V O O R B E R I C H T .
if
zelden, op de Gewaflen, maar altoos opdeaarde, ten zyzevliegen,
in 't oog krygc. Voor 't overige is 'er onder dezen ook, gelyk
onder die van andere Claffen, teil aanzien van de koleur, het maakzel,
en andere Eigenfehappen, zo wel in den Kever als in den Worm,
een zo merkelyk onderfclieid te befpeuren, dat men ze niet alleen
zeer wel, maar ook gemaklyk van elkander onderfeheiden, en ieder
foort van de andere könne afzonderen, gelyk ik by de befchryving
van ieder foort duidelyk zal aantoonen. Echter kan ik tot heden,
fchoon deze ClaiTe tamelyk veele foorten begrype, nog maar alleen
van ¿¿ne derzelven, die by uitftek merkwaardig is, een omilandig
bericht geeven; dewyl ik van de anderen nog niet alles onderzocht
hebbe, eu ik liever eene zaak volledig, dan afgebroken afhandele.
Iii
' i
AARD