IñiS
DER R U P s E N EN V L I N D E R s . 20 9
v e r t a t , kan ik niec zeggen; .angezien by 'er ons geene Afbeclding van gegee- T.^
v e n - h e e f t . Ook wille ik niet tegenfprecken, dat deze deelen mede draaden
u i t g e e v e n ; fchoon ik zelve zulks nooit w^argenomen hebbe. Waar dat de Spin
uit de vier groote deeleii eene menigce van draaden kan dryven I,ebbe .1. meer
dan eens gezien; en al wie daar van overtuigd w>i zyn, beboefc flechcs eene
reeht groote Kn'is - S p i n n e , aan een ilengel of takje Icmjpende, wat llerk te
b e w e e g e n , zo dat ze van boven neder vallen moete ; en als dan zal hy befpeur
e n , dat de Spin uit fclirik, of mogelyk uit voorzicht.gheid, om gecn fchade
te Ivden, een gantlcb Zeel van draaden, ora zo te fpreeken, maakt; gelyk ikin
de 5JC íig- van Ta!/. XXXVIIl. afgebeeld hebbe*. Fig. sj.
14.
D e oorzaak nu, waar door de Spin op eenniaal een zo uitgebreid fpinzel kan
maaken, is te zoeken in de veelvuldige fpinzel - p y p j c s , waar mede de vyt dee •
len van den fpinnen- wrat , als boven gezegd is, vervuld zyn. Lr kan dus, mt
i e d e r d e c l , een ontelbaar getal van draaden vocrtkomen, wanneer de Spin dezelven
noodig beeft; en ze kan hier in naar believen te werk gaan, met nu
maar één, dan meer draaden te fpinnen. Gelyk zy zieh, in tyd van nood, van
alie de draaden, die ze nitdryven kan, op eenmaal weet te bedienen, zo kan
i e ook weder in tegendeel in eens niaar zo veele draaden uitlaaten, ais ze behoeft.
Dit Í5 niet 'beter na te gaan, dan, wanneer men eene in een Glas opgellooten
Spinne, die een tyd lang honger geleeden heeft, eene ¡Mugge toewerpt.
Z o dra de Spin dezelve in 't oog kry^t, loopt zy 'er op toe; grypt ze; en, om
haar de verweering te belctten, omfpint zy dezelve; llmtende de Blug, ais t
• wave in de boejens. Wanneer men dit vcrfcheiden reizen achtervolgt, en er
wel oplet, zal men duidelyk zien, dat, naar maate de jMug groot of klein zy,
de Spin zieh ook van meer of minder draaden tot deze boejens bedient.
D d 3 §. IS- Tot
• Men is ia de ontdekkillg der openingcn, uit ^Velken de Spinnen haaren draad trekken, lover
" eekoraen dat men beweere, dat 'er in icder tcpel van den Spninenwrat by de dmiend waarienonien
xyn By aldien men nu wil dat 'cv in een Spinnenwrat, m ftcde van vj f, wel les
tepels of dcelen gevonden worden, die met zulke Spinopeningcn vooriien zynj zo lal men
ook sereedlyk willen aaimecmen , dat icder van deic les tepds looo openmgen heeft, waar
door deSpiii haaren draad trekken kan. Is dit nu gecn tegenfptaak meer onJerworpen, dan
volet "er í i t dat de dikfte draad van xulk cene Spin uit 6000 dunne draaden beflaan moet.
En nademaal 100 van de fynfte Spinnedraaden de dikte der middcllinie van een baardliair nog
niet haalen kunnen, 2.0 moetcn 10000 lulke draaden , als zy rond lyn, cerll de dikte van
cen baardhtir hcbbeo. Vergelykt men nu den draad van eene jonge Spin, die eerlt aanvangt
te fpinneil tcgen de draaden van eene volmflene, z.o Ihiaii allecn 400 van dele draaden, in
dikle gelyk aan drie enkelde draaden van eene ïolwaflcne Spin. En lyn dus de draaden eener
ioiige Spinne400 maal kleiner dan die eener geheel volwaflmc, dan lyn vitr millioeneii draaden
van ionge Spinnen nog i o dik niet, als een baardhair is. Zie ¿«utiraÍDíi- Contin. Arcan,
d e l e f tpá' |=o. fqq. iiisgelyks Pii/o/. Tranfiiii. Num. 27:. en Baker't Mieroscoop gemak-
IjkgemaSkt.
• ^ 1
- i