwachtelt zyn.
Nura. 41: