i
TAB.
XIV.
84 V E R V O L G VAN DE B E S C U R Y V I N G
dat 00k het fpinzel zelf van de Rupfen, wanncer zy veranderen willen, even als
dat der andere vervaardigd is; en dac de Vlinders niede elkander nagenoeg gelyken,
fchoon ze, des r.iettegenllaande, evenwel tweeerleie foorten zyn en blyven.
Ook zal men, byaldien nien de vyf Claffen van Vlinders, door my befchreeven,
maar eens wil nazien, onder allen etteljike foorten vinden, aan welken
eene even diergelyke overeenkomll: te befpeuren is. Dus zien wy een paar
Vlinders in de eerlie ClafTe der Dagvlinders, Tab. II. en IV. en in de tweede
Clafle, Tab. IV. en V. welken, uitgenonien hunne grooite, elkander in veele
cpzichten gelyk zyn. Van den Witten Dagvlinder met zwane äderen, welken
ik op de Illde Tab. der gemeide tweede ClafTe afgebeeld hebbe, is eene gelyke
kleiner foort in de bolTchen te vinden, welker eigenlyke Rups my echter no2'
niet bekend is. Indien wy eens de IV^e en Vdc Tab. van de eerile Clafle der
Nachtvlinders tegen elkander vergelyken, zo zullen wy bevinden, dat de daar
op afgebeelde Vlinders, zo wel als de Rupfen, byna eenerlei fchynen te zyn,
dan, nademaal myne tweede ClafTe der Nachtvlinders onder allen de grootfle'
f.y, zo is 't geen wonder, dat 'er nog meer in gevondefi worden, tufTclien welken
raen eene zeer groote gelykheid befpeurt. Ik zal ook in 't kort de eer
hebben van den Liefhebberen der Infeften eene fchoone foort van Peerenrups,
benevens haar fpinzel, haare Pop , en haaren met groote Paauwenfpiegels vercierden
Vlinder, te vertoonen, welke zo veel overeenkomll: heeft niet die
welken ik in 't Eerile Deel op Tab. IV. en V. in de tweede ClaOe der Nachtvogels
afgebeeld en befchreeven hebbe, dat men denken zoude, dat iiaar onderfcheid
enkel en alleen in den ouderdom bellond, en dat de eene, ten aanzien
der andere, nog niet volwaflen was. De beide Pinnen - Rupfen in de voornoerade
tweede ClafTe des Eerften Deels, en haare Vlinders op Tab. VII. en
VIII. en de twee kleine Borflelrupfen Tab. XXXIX. en LX. behooren ook hiertoe.
Ja 'r zou my niet bezwaarlyk-Valien, 'er nog meer, zo uit de overige Claslen
der Vlinders, als uit die der andere Infeften bytebrengen,- doch ik oordeele
zulks overtollig, nadien de reets aangehaalden genoegzaam bewyzen, dat 'er
ook onder de Infeften , gelyk onder andere Schepzelen, van alle de drie Ryken
der Natuure, eene zekere verbindtenis plaats heeft; uit krachte van welke zy,
als de fchakels van den Keten, of de fporten van eene Ladder, iets tot den
zaainenhang der Natuurlyke dingen toebrengen. Doch laat ons thans overgaan
ccr befchryvinge van onze tcgcnwoord^e Rups, en haare Eigenfehappen.
3-
Dat de Efula, of Wolfsmelk-plant,het voedzel dezer Rupfe zy, toont alrede
de naam die haar door den Heer F r i s c h gegeeven is; en ook heeft my, behalve
het bericht van myn vvaarden Vriend, de eigen ondervinding zulks geleerd.
Overeenkomftig hier mede wordt zy alleen op zodanige plekken, alwaar dit
laage gewas groeit, en wel meefl in de Maand ^ufiy, volwaflen gevonden De
Eieren, waaruit zy en haars gelyken voortkomen, worden door de Wyfjes
de-
DER R U P S E N EN V L I N D E R S . 85
dezes Nachtvlinders, in den Herfil, rondfom de llengels van dit Kruid, als digtTAJ.
aan elkander gefchooven ringen, ringswyze byeengevoegd, en aan dezelven vaft-^^^-
celymd*. Ze blyven aldaar den gantfchen Vi'inter door, tot in de volgende
Leiite, en wel tot in 't begin van J i a i , zitten; als wanneer de jonge Rupfen
'er uitkruipen; dat echter ook wel, als de warrate vroeger invalt, eerder gefchiedt.
