T O M . i K r a h . J X X i n .
.^'¿'i'.^'k Av.- ^
OER R U P S E N EN. V L I N D E R S. ¡79
en heldete dwarslinien vertooncn zieh zo wel in 'c aclitcrilc cii brcedfte dcel dezer TAB.
vkugcleiv, als in 'c fmalile deel naby de inleding; echter zyn ze menigmaal niec XXXir.
kenliaar; en dan is derzelvcr grond, uit hooide van de mem'gvnldige Itorte,
donkere en tedere dwarsftretpen en punten, waarmede zy bezet zyn, even als
üf dezelve gewaterd wäre.
S- 5-
D e op onze Tab. afgebeelde Figuure«, van de ecrfle tot de vyfde ingefloot
e n , zyn vervaardigd, volgens de my toegezonden Telieniogen; raaar de 6Je
Fig. hebbe ik zelve naar een Origineel afgebeeld; en daarom by de overigen gcvoegd;
op dat nien niet alleen het achtcrlyf, maar ook de ondervleugelen konde
zien. Het achterlyf geefc, door deszelfs dikte te kennen, da: de afbeelding
naar een Wyfje gefchied zy, cn 't vertoont zieh eenigzins bleeker roodachdg -
geel. De ondervieugcis zyn fchoon oranjegeel; ze hebben, naar den achterrand,
een ongeiyk breedcn zwarten ftreep; die aan den binnenrar.d, naar den
kant van *t achterlyf, fmal toeloopt; en daar op volgt eene fmalJer randbezooming,
van eene oranjegecie grondverwe. In de Sprieten is tuíTchen iiet Manlyk
en Vrouwlyk geflacht, gelyk 'er anders doorgaansis, geen onderfchcid te bemerken
; nademaal ze by deze foort van Vlinders, zo wel aan de Mannetjes als
aan de Wyf j e s , dun cn hairvorniig zyn.
Tweeerkie zeldzaame hrmne DAGVLINDERS, van de Eerße
Claße, vercierd mst byzander fchoom, rondi oogjpegels en
•vlakken.
de Dagvlindcrs der Eerfte Clafle zyn Vr nog verfcheidcn, welken, TAB.
cen opzichte hunner gancfche verandering, zo wel aan veele Liefhebberen, als XXXIIIook
aan my, nog onbekcnd zyn. Dus is het inzonderheid gelegen, mei veelen
d i e r f o o r t e n , welken deels weinige, deels ook veele ronde oogfpiegels of vlakken,
nu in een donkercn, dan weder in een heideren grond hebben*". Van die
allen ichyjien my- incuilchen ten aanzien der cekeninge, geenen zo' zeldmm,
als
Dcwyl 'er nog vede íbortén lyn, die ifc Kenne, lo van döte aU ran andere Dagvlinders, 70
Jiebbc ik my reets tc rneermaalen verbonden. om de afbeelding van alle dcie> 't zy my de
Rupien al of niet bekend zyn. in myce Byvofgz^én. raar de nauiur oitgewerkt, mede te
deelen; om hier door dit Werk» ten minllcn met opzicht tot de Euiepifche Vlinders, de bclöofde
volkomcnheid tc vtrfchafltn. Ter nituwer Jierinneiinge hier van, dagt hét my. by
dez« gelegcoheid, ;aadzaana> deu Leczer DogoiaaJs te jceidcoi dat bct xnya oogmerk i?, daar
med«
II!
I i
!!i:j i
I i i ! ,
i Ii;
f Ssy
i' tili