T A B .
X L .
T A B .
X L .
F . ; ; .
21.^ V E R V O L G VAN DE B E S C H R. Y V I N G
te o-ebruiken*; doch naderhand, honger krygende, blyven ze niec meer in een
e ° n dozelfdo Wooning; ze vcripreiden zieh alsdaii, oni dat de eene de andere
aanvak en verteer:. Haar voedzel bellaat in Inleflen; en om dezen te vangen,
maaken ze een Weefeel ol' Net , in welks middelpunt zy zieh gemeenlyk by dag
ophouden; doeh des nachts, of als het regenc, of ilcrk waait, verlaaten zy
het niidden vin haar Net ; zv necraen dan haare fchuilplaais aan t einde van t
zclve in een zogenaamd Celleiie of Huisie, dat ze alvoorens op ecne bedekte
rlaats'bereid hebben Ecne kleine Spin kan niet anders dan kleine Inleften aanvallen
welken zy oordeelt te können vermeerteren; en hieroni maakt zy ook
een cedcr en klein Net, waatio niet anders dan kleine Bluggen en andere kleine
vlieccnde Infeftcn können blvvcn hangen. Zo dra zy in grootheid coeneerat,
ver<?root ze ook haar Net of \\'ebbe; en bedient zieh daartoe van Herker draaden",
op dat ze niet zo ligt doot grooter Inlbaen vericheurd mögen wurden:
hebbe ik in de cn Fig. op Tab. XL. afgebeeld Laat 'er
nu no» een kort woord byvoegen, nopens het maaken van dit Webbe.
-- • elyk we boven aangediiid hebben, gewoon, haar Net alof
zulks
ons
• Onze Ivruisfpinne is
recht nederhangende, in de Incht te niaakenf; dan.
veraltrzenfef!awos\e7pi^^^^ daar zy 't zelve zoi. willen vallhechä
e mcefte Spinnen veele Maamicn ter dier
•onder iich, noch o m haaren buit, noch
m. Hy vermoecit dcrhalveu, ja 7,egt het
m eene lorsvuldigheid, die zy voor het
• De Heer Lifter mecnt gemerkt te hebben, (iai
f h a t z e blj-veo, daar l y de Eieren gelegJ hebben
om haare wooning, eUers anders been te begeeven.
z e l f s waargenomen le hebben, dat lulks gefchiedt uit
v o e d i t l van haare tedere jonge naakomt-lnigfchap beul
Paftor toe i en hy gelooft, dat de jonge Smnnei
met alle nooJige werktoigen, om haar »«diel te
l i e h nog niet in itaat be.inden, om de jagtnet™
• Moeders zo lange by haar moetcn bly
mögen bereikt hebben, en iich lelve:
'clooven, dat het
u W r d.
t i en k.
1- Dete meening fteml ook de Heer
z c a l s s e uit het'Ei komen, terlloud
krygen > voor/.ieii 2.ynj roaai- dat zc
; Ipinncn 5 uit welken iioofde dan de
buk dat
Spinnei
vaii eer
tyd lan
Cenom
Êieren
ibreng.
Doch ik kan, ten minlt<
w'aarlyk 7,0 mede gelegen zy. dat het lang
, broedzel met het oogmerk gefchiedt, om hctz,e
.1. De Heer Äö/f/heeft nopens de7.e groote Kruisfpir
lelf uit eigen ondervinding, dat ze, na de leggmg
dat de Eieren zc\H den Winter over blyven liggcn,
lang nia den dood van de Moeder, teu voorlchyi
ipyz.e voori icu kan , tot dat ze lelven in Ihat zyn
Middelerwyl gfloof ik evenwel ook
k, nog nicti
ige oude Spin
g van voediel
;n , en ik weet het <
, niet lang meer k c
iongen eerft in 't Voorjaar.
u.-f;halven ZY dezclvcn niet
r . ? ter verkrv^^inae van v o e d z e l t e fpiniien. Middelerwvl
¿ . t o als dl"H«r Rö/e/ mc-cnc. in den beginne zonJer een.g g.
Veeleer vermoede ik, dat deze infeften, d3ar zy gefchikt zyde
Infeften te beRaan, in den beginne elkander zelv<
wanneer deiclven niet te gelyker tyd met haar uit d
r b l e e v e n z y n , verteeren.
alle
irblyf
ve eeoi
len waaran
haare
en dat de
. komen 5
l i eh Nctn
i e t , dat
10t van fpyzi
•an den roofv;
overige Zußerlingen.
, maar als Embryonen
o f ook haare
: Eieren komen
n o g i
+ Ofermits ik cene kleine foort gezten hebbe
tegel doen afwykea> of'er
had ; z o moet<
1 ibortcn
relke haar
• ook
K L E E M A N N.
niet pei-psndiai/asr,
rad v o rm i g Nei
torzaaken zyn
die haar van de;
die haare Netten g ewo onl y k borizontaal uitrpauuei
K L £ E ÌI A N N.
