T O M . I V ^ i X X n .
• • '1 ;
i ' l '
f '
• ' f
V I R R Ö P S E N IN V L I N D E R S . 1 4 1
Gemerkt nu de Vlinder, uit deze Riips voortkomende, zo wel in 'i Voorjaar T a ^
als in den Zomer verfchynt, zo denlic ik, dai 00k de Riips tweemaal in 't jaar
te vinden is. De Vlinder aithans, die in den Zoraer te voorfchyn komt, paare
en legt zyne Eieren nog in dat Saifpen, waaruit de vroegejonge Rupfen gebooren
worden; die vervolgens, grooter geworden zynde, in Poppen veranderen;
waarait, wanneer zy den Winter overgelegen liebben, in 't Voorjaat weder
Vlinders, en uit derzelver Eieren, de laatfte Rupfen voorckoraen; die, om met
den Heer L i n n / e u s te fpreeken, de Grinzen der Vlinders zyn, welken in den
Zomer, en 00k raenigmaal nog in den Herfll, gevonden worden*.
In de itte Fig. dezer XXVIi'e Tab. is de Rnps in die gedaante te zion,
welke zy in haare eerfte jeugd heeft; doch in de aiii: Fig. is ze in haare volkomen
grootte afgebeeld, en in de 5JC Fig. zict men de Eieren, waaruit zy gebooren
wordt; diefchoon-geel vankoleur, en langkwerpig rond van vorm zynf.
Aan de nog jonge en kleine Rups van de ite Fig. is niets zonderlings op te
merken, dan dat ze alrede dofgroen van koleur, en over 't geheel met körte
flu-
• De Runs van deien Vlinder komt ickcrlyk jaarljks tweemaal te voorfchyn i doch men 2al
den vlinder lomtyds heel vroeg, met hec bcgin van 't Voorjaar, verder in de Zorn e r -
Maanden, en dikwyls ook nog in den Heriii zien vliegcn. Zy moet derhalve, in 't een of
ander iaar, wel driewerf ten voorfcliyn komen. De beroenide Zweedfche Heer, de Baron
Degeer, die in her Ifte Deel van zyne verhandeling, (zit de Hoogduitfche OVerzetting, lile
Deel, lile Sink, 3de Verfaandeliiig. p. 100-108.) deze Rups ook befchrceven heeft, is van
metning, dat deze en andere Dagvlindei s zo lang herom vliegcn, als het fchoone wei r van ' t
iaar duurr; dat ze zieh daarna , den Winter doof, in de reeten van de Boomen en andere dierverbergen
> om rich voor de koude te befchermenj en dat zc daarop terftond'.
oone Vooriaarsdagcn, weder uit haare behuiiing voor den dag komen. Doch
hicr'in Keeft'hy zichbuitea alle twyfel vergift. Nadcmaal ik aan verfcheiden andere Vlinders
vaargenomcn hebte, dat zy in 't open veld, als het in 't middcn van den "Winter zagt weSr
eo zonnefchyn is, dikwyls, rccts in January en Februan , uit haare Poppenhuid gelokt wor-
mag ik hier-
•t begin vai
yn, die het !
' k h i e r u i t , naar't my voorkonu^raetrecht beQuuen, dat die Vlinders welken
m 't Voorjaar, herom ziet vliegcn, gecne overwinterde, nuar veel eer
zagte Voorjaars-we^r, uit haare veets in den voorleeden Herfft geworinterdc
Poppen, hervoort heeft doen komen- Daaibencvens kan ook
icrtelde en onbclchadigde Ichnonheid van de vleugclen dier Vlindeicn genoegzaam be-
, dat die Vlinders, welken met het begin van 't Voorjaar dikwyls vliegen, gecne zulz
j n kunnen, die reeds in dcu Herfil van 't vooileeden jaar als Vlinder hcroni
zyn.
K 1 . I
t Als men deze Eieren door een vergrootglas bezichtigt , vertooncn ze zieh zeer lierlyk; zc
zyn . in de Icngte, m.ct veele ribben en voornen, doch, rondsom het Ey, met nog veelmeev
ll'de Deel, ifle Stuk. KI.EJLMAHK.
ili
I '•j'iliiK
Efi-
IsinijiSiji'