H A A R D K E V E R VA N Z E S D E CLASSE. 1 5
T u . I.
Fis- 9.
Vermits voorts dcze Wor in, eer dat hy een Kever wordc, in eene Pop veranderen
moet, ZG begeeft hy zieh, wanneer hy op het punt is van zyne Wormhuid
a f tc leggen, dieper in de aarde Hy niaakt dan in dezelve eeii eivormig glad
verwultzei; het wclli hy, door middel van eene by zieh hebbende lymerige
voehtigheid, de behoorlylie ilevigheid geeft; eu hierin blyft hy zo lang gelaomd
l i g g e n , tot dat hy eindelyi;, de Wormhuid ai'gelegd hebbende, in de geilalte
dier Poppe verfchynt, wellier afbeelding wy in de pde Fig. zien, zo als ze zieh
o p den rüg liggende vertoont. IMen merke hier omtrent aan, dat, daar de voorheen
zeer te zamengekromde W o rm, in zyn verwulfd hol, naauwlyiis plaats vond,
de eenigzins uitgeilrekte Pop 'er nu nog plaats overig heeft. Zodanig eene Pop
is in 't begin zeer teder, en wit van kolenr; niaar ze vvordt allengskens geeler en
donkerer, ja gantfch oranjegeel; en als ze ten laatHe zo verre gekomen is, dat
z e haare wooning wel dra verlaaten zal, dan verkrygt ze eene nog donkerer en
fehooner koleur. Als Pop houdt ze den kop eu 't borillluk naar 't onderlyf
gekromd; en haare zes pooten hebben, beneveus de daar tuilehen zynde vleugelicheeden,
zodauig eene ligging, als wy iu het Tweede cn Derde Deel aau nieer
diergelyke Poppen reets vvaargenomen hebben. Dan ze heeft, boven anderen,
hierin nog iets byzonders, dat 'er, op haar haliTchild, en beide de oogen, eenige
enkele hairtjes gezien worden; en dat het achterfte kleine lid, aau 't einde, met
een paar binnenwaarts gekromde fpitzen voorzien is; door middel van welken zy
zieh nu en dan in haare legerllede omkeert; daarbenevens geeft zy, aangeraakt
•wordende, door eene diergelyke beweeging haare gevoeligheid te kennen. Wanneer
de tyd nadert, dat ze als Kever veriehynen zal, dan beginnen alle de deelen>
welkeu aan den Kever zvvart zyn, eeril bruinrood te worden; terwyl de overigen
nog geel blyven. Aangezien dcze Pop wyders die hoedanigheid heeft, dat ze
haare huid niet geheel, eu op eeuraaal te gelyk, maar by ftukken eu brokkeu
aflegt; zo hebbe ik dit Dier raenigmaal, nog in de aarde, reets als een volmaakten
Kever gevonden; die echter zyne behoorelyke koleur nog niet volkouien gekreegcn
had; eu aan welke nog een gedeelte der Poppenhuid hing; doch als hy
z o verre gekomen is, heeft hy flechts weinige uuren noodig, om volmaakt te
verfchynen. Over 't algemeen verändert de Pop binnen drie weekeu in een Kev
e r ; en de volwaffen Kever blyft niet lang meer onder de aarde, niaar komt iu
de open lucht en vliegt weg,- ten wäre het reets laat in den Herffl was,' wanneer
hy de aaukomft der Lente onder de aarde vcrwaeht.
T e r w y l ik in den Zoraer des jaars 1755 verfeheideu Eroedzels van dezeKevers,
iu Glazen, tot aan hunne volkouienheid opkweekte, hebbe ik 'er het volgende
h y opgemerkt. i. Wauneer zy, na erlaugde volkomen Kevergeftalte, nit de aarde
te voorfchyn kwamen , modi ik de vporzichtigheld gebruikeu, van 't Glas,
waariu
waarin zv zieh bevonden, wel toe te dekken; anders zag ik ze, zo gezwiud en T^s. 1.
ouvoorziens als eene Vlieg, wechvliegeu. 2. Dewyl ik 'er dikwyls meer dan
twintiff in ééu glas had, die de een voor en de ander na uitkwamen, zo was my
dan o 5 t de renk, by 't openen vau de glazeu, veel ouverdraagelyker, dan wanneer
ik 'er flechts twee in had. 3. Ook dirrfde ik 'er niet lang veel by elkauder
laaten- bemerkt zy, waarfchynlyk nit hougcr, op elkander aauvielen eu elkauder
verteerden; zo dat ik 'er naauwlyks twee van over hielde, en van de anderen
niets dau ftukken en brokke voude.
N u zal ik overgaau om, volgens voorige belofte, ook iets te melden van die
Luizen, met welken onze Kever, kort voor zynen dood, zo llerk bezet is, en
daar hy'zo geweidig door geplaagd wordt. In den eerflen opflag zou men deze
Luizeu voor kleine Spinnen aanzien; maar ze zyn wezeulyk niets anders dan eene
IbortvauMyteu*. Ze hebben, 'tiswaar, even als de Spinnen, acht pooten;
dan dezelven zitteu niet, gelyk by de Spinnen, aan 't voorlyf; maar hebben
onder het dikke en verheven lyf der My t e , zo als by andere Myten, hunne inleding;
ook fpinneu zy geene draadeu. In de io<i= eu Iiis fig. zieu wy iwse Fig. i..
dezer Myten of Luizen, die o o k , met hunne Oraujegeele koletu-, veel overeen-"'
koinft met de Spinnen hebben, by vergrooting afgebeeld. Ik houde dezelven
voor eenerleie foort met die genen, welkeu mcu veeltyds, en inzonderheid iu 't
vooriaar, menigviildig aan de weder uit de aarde komende Hommelen en Paardevliegeu
ontdekt. Het voorlle en achterfte paar pooten dezer Luizen is veel langer,
dan de anderen tuflcheu beide zitteude paaren. Alle zyn ze uit veele ledeu te
zamen gelleid; eu hier eu daar, tot aau 't laatlle dünne deel van den poot, met
enkele hairtjes bezet; hoedanige hairtjes mede aan 't eivormig lyf, en aan twee
vau de vier kopfpitzeu belpeiird worden. Deze met zodanige hairtjes bezette
fpitzen, zynde eigenlyk de Sprieten, hebben ook verfcheiden gewrichteu; en
zyn langer dan de beide andere daar tuflchen llaande vreetpunten; die wederom
daarentegeullyver zyn,. enfpitzer Valien, als in de I lds Fig. te zien is, alwaarir,^. u.
ze nog meer vergroot, dan in de n i e Fig. afgebeeld zyn. Aan de laatfte en
dunlle deeleu der Pooten, die eigenlyk den voet uitmaaken, hebben deze Myten
geene klaauweu; maar 'er fchynen ronde knopjes aau dezelven te zitteu. Dan,
wanneer dit deel nog meer vergroot wordt, gelyk in de iS'J'i, en Isi^Fig. Fig. 13.
gefchied is, zo vertoont het genoegzaam een hoekagtigeu kelk , als Fig. 13; He» 15.
wanneer het Infcft den voet op eene vlakte nederzet, dan wordt het veel breeder,
als Fig. 14; en wanneer het denzelven iutrekt, verkrygt dit deel de gedaaute
v a u i ' k 15. Vermits nu deze Myten of Luizen van tweecrleie geOacht zyn,
z o
• In 't Syfl. Nat. van Limeas worden lc Acarm CokoftraUnm genocmd, pag. 1026. fp. 5?.
In 't Hollandich legt meu de Kever-Mp of Miitie,
C s K L E E Ä I A N N ,