
,1 I
11 IS ’'
m V
i
Í ll
ge jaaren, den fchoonen te velde itaaudeii
O o g s t , zo geweldig, dat. men eenige Jia*
geiiieenen , den derden dag daarna., noch
ongeünolten vondt; zo hoog hadden ze op
elis'ander gelegen. E n , in den jaare 1767 ,
teisterde eene ’ andere Bui de gemelde
Stad en de omleggende Dorpen zo deerlyk ,
dat de fchaade der laatften onder eede op-
gegeeven , meer dan twee./ tonnen gouds be-
droeg. In den Zomer van ’ t jaar, 1776 heeft
dezelfde M e y e r y , en het Graaffchap Zut-
phen, ook op nieuw in het jaar 1778; ge-
voelige flagen daarvan gehad. Van jpeer an*'
d-ere overzwaare Hagelbuien heb ik in myn
leven weinig gehoord.-
V . Waartoe dient deeze opgaaf?
A. Ten vertopge, dat de Elagel niet. over*
äl in ons Land even zwamr fchynt te vallen
, en dus millioenen Koornvelden aftyd
onbezeerd blyven ; dat zelfs de overzwaa-
,re zeldzaam i s ; dat dq zorgyuldige Schep-
-per dien meest in ftreeken dost vallen,
,'waar dezelve minder fchaade, doet ; en ein-
fle ly k , dat w'y er uit leeren, flat .de' A 1--
magtige onze Graanen , van het oogenblik
der zaaijinge to t het pur .der inzamelinge,
bewaaren- moet.
. V. Deeze les Is nuttig ! Leidt my tot eea
.ander zagter V erfchyn fei, zo- gy ■ noch niet
.ten einde gekomen zyt'.
i . Laat-
A. Laat ons dan den n e v e l , eene uit*
waasfeming der Aarde , verkiezen, die zieh ,
by heldere Voorjaars dagen , o f by warme
heldere zomerfche tyden , v e rto on t, als een
witte Damp , aainig over de velden gol-
Vende, die , by het daalen der Zon , de gedaante
van eene vuurige W olk aanneemt,
o f zieh vereenigt met den Daauw.
V. Is die Damp geen Mist ?
A. Neen ! De m i s t , zo hy niet fomtyds
eene laag hangende W o lk i s , o f er van
verzeld gaat , wordt gebooren uit warme
opgaande Dampen, daarna door de koude
verdikt , kunnende door de zwaarte , o f
door gebrek van Wind niet opklimmen tot
de Wolken , en daarom in den Herfst enJn
de Lente meest zigtbaar , niet fchaadelyk
op Z e e , waar hy niet ftinkt; doch wel op
het Land , daar h y , wegens de verfchillende
onreine uitwaasfemingen ,1 waaruit hy
beftaat, ongezond is , waarom g y hem altyd
myden moet.
V . Nevel en Mist doen dus niet dan nft-
deel. . '
A. Dit zeg ik n ie t ! De Schepper heeft
g e zo rg d , dat- w y den fchaadelyken vo o f
onze gezondheid, van den fchaadeloozen,
uit den ftank zouden leeren kennen, om
ons voor den eerften te hoeden. Wat is
weldaadiger f Anders doen z y beiden dezelD
L d e e l . h ÖÖ
-fr r
r . -, / f k
/ /■ 1 , - 1
p - ; j . - p
i ;