-i
•Ii!
i i o V E R V O L G VA« DE B E S C H R Y V I N G
§• 15-
TAB To t dus verre de u l twendige deelen der Spinne b e f chouwd b ebbende , was ik zeer
x x x v i i l . begeerig, oin ins^elyks haare inwendige gelleltenis te onderzoelien; inzonderlieid
d e w y l de nieuwsiji-riglieid niy porde, om te w e e t en, in welkeengcdeel t e van 'c
l y f l i e t i a p , ofde vucticigheld, fcliuilt, waar uic de draaden eigenlyk beliann.
D o c h myne eerlle proeve deed byna myne hoop verdwynen, dat die onderzoek
g e l u l i k e n zou. In hct Borlllluk, in 'i wei t e waarfchynlyk de IVLiag der Spinne
h u s v ; ; l i , hcbhe,ik ondanks alle aangewende pooging, nie» können vindtn; en
a i i l k h e t achterlyf opende, oncdekie ik aanvangklyk niet anders dan Eieren;
o v e i m i i s ik tot myne onderzoeking niet anders dan Wyfjes gebruiken kon; als
zynde nooic een Mannetje nragtig geworden. Deze Eieren waren omgeevenmet
« e n i l y m i b y d e optning van' i iyf , drongcn zy terftond gedeel telyk uit de oper.ing,
maar gedeeltelyk bleeven ze a m de inwendige vlakie vaft z i t ien; en dcze laatllen
t o n ik, uit hoofde van het flym, waar door ze vall gehouden witrden, ni t los
m a a k e n , zonder andere deelen te kwetzen of te fcheuren. Ondertufichen maakte
wederwaarJigheid niy echter niet nioedeloos; myne nieuwsgierigheid drong
t t i y , om tebeproeven,Ol ikniet betcrinmynvoürneeracnnangenzou,wanncerik
d e Spin, voör de ppening, in ziedend water wierpe. Zulkszou, naar myne
g o d a c h t e n , de deelen niogelyk harder maaken, en my gelegenheid geeven, ora
z e beter te können onderfcheiden. De eerfte proefneeming mislukte; toen ik
d e Spin in 't ziedend water geworpen, en ze eeji weinig le Tan^ daarin gelaaten
h i d , was ze bedorven. Hier op nam ik eene andere; ik wierp dezelve, na
dat ik het water van 't vimr afgcnoraen had,toen hetbygevolg niet meer kookte,
in 't water, en nam ze 'er fpoedig weder uit. liier door nij won ik zo veel,
dat de Eieren, by 't openen der Sp:nne, 'er nie.t teriiond uitvielen, maar zo vall
aan elkander zaten, dat ik'erdehuidof lchi l i e des acfcerlyfiivanafzoiider^okonde.
TAB Toenhadden de Eieren, te zamen gcpakt.het aanzien van onzeiHe Fig ofTah.
XXXIX. X X X I X ; dooi't midden van dezelven loopt hitr een gootje of kanaal, dat niet
i ' i i - anders d.in de Aarsdarm is. Daarop nain ik ze uit de nog overige deelen van 't
i t c h i e r l y f ; in welken zy lagen: en toen venoonde zieh het achterlyf in de gej
. daante van de i-te Flg. welke ik in de 4 Je l'ig. by vergrooting afgobeeld hebbe.
m In deze 4de Fig. zien wy het achterlyf der Spinne op zoclioig eene wyze geop
e n d , dat het bovendeel der Ichale, in 't midden, by Leuer a. geheel gelaaten,
c n 't overige ter zyden alleen weggenonien zy. Men ontdekt in deze Afbeeld
i n g , behalve de deelen, die de 2J- Fig. vertoont, vooraan, alwaar het Borft-
(liik aan' t lyf vall: z i t , bovenwaans, eene foort van middelfchot, Letter b. Nu
Tig. 4. zullen wy de deelen, die, vulgens deze 4tle Fig. op de ondervlakte liggen,
Lat. t. wat nader befchouwen.
§ . 16.
T i « - In dcze Fig. zien wy den Aars-of Endeldarm a. h. welke in de iftc Fig.
dezer Tab. over de Eieren hecn ILt; en die, geljk wy op Ttik XXXVIU.
Ii!