i 9 ä V E R V O L G VAN DE B E S C H R Y V I N G
T i i . wen heefc L e e o w e n h o e k * , aan 't uiterife einde, eene opening ontdekt;
XXXV. waaruic, volgenszyne meening, waarfchynlyk de Hoffe vloei t , welke wy vergift
n o e m c n ; wanneer de Spinnen haaren vyanden fchade willen toebrengen. Edoch
i k , e n anderen met m y , hebbcn deze geraelde opening zorgvuldig nagefpoord;
raaar onder alle myne Vergrootglazen was 'er geen één, waardoor wy die open
i n g konden ontdekken; weshalve ik zeer twyii'ele, ofdezelve "er wel z y f ; gelyk
het by ray ook in twyffel Haa: o f d e Spinnen wel eens vergif by zicli voeren.
Hierin kernt ook de H e c rCLERCK, welkeonlangseenebeicliryvingderZweedf
c h e Spinnen, in de Zweedfche en Latynlt-he taale, hecft uitgegeeven, ( t )
met ray overeen. Deze Heer, p. 6. § 15. van 't vergif der Spinnen fpreek
e n d e , zcgt: "Of onze Spinnen, zo als zoramigen voorgeeven, met byten,
„ o f , om beter te zeggcn, met wrikken en fcheuren, door middel van haare
„ k l a a u w e n , de menfchen bezeeren können; alsinede of zy, of haar d r ek§, vvan-
„ n e e r ze by ongeluk doorgcilokt worden, den Menfchen ongeniak toebrengen?
is
• Zic zyiie Epißolas [eu Conrimat. mirandorum Aícanoyum NaluriX deteSorum
Lugä. Bat. 1719-P- 3'»-
+ Inliiflchen zyn echter de Rofellchc Vergrootglazen zo uitoiuntend, dat meo daarmede deze
opcnins duidelyk aan de Spiiinenklaauwen könne ontdekkeu. Ik hebbe deze opening, door
dcrzeU'er behulp. onderlciieidenlyk waai-gecomcn, niet alleen aan de vangklaauwen der groóte
yiraciikaaníche Spin, (welke ik in myne Bywegze/ctj op Tat. XI. en Xll. metzulk een
vergroüten vangklaauw, cn het daar in zyijde gat atgebecld hebbe;) maar insgeljks aan deze
Europilche Kluis-Spinnen, aan de Hool-Spinnen, cn aan andere kleine foortcn: ook hebbe
ik hetzelve dikwyls aan vericheiden Perfoonen laatcn zien. Paar nu de andere kcurige waarneemini^
en van den Heer Röfei ons niet todaalen, aan zyne fcherpzichtighcid tetwyttelen,
zo heetf men het zekcrlyk aan eenig toeval te wj-ten , dat noch zjii Ed. noch de Heer Dr.
Uuib, die te gelyker tyd met zyn Ed. de onderzoeking gedaan heeft, deze opening ontdekt
hebbcn Verraoedelyk zai dit nergens anders uit ontliaan zyn , dan uit eene mislukte plaatzinc
dezer Haauwen onder het Vergrootglas. Wat hier van zy , de opening is 'er lekerlyki
dezelve is langkwerpig rond, en digt aan her punt van den klaauwj ilaande meer naar de
binnenftc dan naar de boitcnBe zyde. Van deze nietkwaardige deelen, die ik aan deze tangen
' ontdekt hebbe, zal ik verder eene afbeelding in myne ByMtgzekn gceveiii merkende voor
het teecnwoordige nog maar alleen aan, dat de berocmde Isatiiuv-Onderzoek-er, de Heer
P i f t o r - i o t e » Auinß Efbrnim Goeze te QucJUnburg, gelooft, dat de Spinnen deze tangen
of vanáklaauwen ujser gebtuiken tot het uitzuigen, zo als in het 111 Deel op de XVll-XIX
rl afeebecldc Mierenroover doet, diu wel om 'er een zeker vergif mt te loozen. Edoch Ik
dit n-ar mvne waarnecmingen niet toellemmen, hoewcl ik erkenne, dat ik tot hier toe,
niet dan op wWchynlykheden lleuncndei van het vcigiftigcnd vermögen der Spinnen kan
ÍP'«"""- K1 1 EM. . .VK.
+ fwcií» ÍCÍnr/fe»- fi?!-. CareH Cknk Reg. So!. Scient. üpfal. Membri, ¿Irarttt Suicici,
/rírrítlimiiiis & fisuris iUußrati, ai gmera fubaltirm rcäum, fpeckbu¡ ultra LX.
TtéZTmti, XjpkíU Rcg. Socímth Sdent. Fpfalimß. Stokholmite Uturi, Laur. Salvii.
1757.
