' 'A: I
L ' I '
TAI. II Van de uitneemend fchoone Nachtviinders, diergelyken Juflroiiw Merìan
" ' I"- onder haare Surinaamfche Infeaen vertoont, en die in gellalte met onze Nachtviinders
overeenkomen, gelyk uit myn Werk te zien is, kan ik'er tot heden geen
één aanwyzen,die tot de cerile Claflè zou beliooren, maar wel een uit de tweede
ClalTe. Van de derde is 'er my ook nog geen bekend, en van de vierde is 'et
my insgelyks geen onder 'c oog gekomen. De volgende drie Vlinders, welken
o p de II. Tal?, afgebeeld gevonden worden, zyn alien Dagvlinders; t n die,
welke in de I Ile Fig. afgebeeld is, behoort tot derzelver eerfle ClalTe ; vfaarom
ik hem noeme
Den Oranje-geelen Indtaanfchm DAGVUNDER, der
eerfte CloJJe, met donker - bruìne ftreepen.
4-
TAE. II. Dezelve heeft op liet lyf, en op de bovenzyde der vleugelen, eene, hoewej
^'S- niet zeer gloeiende, Oranje - geele koleur. Hierby echter maakt hy, met de daar
o p zynde donker bruine ftreepen en vercierfelen, benevens de dubbele rei gebroken
getande vlakken, waarmede de uiterfte gepunte ratid der ondervlengelen
bezoomd is, eene byzondere en hem eigen vertoonìng. * Aan de onderzyde is
deze Vlinder in zo verre anders van gedaante, dat niet alleen de grondverwe en
de ftreepen iets bleeker, maar ook eenigzins anders van beloop zyn: doch deze
verandering is van zoweinig belang, dat ik hctniet noodig geoordeeld hebbe, dien
Vlinder ook omgekeerd af te beeiden. Hieraan volgt in Fig. a.
Pc
* In 't groote Werk van Kìmr, Dilicia Nat. Selcia ^c. TOM. I. Tab. C. 3. Fig. 6. is 'ereen
iets kleiner van deze aanzienlyke Vlinders afgebeeldj dan dezelve hecft, in den donkerbruinen
rand der onderyleugelen, geene verdubbelde, maar Hechts eene enkelvoudige rei gebroken
getande vlakken. MilTchien is 't origineel van Knorr een Mannetje en dit van Rofel een Wyf je.
Detc Dagvlinder van de Eerfte ClaiTe komt voor 't overige, even als de beide volgende van de
Tweede Claflè, naby diefoorten, welken fmalle en lange vleugels hebben. Linnaus noemt
ijcm in Syjì. Nat. pag. 780. fp. 180. ^ap. N^iflpb. Pbamfa. De Ooß-weß.
K L £ E M A N N.
De ongemeen fchoone Indiaanfche DAGVLINDER, met
hoogroode en groene vlakken in den donker en grond^.
S- 5-
Verniits deze, wegens zyne koleuren, zo voortreffelyke Vlinder, geenepooten T,io. li.
meer had, kan ik niet volkomen vaftftellen, of hy tot de eerfte dan tot de tweede f 'ä-'
Claife behoore; ondertulTchen komt het my voor, dat hy eer onder de cerile
dan onder de laarfte te plaatzen zy. Dezelve heeft over 't geheel eene zeer donkere,
en bykans meer zwarte, dan bruine grondverwe; waardoor de roode cn
groene vlakken, van de bovenzyde der vier vleugelen, een des te fehooner luifter
erlangen. leder der bovenvleugelen heeft flechts eene enkele helder groene Schildvlak,
en in ieder ondervleugel, die fcherp uitgepunt is, vertoont zieh eene zeer
zonderling gevormeerde, fchoone, hoog Karmynroode vlak, die beiden in 'c
midden gezien worden, en genoegzaam het meerendeel des vleugels beflaan.
Betreffende nu de gedaante dezer vlakken, ik kan dezclven niet beter dan by een
Beetenklaauw vergelyken ; waar van de vier deelen, welken dan de toonen vcrbeelden,
van vooren bleek of helderrood, vervolgens hoog Karmynrood, en
eindelyk naaft de voetzool, de hiel en den vyfden of zogenaamden achterklaauw
zig gantfch donker voordoen. Het lyf van den Vlinder is insgelyks met ettelyke
fchoone Karmynroode vlakken vereierd. De twee grootften • derzelven zitten
achter de bruine oogen aan de zyden van den hals; en de overigen vertoonen
zieh aan de zyden van 't achterlyf, aan ieder lid, in twee reien. Op de ondervlakte
is deze Vlinder zo fraai niet ; naderaaal de groene vlakken aldaar in 'tgeheel
niet te zien zyn; en van de rooden niets anders dan de toonvormige punten,
welken eene roozenroode koleur hebben. Nu volgt 'er
Een
* De Hecr Cramer heeft op de XXIXle Tab. Fis, C. D. E. en F. cttclyke diergclyke Fluweeliwarte
met roode vlakken vercierde Dagvlinders van de tweede Claffe onder 't ooB aebraat •
van welken hy 'er 3 voor Wyfjes verklaart; maar ge-n van die allen komt met denfolnihen'
welke grooter is, en ook een Wyf je fchynt te lyn. volkomen overeen. "Er mocten bygevolg
nog meer foorten van diergelyke Iwangevleugclde en rood gevlakte Dagvlinder! weezen,
l o ak die van Cramer zym ik hebbe "er ook reets werkiyk, behalve den RofelCchen. no»
een diergelyken van die grootte gezien, welken laenukSlirimme, alwaar ook die ym Crame?
t hnis hoorenr ontvangen hadi cn waarfchynlyk is die van Rçfel mede in Suriname te vinden.
In de XlLte Eiit. van Limms Nat. Syjl. pag. 747. fp. 64. wordi deze Vlinder Eenoemd
Aeaeai. De Gmenvlak. De Beercnpoùt.
KLEEHANN;
' s