m
- ; . l:
i
XVIII
C o l y k , met Tabak te difteeren, heeft uitgevonden. Zy gelykt volkomen
naar een Blaasbalg, waarmede men zich-zelven diftetren kan; en
is in de Stuttgardifchen phyftfcb -oeconomifchen Realzeitung, een gemeenzaam
nuttig Weekfchrift, in het 24«= Stuk van 't jaar 1755. omftandig
befclireeven.
Aile deze fchoone Weetenfchappen, vergezeld van een vindingryken
Mrt, maakten hem by in-en uitheemfchen bekend en bemind. Dikwyls
wierd hy van voornaame Reizigers bezocht; welken zieh over zyne'
Konftwerken, over zyne fchranderheid van Geeft, en over zyn vriendelyk
voorkomen in den Ommegang, moeften verwonderen, en hem
deswegen hoogfchatteden. Ook was uit dien hoofde Neurenberg niet
alleen de plaats, waarin hy veele Begunftigers en Vrienden, zo onder
Geleerden als Ongeleerden, ton teilen ; maar hierbenevens gaven veele
buitenlandfche Geleerden duidelyke blyken van hunne achting voor den
• Heer RSJ'el. De door zyne Schriften onftervelyke R e a u m u r , het
cieraad der Geleerden in Vrankryk, een Natuurkenner van den eerften
rang, gaf in een Brief van den 22. September 1755, aan den beroemden
Heer Profeffor Boß te Wittenberg, zyne achting omtrent den Heer Röfel
in de volgende woorden te kennen :
la Maladie de Mr. Röfel m'inquiète, ce fer oit une vraye perte
pour rHißoire des InfeSfes, que celle i un fcavant, qui travaille pour
elle ß utilement par les bonnes figures qu il donne
Dat is :
„ D e ziekte van den Heer iJéyè/verontruft my; het zou een wezenlyk
„verlies voor de Hiftorie der Infeiten zyn, een Man te moeten miiTen,
„ d i e met zo veel nuts voor dezelve arbeidt, door de fraaie Afbeeldin-
„ gen , die hy uitgeeft.
In een anderen Brief aan gemeiden Profeflbr, gedagtekend Parys den
5 February 1756. fchryft de Heer Reaumur:
Ce fut par votre Lettre datée le Mars 1755 que je reçus une
fuite de Mr. de Rofenhof. Vous ni avez fait plaifîr de ni apprendre,
qu'il a été annobli: fes travaux & fes talents meritoient cette recompenfe;
mais vous ni en avez fait encore d'avantage, en nf apprenant qu"il'
'étoit guéri d'me Maladie, qu.m m'avait annoncée comme incurable —
Dat
XIX
Dat is :
„ M e t uwe Letieren van 19 Maart 1755. ontving ik de laatere afgiften
van 't Werk van den Heer van Rofenhof. Het was my zeer aangenaam
" u i t uw bericht te vemeemen, dat hy geädeld is geworden: zyne Wer-
" k e n en Tiücnten verdienden deze vergelding: maar gy hebt my nog
''meerder blydfchap toegebragt, door my te melden, dat' hy geneezen
„ i s van eene ziekte, die men my, als ongeneesbaar, gemeld had."
De bovengemelde Heer Profeffor Bofe had insgelyks zeer veel achting
voor hem; als bleek uit een Gedicht, 't welk hy hem, na de heritelling
van zyne ziekte, toezond.
[ I k , als Vertaaler van di tWerk, hebbe dit Gedicht, zo toepaffelyk
op de ziekte en herilelling van den Heer Röfel, gevonden, dat ik befloote
om den zin daarvan in een Hollandfch Vaers onzen Leezeren mede
te deelen. Gemeide Heer Profeffor drukt zieh in dezen zin uit.J
Terivyl mv Flyt ons toont der Kreeften-zmnder aan,
En gy de Pen van myn R e a u m u r zoekt te evenaeren,,
Zo kamt, 6 RösELj^y? een ziekte uw band bezivaaren,
En dwingt Gezondheids - loop den Kreeften-gang te gaan.
Maar naau-wlyks kwam uw Ziekte en zwak Natuur ter ooren,
Ofzy maakt zieh gereed, en zegt: deKivaal, die thans
Met R ö s e l s Leven firydt, ten onder gang des Mans,
Zy eeuwig afgeiveerd, en 's Lichaams kracht herbooren!
En dit gefchiedde; want gy fiond, gelyk een Held,
Die zynen Vyand heeft door dapperheid doen vluchten,
Weer op in zegepraal, en had geen ramp te duchten,
Vermits Natuur in U de kwaal had neergeveld.
Wat heeft men niet daarna veel fchoons van U gekreegen!
Gy eindigde in den K r e e f t ; en zvat befchreejt gy toen?
Een boos en fchaadlyk Dier. 6 R ö s e l ! welk een zegen!
't Fergift van uwe kwaal voer in den Scorpioen.
* * * * 2 Ni e t
r«!