,, 1 , , , .
Ii,
1 3 0 V E R V O L G VAN DE B E S C H R Y V I N G
L A A T E R E E R I N N E R I N G
Wegens den hoven befchreeven grooten -en prachtigen
PAAUWENOOG-VLINDER, en deszelfs Rup.
Tab. Byde befchryving der Rupfe van dezeii VHnder, door niy zelven on^P
XXIII. kweekt, welke by my die groote niet bekomen had, op welke zy zig -rewoon"
l y k in haar Vaderland laat zien, heb ik zulks aan 'c gebrek van de vr?e lucht
toe gefchreven. Nu heb ik nog nopens den Vlinder te melden dat ik in dir
jaar 1758. uit de Poppen van deze Rupfen de Vlinders in een tamelyk aanta
bekomen hebbe; doch dac ze niet alleen omtrent ccn derde kleiner zvn dm
d i e , welken ik van mynen Begunftiger uit fFeenen ontving; maar dat ze 00k
veel donkerer 7an koleur zyn uitgevalien. Eenige van deze Vlinders hebbe ik
werklylc by my gepaard gezien, en hunne paaring heeft by de isuurenlan.'
geduurd , totoat zy eindelyk van zelven weder van elkander gefcheiden zmd
e Wy f j e s hebben daarop, ua verloop van 24 uuren, hunne Eieren eelesd en
ze^zyn door my op het zorgvuldiglle bewaard: dan, niettegcnilaande dif alles
IS ernochtans uit deze biiiten twylTel bevruchte Eieren, geen den Ruosie -e
v o o r f c h y n gekomen. Uit dit alles befluite ik, dat niet zo zeer de beilooten
L u c h t , als v « l het Klimaat zelve den wasdom dezer Infeften by my beleminerd
zal hebben». De Eieren toch, waaruit ik myne Rupfen geteeld, en die niv
uit fFeenett overgezonden waren , hadden haaren oorfprong uic een paar van de
grootfte Vlinders. Hierbenevens is nog omtrent de helft van de Poppen nivner
R u p f e n niet ontflooten, ongeagt de meeften van dezelven nog in 't leven zvn
I k vermoede derhalve, dat ze eerll in 't aanllaande voorjaar 1759 te voorfchvii
z u l l en koment , dat insgelyks wel gefchiedt, mct den fchoonen Vlinder uit de
V e n k e l r u p s , in het Eerfte Deel der Dagvlinders tweede ClaiTe befchreeven • en
^^ VVolfsmelkrups, die in het zelfde Deel van de Nachtvlinders
e e i i t e Llalie voorlsomr. t / o u diis, fchoon 'er een deel V2n het Broet dezer
I n f e f t e n m het ecrfte jaar mogte verlooren gaan, können zyn, dat het andere
t o c h tot in het tweede jaar overblyft.
De
' MiiTcMcn iou dit evcnwel p t h W zyn, alivare het dat deis Vlinder zync Eieren aan eencn
fr.fchen en in den open lacht ftaanden Boom gelegd hadde. Voor't overige wil ifc ^S™
toeftemmen, dat het Klimaat eener Landltreeke, welke tegen het Noorden van DaitfcSand
2Sdergekg°en ™ ' "" "" "
K l e e m a n n .
t Dit is ook i o gefchiedi doch heeft de Heet Röfel dit aardfche vetgenoegen niet bcleefd; ivnde
kon te vooren geilorven. De Poppen van deien grooten Paauwcnoog-Viindet lyn, i.en
ah die van de ktanete foort, in het ifte Deel, van de Nachtrtinders 2de CialTe op M . V.
afgeoeeld, gefchikt om lomtyds Biet flechts « u maat 00k wel twce Winteis over te blyven
K L E I MAHN.
I •
i i i i i i®
r , ü
^ ^ iti .