Ili ' .
I 1 1
TOM. IT. JZJ?. vm
D E R a U P S E N EH VLINDERS , 4?
heeft, bericht my verder, dat hem deze fehoone Nachtvogel aldaar raenigmaal Taj . V I I
in 't Woud vporgekomen is; doch dat hy denzelven zelden heeft können vangen; ""
om dat dit Vogeltje, ter oorzaake van zyne fiielle vlucht door boflehen en Arni- '
ken, meellal de vervolging wift te ontwyken; en dat, als hy 'er al een viag,
de vleugels of gefcheurd, of gefchaafd en bedorven waren.
S. 7.
Nu ftaat ons de derde van de boven beloofde VIinders nog te befchryven, eit
deze is
De fchoone, hrmne, met roozewood gevlakte qndervleugels
f rankende Vlinder,- voortkomende uit de met twee
oogfpiegels ver der de W y n r u p s , en behoorende (ot
de eerfie Clajfe der Nachtvogels*.
De Rups van dezen Vlipder is my reets bekend geu'orden, toen ik, in 't eerfie T i s .
Deel myner Hiflorie der Infeften, op de Tab. van de eerfte ClafTe derVni.
Nachtvlinders, de Wynrups uitgaf. Ik ontving dezelve diestyds van een Tuinman
onzer Landflreek, met bericht, dat hy ze aan een Wynftok gevonden had,
en ik gaf haar ook diergelyke Haderen tot voedzel ; dan na eenige dagen veranderde
zy, zonder een'ig Spinzel te maaken, in eene Pop; wáaruit ik echter,
dewyl ze, door aan my onbekende öorzaaken, verdroogde, geen Vlinder gekreegen
hebbe t- Op het eerfte geeicht hield ik haar voor eene der drie foorten
van Wynrup.fen, welken'jk op de gemeide IVde Tah. in 't eerfte Deel van de
eetfte Claffe der Nachtvlinders onder 't oog gebragt hebbe ; nademaal zy, de
jrootte uitgenoraen, met die van de 3<ie yig, op die Tah. zo in koleur als
maakzel, tamelyk veel overeenkomil: had. Ik zag wel, dat 'er aan haare (laartipits
eenig onderfcheid te zien was, en aan 't derde lid of ring het eerfte paar
oogfpiegels ontbrak ; maar weetende dat de ^Vynrups alle jaaren in ondericheiden
koleuren gevonden wordt, zo dacht ik, dat zulks ook ten aanzien van 't ,raaak?el
Vïçl plaats kon hebben. Dan, toen my naderhand te binnen fchoot, dat ik, in 't
der'
•Sy hcM by Unwm, in 2yn Si¡l. Nat. pag. ÎQa, fp. I2É de SpiittXi Çelerio» ea is een
-¿erOiidilea •
MiíTchien
is de Röfeljifie Jl-ups door gebrck aan Voedzel ^fgetnat, of 2,ie{c geweeft > om d^t
. by -haare Vcrandering, in ' t geheel geen Spinzel gemaakc hcqft: want, 20 als' ik uit eçn
-Brief van den Heer Baron van Buoi uit Wènen aan den Heer Kofd in dato 10 Oûober
1752, befpeurd hebbe, zo heeft deZe Heer waargenomen, dat ¿y.Ziidi by haare verandering
ingefponnen heeft. Doch ik gcloove, dat zulks alleen met weinige, en ongefcbikte draadca
jqTchicd Z4I zya,
K l e e M ANN.
S i N f ï i i i S
Jail
l i :