S Mv is cens in ' t vooMaar, in ccn Tuin, dicht aan eene heg flaande, ahvaar ik naar Infeñen
ciLien wilde, plotdjk ccn wii ka:kacht¡g fap in "t oog gcípooieoj dat my cene bykací on-
R U P S E N en V L I N D E R S . 199
is iets dat tot nog met verzekering door de ondervinding beweezen zou moeten Ta»
„ w o r d e n . Verfcheiden maalen hebben ze myne vingers gekneld of geneepen, •
zonder dat er eenig kwaad iiit ontlhan zy; en byaldien alle Menfchen llerven
r , m o e I l c n , wanneer ze, by ongeluk, eene Spin of haaren drek doorgett^t
„ h e b b c n , zouden wy al v.iak diergelyke oiigelukken moeten beklaagen. De
' ' H o e n d e r s cn de Vogels zyn 'er g reet igna; zy eeten ze op, en llerven evenwel
niet . " Naar mvne ondervinding kan ik 'er nog byvoegen, dat my twee
Mansperfoonen bekend zyn, die menigmaal Spinnen gegeeten hebben, zonder
dat zy 'er eenig ongemak van gevoelden*. Een van dezen leeft nog werklyk,
cn is reets tainclyk bcjaard. Deze Man gebriiikt en verteert niet alleen enkele
S p i n n e n , maar necmt inenignml, tot eene buikzuivering, eene gantfche hand
vol Spinnen, van allerleie foort , zo als ze hem vocrkomen; en eet ze over een
Iheä brood gewrecven. De ander was een wakker, en ook rects een bejaard
Mau zckc r en tyd met my in een Tuin wandelcnde, en eene groote Kruis-
C c 2 Sp i n -
uitftaanbaarc brandende pyn in 't zelve veroorzajktc, cn veelligt grooter origeval ten gcvolgc
eehad zou hebbcn, zo ik niet terltond den gelukkigen inval gckreegen had, om van ccn daar
byllaande Saladcbed, 'er wit vcrfchc Saladc , {, La£luca bertenßs,) op te leggeni "t welk
m? niet alleen de brandende pyn verzagte, maar ook van het bytende lap verlofte. Ik ontdektc
vervoigens ter piaatze, daar my dit overkwam, eene Spinne, die zieh, tut haar Honzonraal
hangend wcctiel.in haar hier aan zynJchol verftokcn hadi mitsgadersaanhet fpinzel,
en eenigedaar kort byiiaandc Veilbhdcn of Ivlimop, lets van het witachtig fap, dat my in 't
OOS aen^ootcn was. Maar of nn dit iap, zo als ik wel vermoede, werklyk v.m deze Spinne
zelvc, dan '.-an cen zckeren Tor, dien ik n,agejjagd had, en welke my ontloopea was.inmytl
OOS eelbootcn zyfieworden, kan ik^metgsene zekcrheid bepaalen.
^ KL E E M A K N.
' Of fclioon de opgevreetcnc Spinnen den Hoendcrcn cn Vogelen gccn fchade aanbrengen, 20 i'j
hier in echter gccn bewys: 't eiat toch niet door, dat, dcwyl zo iets diergelyks den Vogelca
"een fchade doet, dat zulks oSk by alle Menfchen gecn nadeclpgc gevolgen hebben kan, De
H-cr M. f . de Man, Med. Dr. heeft in cell Berift. in het ¡aar 1778 te Nymwegen by ra»
Goar in "root 8 -gedrukt, verllig gcgceven i-an de fchadelyke cn zelfs doodelyke gevolgen,
welken het eeten van een vcnyuigen gcbraadcn Vogel, op het einde van 't jaar 1777, bmnen
de ftad Nymwegen. gehad heefc. Men kan 'er nie afnceincn , hoe gevaarlyk het zy, van Dier^
n te eeten. welken door 't een of ander vcnyn gcvoed zyn geworden. De Lecuwrikken, te
Nymwegen ge"eeten, die zieh met verfchen dcdlen kervel gevocd haddeo, waren gezond ea
weU'cblc-ven,"'intuirchen heefc nogtans het eeten dczer Lccnwiikkcn, in wier magcu men
noe ins van den dullen kervel ontdekt hcetc, voor ecnige menfchen ten deele doodelyke eil
ten dcelc hoogft fchadelyke aeiolgen veroorzaakt. Wat verder het voorbeeld der twee Mans,
perfoonen, door Rüfel bygebragt, beircft, welken dikwyls Spinnen zonder fchadelyke gevolgen
ecceten hebbcn i dit is ook waar. It hebbe zelfs den eenen zeer wel gekend; zyn naam
was t c i e r , ecii Banketbakker hier te Nmrcnierg, nu ovcrlceden. Deze vcrkoos, om zynen
zeldzaamen lull te ftillen , altyd de grootlle bevrugte Krün . Spinnen; of, zo hy dezelven met
bekomen kon, dan het jongc broedzel dat eerlt uit de Eieren gekomen was; dit ftreek hy op
'/yn brood, en zulks gebruikce hy met den grootllen fmaak, zonder 'er eenige de minftc
kwaade eevoleen van te hebben. Edoch dit bewyft alleen maar, dat het eeten dczer grooto
ioort vai Spinnen voor de Menfchen, van geene fchadelyke gevolgen zy i dan daar uit kan
men nog niet afleiden, dat de Spinnen, als men dezelve nypt, met, uit de opening van liaatt
vangklasuwen, een fchadclyk of vergiftig ä p kunncn lasten vloeiea.
^ " - KI- E E M A N Ii.
\t
• i'