li
108. V E R V O L G VAN DE B E S C H R Y V I N G
TAJ. De Heer de R E A UMU R , weder, gewaagt van zes deelen aan dozen Spinneii-
X X X V I I w r a t : want hy fchryft in de Memorien van de Jcademie der Weetenfchappen
van 'tjaar i j l o . pag. 523. aldus. "De Spinnen, waarvan hier gefprokea
„ w o r d t , hebben zes wratjes of tepeltjes; van wellion er vier zeer zichtbaar,
, doch de andere cwce niet 7.0 duidelyk te zien zyn,- en nien zai ze, zonder be-
, ' h u l p v a n e c n Vergrootglas, niet ligc ontdekken-' ; en in de Memorien van 'c
iaar 1713. zegt liy'insgelyks, fag. 283. "Kort aan 't aclitereinde der Spinnen
„ z i t t e n zes wratjes". Uit dcze aangehaaide piaatzen blykt nu zonncklaar, dac
d e gevoelens, raakende dezen Spinnen-wrat,. zcer verfchillende zyn; en dat 'er
niemand, met bet gene ik 'er van ontdekt en bdehreeveii bebbe, meer overeenk
o m t , dandeHeerLEEUWENHOEK. Hy zegt nsamlyk, dat deze Spinnenwrat
uit vyf onderfcheiden deelen bellaat; en ik hebbe 'er ook zo veele aan
w a a r g e n o m e n , gelyk ze in de voorgemelde iftp Fig. van Tab. XXXVll. dind
e l y k in 't 00g vallen. Zy liggen ordenlyker wyze zodanig ce zamen geClooten
aan elkander, dat ze eene Iborc van Kegel forraeeren; welks grondvlakte een
v e e l l a n g e r middellyn heeft, dan eene loodrecbte lyn van de fpitzen dezer Keg
e l s , op de grondvlakte geloopen, hebben zoti. , Wanneer men den btiik der
Spinne drukt, gaan dcze vyf deelen uit elkander; en dan verfchynen tufTchen
d e z e l v e n twee, byna hartvormige, wrataebtigc deeltjes, benevens twee langk-
T u ,
XXXVII
« Í . I.
T „ werpige, en als eene f . gekromde deelen. Die alles is in de ö^te van Tab.
j x x v i i i . XXXVl ü . te zien; welke den Spinnen-wrat voorftelt, zoo als die zig vertoont
Fig. 6. . . , , ,
wanneer de buik'der Spinne iets harder gedrukt wordt. De vyf deelen zyn
Lm. .
met de Letteren a. b c. d- e. getekend. Ze zyn van buiten met veele hauen
iTd'e en borftels bezet , en binnenwaarts ontdekt men veele punten op dezelven. Uit
• • ' • dere punten nu körnen, als de Spin draadcn wil roaaken, zodanige fp.nzelpypjes
voort, als 'er in de van de laatftgenoemde Tab afgebeeld Haan.
T w e e deelen van dezen Spinnen - w r a t , naaralyk b. en d. in Fig. 6. zyn aan
hun einde met een liaak voorzien , waar van ik echter het nut met weete aan te
w y z e n ; en de achterfte c. hecft een gaatje, 't welk de opening van den Aarsdarm
• o f de uitgang van den drek is. De hartvormige lichaamen en de als
e e n e i gekromde deelen zyn van de anderen, door eene roodachtigbruine ko-
D e yJe Fin. van gemelde Tab. vcrtoont ons tuen
ns- 4-
i;<r. 6.
Lm. b.
cn d.
/.ÍÍÍ. c.
7 leur , 'ge1 ieel onderfcheiden. D e / J e v a n genielde .
• zelfden Spinnen-wrat, doch meer geflooten; nademaal haare vyf deelen a. b.
h c i ê ' f . c d e. f. hier flegts eenigzins van elkander «aan; invoege dat het eene rood-
• ' bruine lichaani tuÒchen dezelven te zien zy; terwyl het ander, t wel k in de
gde Fis tufTchen de twee deelen a. en e. rtaat, zieh hier by / vertoont; het
z i e t ' e r n u zo roodbruin niet uit, doordien het, eenigzins ingetoogcn zynde,
zyne buitenlle vlakte vertoont. De Heer LEEUWENHOEK, van dezen Spinnen
- wrat fpreekende , zegt, dat'er "uit het naar boven m t midden liggende
deel geen draad komt, maar wel uit de vier anderen.; en dat, als deze van
" elkander afgezondcrd worden, men .tuffchen dezelven in 't midden vier andere
" k l e i n e werfiuiglyke deelen ziet, waaruit insgelyks veele tedere draadcn voortkomen
" Of by im daar door de vier van my aangetoonde roodbrume deelen
T o m W . T a h . X X X V I I I .