I i '
TOM. IV. STAI.XXIN.
^.J.Xi/AaX.ßc.ettxc.
"Y-'S'
1 . 1
d e h R U P S E N EN V L INDE R S . 123
kwetzen; eii aan de zydc, daar zy aan elkander zaten, waren ze eenigzins Tab.
plai, doch voor 't ovei-ige rond en fpilvormig. Vermits im deze Vlinder zyne
liieren nooit op een hoop legt, zo vindt nicn 'er 00k meer ol minder byeen,
en nieiiigmaal Hechts 10, 11, 12, 13 of 14. De nog volle Eieren by Letter
a. zyn als roodachtig Zand van koleur, zonder riinpels; en aan beide de
itainpe eiiiden met een iets roodachtig, doch donkerer, tn wat verheven pnnt
voor/.ien; wcslialve zy zieh gantfch anders vertoonen, dan ik ze op de XVll.te
Tab. in de 7JC iig. venooiid hebbe. Myn raeergenielde Begunfiiger, van
Wien ik deze Eieren ontving, had de goedheid van niy tevens te berichten,
dai ze van een onfeilbaar bevrncht VVyfje op den 17. Mai gelegd waren;
en hy voegde 'er by, dat hy gemeenlyk de jonge Rupsjes, nit diergelylie in
't Voorjaar bevriichte Eieren, 20 dagen na de ligging, liad zien uitkonien.
Dienvolgens hoopte ik dezelven insgelyks den 6. 'juny tezien; en telde derhalve
de dagen, hoe lang ik nog wachten mcell, eer myne begeerte vervuld
konde worden; doch de Rupsjes gaven my 't genoegen, dat ze twee dagen
voor myne verwachting te voorfehyn kwanien, en reets den 4. dier maand
uit de Eieren kroope'n. Myne nienwsgierigheid bragt te wege, dat ik 'er
naauwkeurig oplette; en toen zag ik hoe ze eerll het dekzel van 't Ei openfliiiten;
en dat ze deze geraaakie opening, w-anneer dezelve haar nog te naauvv of
or.gelyk was, met haar gebit zo bekwaamlyk wisten te verviydcren, dat zy'er
gemaiilyk konden uidiruipen. Zomniigcn echter icheenen 'er geene genoegzaame
bekvvaamheid toe te hebben , nademaal zy in de Eierlchale bleeven
zitten en aldaar l^orven; het welk inzondcrhtcid den gencn tebeurtviel, welken,
te diep onder de anderen liggende, danr door gedriikt wierden, en dns
geene genoeg;-aanie ruimte haddeh. Dan de anderen kroopen cerüond op de
frifche Peereboomen bladcren, als^haar gewoonlyk voedtr; en lieten de ledige
Eierfchaalen zodanig te rngge , als ze by Letter vertoond werden; die,Lett.. K
ledig zynde, zieh van buiten iets bleeker, dan voorheen, en dus Heek graauw
vertoonden. De Rupsjes waren zo haaft niet uit den Eitrdop gekonien, of
zy fcheenen terftond in grootte roe te neemen; nadien de opening van haaren
uitgang vetl te eng'icheen, dan dat 'er een Rupsje van die grootte had
kennen uickomen, of in bellooten zou gevveeli zyn. In de ifte hebbe
ik'er een by Letter c. en in de sdü Fig. een andere, in deszelfs natuurlyke ^^^^ ^
grootte en kplenr, afgebeeld. Men kan uit beider befchouwing afneemen, ¿rjg
dat ik deze »or t in myne voorige afbeelding tamelyk vWl getroffen had; eeh- m 2, '
ter waren de oranjegeele knoppen, die zo veele dwarsreien uitmaaken ,
als het Rupsje leden of ringen heeit, hier in den zwarten grond duidelyker
te zien, dan aan de gedroogde vocrwerpen, naar welken ik de eeriie afbeelding
gemaakt hebbe.
Deze jonge Rupsjes vondeu, als gezegd is, de Peereboombladeren, die ik
voo?
iir •fcl'li!
')*•'<• V i . ; ' ••itii