212 VERVOLG VAN DE B E S CHR Y V I N G
Tai. vertoond worden; en voorts, zegc hy, zyn 'er nog twee, naby het achtcrfte
XXXIX. (jer Spinne, te vinden, die Ideiner zyn dan de eerllen. Deze ecrften iiebben
twee canaalen ofuitloopen, als één aan liaare l'pits, en één aan haar onderdeel:
doeli de anderen hebbeii lleclits één nitloop, gaande iiit haare fpits. Gevolglyk
heelc de Spin aan ieder zyde twee zodanige Glastraanen; en deze zyn, zegt hy,
voor de eerfte bronwelie ' der draaden tc houden: dezelven voeren door drie
merlibaare iiitloopen de Hoffe daarioe, welke nog 20 week is, dat 'er geen lange
draaden uit gemaakc können worden, in de waare vaten ; uit welken de eigcnlyke
vochtigheid, daar de draaden in beflaan, voortkomt. Door deze waare
K?. 4. vacen nu verllaat hy de zes darmvormige deelen, in onze 4<tii Fig. met c. d. e.
L^t.c d.ß g. aangcweezen; doch, fchoon hy zegge, dat het dünne deel derzelven
S- in de deelen van den Spinnen - wrac ga, cn de draaden uit dezelven komen, zo
gclooft hy niet te min, dat ze uit andere deelen dezer vaatjes gaan. Velgens
dit denkbeeld zyn de Glastraanen de bronwel van de Hoffe der draaden, welke
zy in de waare vaten overbrengen. Ik ben niet van zins dit gevoelen cegen te
fpreeken; maar, gemerkt onze Krnis-Spin, haare Eieren leggende dezelven
met een byzonder ipinzel ovenrekt; bellaande uit gantfeh andere draaden, dan
die, waar uit zy haar Net vervaardigt; zo wäre hec veelligt nog te onderzoeken,
" of de Hoffe der draaden, van welke zy haar Net maakt, niet in de zogenaamde
Glastraanen van den i.-leer de Re a u m u r ; maar dat integendeel de andere
Hoffe, welke tot overtrekking der Eieren dient, in de darravorraige vaten beflooten
zy ?
§• Ii).
In den jaarc 1758. kreeg ik eene der grootHe Wyfjes van de roode foort der
Iffllis-Spinnen; en na dat ik ze een tyd lang in een ziiiker-glas bewaard had,
hcehtte zy haare Eieren, benevens het ipinzel, waarniede zy gewoon zyn de-
• zelven te overtrekken, aan 't papier, dat tot een deiizel van 't glas verltrekte.
Ta». Ik hebbe hetzelve in de sde en Fig. van Tab. XXXVI afgebeeld. De 31=
XXXVl. vertoont, op hoedanig eene wyze het aan 't papicrva(l:zate,'en de 4dchoe
hefz'elve, van't papier atgenomen zynde, 'er uitzage. De onder het fpinzel
" ' lin-gende Eieren * würden door a. en het fpinzel zelve door b. aangeweezen.
De Spin, haare Eieren gelegd, en haar fpinzel vi^rvaardigd hebbende,haddegedaame
van de s^'-' Fig der gemelde Tab. en nam vervolgens dagelyks af, tot
dat ze eindelyk, als geheel vcrdroogd „ dood läge. Vermits im de draaden van
dit fpinzel veel Herker zyn, dan die, waar van de Spin haar Net maakt, zo
lieeft de l leerBoN, eerile Prenduit in de Reehtkamer te Montpellier, eenig
mit daar uit zoeken te trekken; met 'er cene proeve van te neemen, of dit
fpin-
• Ik kan de EijrEn van Milk eene Kniis-Spin Ilfrgens betet by vergclyken, dan by een bondel
afeckuokte Eieren, of knit van een koiper. De gcheele legging eener Kruis-Spione bellaat
dikwvls uit meer dan looo Eieren. Volgeus het Hanoverfcbe Magazin 1774. p. 1146.
¿edieren vau vcrfcheideü foortcn vanSpimien eene lelckere ipyzc der Siamenicren.
i i L K £ M A N N.
: '
I »
ir*