V O O R R E D E .
„hetgetal der Infeflen, om derzelver groote menigte, nooit bepaald
„kan worden, befpotting zou verdienen, als hybefloot, alle die gee-
„ nen, welken alleen hier te Lande gevonden worden, te befchry ven."
En in 't Voorbericht tot de Tweede ClaiTe leezen wy; „dat de
„ ondervinding hem geleerd had, dat hy nooit in ftaat zou weezen,
„ om iets v'olmaakts van de lufeften, (hoe lang het ook den Hemel
„behaagde zyn Leven te rekken,) te voorfchyn te brengen, alzo de-
„zelven tot eene ontelbaare menigte uitloopen." Ja hy maakt zichzelven
fterk, „dat '«r, alleen in zyne Landftreek, zo veelerleie foOti
t e n zyn, dat, als 'er nevens hem nog honderd andere Liefhebbers
„waren, die elk honderd jaaren leefden, en de moeite wilden neemen
",deze Schepzelen aftebeelden en te befchryven, zy het al te zamen
„niet zo verre zouden brengen, dat ze zieh konden beroenien, dei"-
„zelver menigte uitgeput te hebben."
Gy zult, genegen Leezer! den Heer RÖSEL uwe toeitemming
daarin niet können weigeren. En fchoon hy zeide, dat hy nog niet
van de Slakken, Bloedzuigers, Regenwormen en andere Water-Infeften
gefproken hebbe, en dat hy nog meer Waameemingen over
de Spinnen, Luizen, en andere voor 't bloote oog onziehtbaare
Schepzelen kon doen; zo heeft hy 'er toch bygevoegd: Als God my
Leven en Gezondheid verleent. Maar dewyl het den Allerhoogiten
•behaagd heeft, hem door den Dood in zyne verdere Waameemingen
te verhinderen, was zyn Levenseinde ook de Eindpaal van zyn beroerade
vlyt; en dit zelfs veroorzaakte , dat hy de spl«^ en 40(1=
Plaat niet eens volkomen en uitvoerig befchryven kon. Wyle de
Heer Dr. HUTH ondernam het meer dan eens, om de gegrondheid
van 's Mans gedachten, nopens de Eigenfehappen der Spinnen, door
vecl-
V O O R R E D E .
veelvuldige ontledingen derzelven, te ontdekken. Maar de zorgvuldigfte
pooging van dezen grooten Natuurkenner, geduurende twee
jaaren daar toe aangewend, was mede vruchteloos; tot dat de Befchryving
van den Heer DE REAUMUR hem eenig licht gave van 't genc
de Heer RÖSEL gezien en afgebeeld hadde. Daar benevens heeft Dr.
HUTH myn gevoelen betreffende dendraad, waarmede de Spin haare
Eieren overtrekt, en hoe zy een anderen tot haar fpinzel gebruikt,
in de befchrj'ving dezer beide laatfte Plaaten reets in opmerking gcnomen.
Ik zelve hebbe nog geene Spinne ontleed, en daarom kon ik 'er
ook niets toereikend genoeg van zeggen. Alhoewel nu de Heer RÖ-
SEL niet zo veel nagelaaten heeft, dat dit Vierde Deel de dikte van
de Drie andere Deelen hebben könne; zo heeft hy U echter zo veel
geleverd, als hem in zynen körten Levenstyd mogelyk geweeil: is.
Want in den tyd van 19 jaaren heeft hy, behalve zyn prachtig Werk
van de Vorfchen, nog meer dan 300 Konilplaaten uitgegeeven; het
welk voor een enkel Menfch, en dan nog een ziekelyk Man, geeo
geringe arbeid te noemen is.
Doch 't gene hier aan ontbreekt, heeft hy door iets anders vergoed;
nademaal hy eene tamelyke menigte. voortreflyke Afbeeldingen
van Salamanders, Kameleöns, Water-Hagediffen, enz. by voorraad
afgemaald, nagelaaten hebbe, Deze fchoone Afbeeldingen, welken
niet wyken voor die der Padden en Vorfchen, kon ik den Liefhebberen
ten eerile mededeelen, en dezelven onder 't oog der Waereld
brengen; byaldien ik ze, zonder eene volle en behoorlyke Befchry-
* 2 Ving
L