Zodra zy uit den dop gekroopen zyn, is haar eerfle werk de gantfche
Plant, waaraan zy haar Voedzel zoeken, van boven tot onder aan den grond te
omfpi'nnen, en te overtrekken, waaraan ze dan, als gezellige Rupfen, allen
even ievcrig arbeiden. Door deze omfpinning beveiligen zy zieh voor haare
Vyanden; welken inzonderheid de Roof -Kever s of derzelver Wormen zyn; en
maaken dus dat ze geruller können leeven. W^anneer nu deze ingefponnen ftruik
reheel kaal en afgelmaagd is, verlaatcn zy denzelven, met haare eerfl afgelegdc
Lid. Vervolgens zoeken zy eene nieuwe Plant, werwaarts zy gezamentlyk, gelyk
eene kudde Schaapen, heen kruipen, het welk inzonderheid by warmen zonnefchyn
gefchiedt. Geduurende den tocht derwaards, Haan ze gelladig met de
koppen rondsom van zieh; waarfchynlyk om te beletten, dat eenige Sluipwespen,
Muggen, of ander klein Ongedicrte, hunne Eieren op haar leggen. Zo
dra zy dan eene nieuwe Plant van de Wolfsmelk gevonden, en 'er bezit van geiomen
hebben, omfpinnen zy dezelve wederom als vooren, en bereiden haare
iiicnvve Wooning als eene Tent , van boven fmal en van onderen breed, waarvan
het kruid tot fteunfel verflrekt. De Aard-Spinnen zyn ook gewoon, diergelyk
een Spinzcl te vervaardigen,• het welk menigmaal veroorzaakt, dat iemand, Wien
deze Rupfen nog niet bekend zyn, dit voor Spinzel van Spinnen aanziet., Wanneer
nu onzc Rupfen het kruid haarer nieuwe Wooninge weder kaal gemaakt,
of opgeteerd hebben, en andermaal van huid veranderd zyn, maaken zy ook
weder een nieuw Spinzel ovcr eene nieuwe Plant. Maar gemerkt zy dit zo dikwyls
heriiaalen, en van de eene plaats naar de andere wandelen, zo wordt haare •
kudde ook telkens verminderd; nademaal 'er, geduurende die lochten, menig
cen hiaren Vyanden ten buit wordt. Doch dat ze ook elkander aanvallen en
vcrteeren zoiiden, gelyk de Heer KÖRNER vermoedt, geloove ik niet, uitgeoomen
dan, minneer ze opgeflooten, maar niet wanneer ze in vryheid zyn, of
gckek aan Voedzel hebben. Voorts verdeelen zy zieh, zo dra zy haare laatfle
huid ontvangen, en, by gevolg grooter geworden zynde, meer Voedzel noodig
hebben, aüengskens in kleiner parfyen, tot dat z e , naby de verandering zynde,
zieh geheel van elkander afzonderen f .
m'e Deel iße Stak M §. 4- Be-•
' Dit eefcHedt gemecnlyk in July en Augnftus, lo ras <Jc Wyfjes Vliniier uit de Poppenhiilzc
gekroopen isi wiarop de piaring wel dra volgt. De gcdaantt deier Eicrcn is, naar de opgave
van en Heer Baron Degeer, Piramidaalswyze, of teo mririlcn aan Iiet eene cindc dünner
dan aan het andere. K L E E M A N N.
t Van liet Spiniel, mar mcde dele iczellige Rupfen de planten , op welken ly lieh onthonden.
gemeenfchaplvt orertrekken, en van alle haare verdere vernchtlngen, oilgenomen dat ly met
het
ImI";. s'
Ii