2 I 8 N A B E R I C H
N A B E R I C H T
V A N D E
NEDERDUITSCHE UITGEEVERS.
AL.I zo de Hoogduitfche Regifters, op ieder Deel van die Werl; van den Heer
R ö s e l , op verre na niet volledig ingericht zyn, zo is menf al van den beginne der
Nederduitfche Uitgave, bedacht geweell op het zanienliellen van een algemeen voldoenend
Regiiler ovet het geheele Werli. Dan, daar 'er byzondere reden waren, om
met het vervaardigen van het zelve te wachten, tot dat dit Sink van het Vierde Deel bykans
voltooid wäre, zo zyn we niet in (laat, om het zelve nu terffondafte geeven.
Egter kunnen wy den Beguniligeren van dit Werk berichten, dat het Regilter in gefchrifte
reeds in orde zy, en ecrildaags ter Drukperfe gebragt zal worden; des men
Valien Ilaat op deszelfs voortzetting könne maakcn; en de Heeren, die dit Werk met
liunne Intekening hebben gelieven te verceren, gerufl mögen verwachten, dat het hun,
zo fpoedig als 't mogelyk zy, volgens de beloüe, by de Intekening gedaan, ter hand
gelleld zal worden.
Intuflchen zullen we voortgaan met de afgifte Aet Byvoegzelen van den Heer Kl e e -
mann, op welken zieh die Heer, in zyne aantekeningen op dit Werk van zynen hooggeachtcn
Schoonvader, menigwerfberoept, en waarvan hy in de Voorreden voor dit
Stwk gewag niaakt; ora dus deze Natuurlyke Hiflorie der InfeSien, overeenkonillig
met het geen by de Intekening voorgeteld is, te vollediger te maaken; door ook die
Vermlg van ds Natuurlyke Hißorie der Infeäen^ in 't Nederduitfch, te voorfchyn te
doen komen. Men kan uit het geen hier en daar in de aantekeningen, nopens deze
Byvoegzels-, gemeld is, ten overvloede afneemen, ¿¡¡r. ¿n fervolg, in verfcheiden opzichten,
wezcnlyk ter nadere ophelderinge van veelvnldige daarin aangeduide byzonderheden
ilrekt. En men mag zieh verzekcrd houden, dat de Nederduitfche uitgave van
dit Vervolg^ zo ten aanzien van de Piaaten als van den Lettcrdruk, met geen minder
oplettendheid en naauwkeurigheid zal gefchieden, dan die, welke wy, tot algemeen
genoegen der Liefhebberen, in de afgifte van het Werk zelve, in acht genomen
hebben.
Op dit Fervolg van den Heer K l e e mann, even gelyk op de Natuurlyke Hißorie
der InfeSen van den Heer R ö s e l zelve, flaat ook de Tydwyzer der Rupfen, welken
wy, in den jaare 1779, in 't Nederduitfch gemeen gemaakt hebben. In dit Gpfchrifc,
opgeileld door den Heer Ma d e r , en ten gevalle der Liefhebberen in't lichtgegeeven
door den Heer K l e e m a n n , vindt men eene maandlykfche aanwyzing van den tyd der
verfchyninge der Rupfen, door de Heeren R ö s e l en K l e e m a n n befchreeven, met
eene opgave van het Voedzel, waarop ze gewoonlyk aazen. En gemerkt men, by de
gemecne bcnaamingen der Infeiten, hier ook gevoegd heeft, de vreemde naamen,
welken de Heer L i n n ì e u s , in zyn InfeEien-Syßema^^^n dezelven toeeigent,zo heefc
men, in deze Nederduitfche uitgave, mede geplaatft eene Aiphabetifche Naamlyil: der
Planten, volgens het Samendel van den Heer L i n n ì e u s , in dezen Tydwyzer gemeld;
waardoor men met eenen opflagkan zien, onder welke benaaraing deze Planten in dat Samenftelbekend
fiaan. Den Liefhebberen der Natuurlyke Hiftorie, die veelal het geachte Samenllel
van den Heer L i n n ; e u s in 't 00g houden, komt deze byzondere melding dier
betiaamingen, in 't eene en 't andere geval, grootlyks te (lade. Voorts heeft men dit
Stukje, op ilevig Schryfpapier, in groot odiavo, gedrukt; waardoor het des te beter,
onverhindcrd, in de zak gedraagen, en, by vereifchte omllandigheden, met nietiwe
ontdekkingen, door de fchryfpen, aangevuld kan worden. Wy hebben met deze inrichting
beoogd, denzulken vooral dienll te doen, die zieh op het nafpooren, opkweeken
en verzamelen der Rupfen en Vlinders toeleggen, voor welken dit Gefchrift, by
uitilek, alleszins nuttig is; terwyl het tevens, door deszelfs geheelen inhoud, van een
algemeenen dienil is, voor hun, die deze befchryving en af beelding der Infeften van
de
m