DEa R Ö P S E N EN V L I N D E R S. 2 1 3
TOM.IV. Tah.XL.
ft
f p i n z d niec op gelyke wyze, als dat der Zyworracn behandcld konde worden. T».,
Die gelukte hem 00k, in zo verre, dat by een paar Koiifeii en een paar Hand- - - •
fchoenen welken hy van dit fpinzel had laaten vervaardigen, aan de Koningl.
Jcademie der Weetenicliappen te Parys, vertoonde. De Leden der ykadenns
befchouwden deze Uitvinding niet alleen niet vermaak; maar benoemden 00k
terllond twee hunner Medeleden, om dezelve naauwkcurig na ce fpooren. Een
van de daar toe bepaalde Onderzoekers was de Heer REAUMUR; en dezelve
wasvan oovdeel, dar hy by die onderzoeking voornaanilyk had gade te flaan,
o p b o e d a n i g cene wyze de Spinnen gevoed en opgekweekt raoeften worden;
en o fde van dat fpinzel vervaardigde Zyde wel zo gocdkoop, als die der Zyw
o t m e n , zou können gclevcrd worden; alsniede of zuli;s, Indien zy duurder
w ä r e , door eenig ander voordeel te vergoeden was. Maar hy vond zeer veele
z w a a r i - h e d e n , die hy in zyne Memorie van 't jaar 1750 aan de Acaiemie te
kennen gaf. Wilde raen, zogt hy, de Spinnen met Muggen vocden, zo zouden
mo'elyk alle de Muggen van Vrankryk niet in llaat zyn, om zo veele Spinnen
te verzadigen, dat men "er Hechts een weinig Zyde van kreege; en om ze
met andere Inleden te voeden, zou even zo veele zwaarigheden in hebben. Hy
will wel dat de Spinnen 00k zeer grcetig zyn, naar de ichachten der vederen of
pennen van Gevogeke, als ze nüg week zyn; maar 't was heni 00k niet onbekend,
dat de jonge Spinnenelkander aanvallen en opeeten; en dat ze bygevolg,
indien raen dezelven wilde kweeken, elk afzoiidcrlyk geplaattt en gevoed moellen
worden, 't welk, zonder groote zwaarigheden , niet gefchieden kondc.
Men had wyders, byaldien nien van de Spinnen veel Zyde wilde Winnen, een
o-root aantal van Spinnen nooaig, die men van 'i Ei af moell opkweeken; maar
het zou bezwaarlyk Valien, om zo veele liieren magtig te worden. Hierby
komt nog, dat de Zyde van de Spinnen niet zo fyn en glansryk is, als die der
Zyu'ormen: en eindelyk dat 6 maal honderd 63 duizend 522 Spinnen naaawly'ks
een pond Zyde zouden uitleveren. Dit alles is ongctwySeld de oorzaak
gewcelt, dat de Uitvinding van den Heer BON geen gevolgen gehad heeft.
§• ip.
Wanneer de jonge Spinnen uit de Eieren körnen, hebben ze niet ten eerfte
de gedaante en de koleur der Moederfpinne' ',- deze verkrvgen ze eerll, na he:
roeermaals veranderen van huid, dat haar, gelyk anderen Inleften, eigen is. Zo
dra zy uit het Ei komen, of gebooren worden, beginnen zy telpinnen; en
maaken in 't eerfi een verward of onregalmaatig Weefzel, zo als hier in de ile
pig,. van Tah. XL. te zien is. Aanvangklyk groeien ze, zonder eenig voedzel ^A , .
"me Deel, iße Stuk. Ee te XL.
• Van äe mcuiier op welke ly uit de Eieren voor den dag komen,en hoe ze'erals Jan eigenlyk
uitaien, zal ik in de voortzetting myner B^voegzeleit nogeene vergrootende afbeclding me^
dedeelen. K L E E M A K K.
1 Iii
1!
i j 1 r
. 1 ;