4
Niet minder heeft de zeer erviareii Dr.- Ihah menigwcrve getoond,^
welke eene achting hy voor den Heer Rofel had, zo in byzondere Gedichten,
als in het onderfchritt van zyn Portret. Doch met alleen Geleerden
, maar ook andere Dichters, gaven hiervan zo veelvuldige bewyzen
dat we te wydioopig zouden worden, wanneer we die allen wilden
bybrengen. [ In 't IIoogduitii;h komt .'er nog een en ander voorbeeld
voor dan wy achten 't niet noodig, die allen te vertolken ; te meer daar
'tzeker is, dat, gelyk vervolgens gezegd wördt,] geene anderen dan
nydigaarts en wangunftigen 's Mans Lof zogten te bezwalkcn.
Van meer aanbelang is het, hier nog te melden, dat den WQZX Köfei,
in 't iaar 1750, een voorilag uit gedaan wierd, om zyne Werken
in 't "Franfch te laaten overzetten. De Heer de Keaumur bood zieh aan,
omdeze overzetting te bevorderen; de Heer Äo/e/ zou de afgezette of
gekoleurde Plaaten overzenden; doch de Druk en Ovei'zetting zou in
Parys bezorgd worden. Maar gemerkt hy op eenmaal zo veele afgezette
Plaaten niet konde leveren, en daartoe nog eerft meer Afzetters
ainftellen en onderrichtenmocit, dat tamelyk veel tyds eifchte, zo had
zulks Seen voortgang: en eindelyk moeil dit lofwaardig ontwerp, dewyl
de daartoe beftemde Overzetter kwam te ilerven, onuitgevoerd blyven;
als te zien is in een Uittrekzel van een Brief, door den Heer de Reau-
'mur deswegen aan den Heer Profellbr ßofe gefchreeven; 't welk aldus
luidt:
"fe vous fais lien des remercimens des mtwdles feuilles de Mr. Röfel,.
auivous m'avez envoyés, je continue di" avoir regret de ce quefon Ouvrage
na pas été traduit en français, f aurais pu factbter cette traduStton, ß
elle fut prefle dans le temps ou je vous en fis la propofnion. J avais alors
m TraduSeur dont je pouvais dispofer, que je n'ai plus aupurdhtii, il efi
mort Mais fi Mr. Röfel le voulait, bien tl pourrait lui même trouver
• nn traduiteur en Allemagne, et faire une Edition en français, dont il aurait
du débit.
Dat is:
Ik ben u zeer dankbaar voor de nieuwc bladen van den Heer Röfel,
welken gy my gezonden hebt. Het fpyt my nog geduurig, dat zyn
" Werk niet in 't Franfch overgezet is. Ik zou deze Overzetting hebben
"können bevorderen, indien ze had mögen voortgaan, toen ik 'er u den
"voorflag van deed. Diestyds had ik een bekwaamen Overzetter of
Vertaaler, welke ten mynen dienfte was; dan tegenwoordig hebbe ifc
"hem niet meer, alzo hy geftorven is. Doch byaldien de Heer Röfel
"zulks echter begeerde, zou hy zelve wel een Overzetter in Duitfch-
" land können vinden, en eene Franfche Uitgave voortzetten, die zeker-
"lyk veel vertier zou hebben."
De Heer Röfel ftelde hierop wel alles in 't werk, om een bekwaamen
Overzetter te vinden ; maar'er was niemand, die het durfde onderneemen
zo dat hy 'er eindlyk geheel van afzien moeile. Niet lang daarna
wierden hem meer foortgelyke vooriiagen, zo uit Engeland als uit Holland,
gedaan; die even als de Franfche, telkens vruchteloos afliepen*.
Ta-vvyl de Heer Röfel eem onbeichryvelyke moeite had, aan de uitvoeringvan
dit Werk met de Origineele Tekeningen in Plaat te brengen,
en alles duidelyk te befchryven; moeit hy nog daarenboven eene zwaare
Briefwifleling eigenhändig waarneemen, en de voornaamfte Afzetters der
Plaaten onderwyzenf; dit noodzaakte hem eindelyk, by den aan was zyner
veelvuldige bezigheden, het Ponretfchilderen in Miniatuur geheel
aftefchaffen.
Alhoewel nu zyne geliefde Bedgenoote hem m alles naar vermögen
onderfteunde, was zulks echter niet voldoende; vermits hy na zyne
ziekte niet ten eenemaal herfteld konde worden; te minder, dewyl 'er
veele verdrietigheden en harflenbreekende voorvallen bykwamen, die
een zo fterken invloed op zyn gemoed hadden, dat ze voor zynen verderen
welftand ten hoogften nadeelig waren. Lailige Proceflen, waarin
hy zieh gewikkeld zag, hadden 'er in de eerile piaatze niet weinig deel
aan; dan dit wierd inzonderheid vergroot, door de onverwachte en
doodelyke ziekte zyner geliefde en vlytige Gemalinne; die hem, na eene
* * * * 3 half-
» Zodanige voorflagen zyn my insgelyks onlangs nog uit Piryj gedaan; en men heeft
my aangemoedigd, om de afgezette Plaaten maar over 'te zenden. Ik hebbe my ook
niet ongenegen getoond, om 'ei-j op een redelyk accoord, toe over te gaan; gelyk
gefchiedis met de tegenwoordige Uitgeevers van dit Werk in 't Nederdmtfch, welker
keurige Uitgave allen Liefhebbcren behaagt.
t Gevolglyk hebben zy misgetaft, die van gevoelen geweefl: zyn , dat wyle de Heer
Röfd alle de Plaaten van zyn Werk eigenhändig afgezet en gekoleurti zou hebben.
Van waar zou ook de goede Man zo veele banden gehaald hebben, als 'er tot het
afzetten van zo veele duizenden Plaaten noodig waren? Hy graveerde ieder Plaat,
koleurde dezelven naar 't Leven, onderwees zyne Afzetters daarin , en liet dezelven
dan onder zyn opzichc voortwerken, naar eeu'voorbceld, dat hy zelf naar het Origiueel
afgemaald had.
H I