„ E R R ü P S E N EN V L I N D E R S s- S
S , i o ï j î d î j , . j . .». . I I I . . . . . 1 1 " . * »• " " " " S
E e î
• Den Heer Dof tor S'wammrrilam, ( l i e
f . 25. ) kvvam het bjna onbegrypelyk v
fyne draad, als de draad ecner Spmne
t e n w o r d e n , en door de Luchtdrmgen,
W ï l daartoe teijcns een groot geweld cn
dcn Spimien aan deie deelen Ichyncn te
dat aile de draaden uit het Hchaam der
v o o i i g a a n , nitgetrokken, maar met nii
van de 7ydewormen nit liaar ipinbcud.
Evenwel lochent hy hier ined.
i e l v e n van langk^aameIhand,
d i e , waiinecr ze door de Spit
worden, lich llgtlyk ergens ;
1 de Spin , ja over <
nutir kunnen blyvti
. „ geval van deien .
.n de lueht perpend
mig ipinnenweb, dat tiificbeii
,aai tuOchen lich een "
ndcrcn overftaanden m'
•ynein 't Nederduitfch overgciette Schiller Natuur
lor, hoe het mogelyk wäre, dat een l o tedere cn
en dat nog wel droog, l o ver konde weggefchoolonder
van dciclve eenigen tcgcnftand te lyden ; dcfterke
kragt van de vlecichdraaden behoort, welken
•len. Hy gelooft dcrhalvcn te mögen beflmten.
CO , door de iwaarte van haar nederdaalen of
loten of wcggeflingcrd worden; !.o als de Zydc
mangi
Sptnne«
geiehoüi
l . j e ger
dat het, te
aflland va
boom of
l o d a n i g e
haar N.
od
blykti
lad bedi
e n o e g .
m koi
Ipannei
:!kan.)e.
nit haare Ipinne
nen aan de bewi
in hechten. Er
en daar tuirchen
i hangen. Ook
vergewaaiden di
ctila'ir te hangen en uit te
twee tamelvk ver van
„ „ bevindt. in'devryelueht aan
r of boom uitgelpannen draad nai
a l l i e -n wind, dan of her op eene ander
rene nitgemaakte w-aarheid tebtfliflin: doch ds
k c r , dat ik diergelyke ipinnennetten, welken
elkander afllaanJe mnurcn vaft waren,
het meelt gezien hebbe, wanneer mer,
i i e n , dat dan eenigc van de grootfte Sp:
wierden. Maar ofnn deze draad der
pbats tot ce andere ovenlaande, dnor d.
m n g . op de voorgeiegde w y i e , flech
den al'.ecgskens uiigelaaten draad vei'dei
aan de vctdere ondcrvmdmg overlaatcn
hoe ik ecns gei len hebbe, dat eene groc
1 draad vaft gcmaakt had, op een ander,
tot r.an eenen daar aangehechten hier tej
;kking ven haaren draat
ikkcn, maar 'er niet uit gefchooten wordt.
aaniien der Spinnen, mogelyk i y , dat de-
•atten, 2.ecr lange draaden dryven können (
[lg van de lucht of den wind overgelaaten
: deicn dus, lelfs op ccn tamclykcn verren
aan een daartegen overliaanden
de Spinnen zieh in
im door deszelfs behnlp,
O f nu dusdanig een radvoritaande
mnurcn ot boomen,
ilk een van den eencn tot den
; t , w^aarlykeen gevolg zy van
, betrouw.e ik my nog niet als
leert my het volgende. 't Is zcdraaden
, die aan twee ver van
van de vrye Uiebt hongeu, altyd
had had. Ook hebbe ik gcg
a byka,
' y z e ontlb
idervindini
, zodanig.
1 't middci
idig wêei-
1 haart
Spinne,
: Spin 7
s door e(
Oudtr
draad hangen
•der gcdri
t , van de cene
waar aan zc haar net ophangt,v;
clve uitgelpantien'Wörde; dan ofdi
nen tocvailigcn Wind veroorzaakt v
10 als de Heer Ä r e i i i s v:rhaalt,
milchen kan ik niet nalaaten, hier i
den
baai
l i c p , a
eene gcllad'
Kiuislpinnc
n , die daar m,
:n o\ erliaar.dei
, door den ec
j p den Pczcgden tcgenoveriiaandcn nn
N a c h t , zittcnblcef, Of zy nu daar, wnar ze
z o lang weder naat zieh g
• be.
dat ze
z e hic
elkandi
k a n i k
legger
n r o k k c n hebb.
den daar tegcnovcrilaanden, waa
denzclven insgclyks konde hechtcn,
t o p , in deszelfs midden, tulTchr-
;r Itond. n , insgclyks in
" E v e m x T k a n ik dit met zekerheid mcU.
' e b k e v c n \
z c voelde
een muur, aan w
nwinkclhaak maak
a r , zodat zy zie
•n anderen hoek v.
z e , by het vallcn
as, haaren
uitrpanjrde,
die
at zal ik
i g t e m e l -
elken zy
t e , v o o r t :
:n de
icht da
inde
z u l k ce
o p hccn
twee mu'
ir aan haai
e fpaiinin!
en weder
byka
radvormig Net
i l g cn kon. met
ildcr
Jgcns
1 den
draad
crileu
3 had,
:n dat
:n uit
iilks
itgelaaten
van den ei
gekrceger
loopeu; e
2 fchrcdc
liifpande,
gecn zek.
, dit ik den volgendcn dag. nit
•Kä