
S8 R E G E N .
Ib î
m
f m ::L
•i i
V. De Regen moet or, s dan behaagen |
maar ik wensch nimmer Bloedregens te zien.
A. ’ t Is waar, dat men voorheen , in eenige
Steden onzes Vaderlands, by voorbeeld,
in Leiden en in ’s Haage, in het jaar 1670 ,
het Water der Gragten bloedrood gezien
heeft ; doch de Regen was ’er geen oorzaak
van maar eenige millioeneri roode Infedten
gaven aan hetzelve die Koleur. Men heeft
eens te Oldebroek, een Dorp op de Veluwe
, Garnaaten zien regenen ; doch daarin
hadt de Regen ook geen deel : zy waren,
door eene H o p s , uit de Zuiderzee opgeno-
men, die ze, daar liet vallen. Vóór veele
jaaren viel er , met den Regen , eene Haai
tusfchen de Kappen der Groote Kerk te Zut-]
phen : eçne H qqs hadt ze uit de Zee over-
gebragt. Deeze voorbeelden deele ik U me.?
d e , op dat gy U vobr ’ t bygeloof moogt
hoeden, wanneer gy iets dergelyks in het
ve rvolg mogt z ieh .’ .■
'V . Welke zyn de oorzaaken van den Re-
gen ? ' . .
A. Ik heb U reeds gpzegd, H e tte , Kou-
de , en Winden , vooral Zeewinden : waar-
pm onze West- en Zuidweste Winden,
ïyaaiende uit den Oçeaan, en körnende over
de wyde monden van de Schelde en de
M a a s , derzelver Dampen opëçn pakken,
lieçwaards. aaavoei-en;;^ en ^us onze, yporaaam
R E G E N . 89
paamfte Regenwinden worden. Men kan
hierby voegen, dat de Regen ook veelvuL
diger iß , daar groote Gebouwen en hooge
Boomen zyn , dan op de vlakten ; gelyk ik
ü zo even te kennen gaf.
V. Hoe kan Koude en Hette Regen vei>
oorzaaken ?
A. Gy hebt van my geleerd , dat de
Straalen der Z o n , op de Aarde ftuitende,
omgeboogen en afgekaatst worden. Door
deeze verwarming der Aarde en door deeze
terug körnende Straalen , begrypt g y ligte-
l y k , moet het onderfte Luchtgewest zeer
verwarmd worden. Het beneden Luchtgew
e s t, altoos de hoogere koude Luchtftreek
onderfteunende, zo lang het evenwigt
b l y f t , daardoor nu warm geworden , en
door die warmte uitgezet en ligter gem.aakt
z y n d e , zo kan ' dat evenwigt niet langer
duuren : hierom zinkt dan een zwaar bo-
vendeel van Lucht en Dampen naar beneden
, en door de van boven körnende kou-,
de ftollen dus die Dampen. Hierdoor worden
Sneeuw, H ag el, Ys , en zwaare Winden
na eene groote hette gebooren, welke
W inden, uit een koel Gewest körnende,
ftaarom altyd koud zyn. .En gaat er dan
eene koude Lupht door ons warm G ew e s t;
dan verdikt z y ook de daarin zweevende
Dampen , en vormt öus al raepr zwaarer
" ' F i W o i-
H'i