II'
dere woeste , driften , die het gemoed met
geftadige kwellingen v e rvu llen ,, aantreifen.
■De. Ziel , die het oog op . de Werken , van
Jiaaren God : houdt , - fchynt meer naby
■haaren Schepper te z y n , in wiens tegen»
•■ woordigheid waarlyk .. alle zaligheid , gel&>
■gen is.
V . Duldt noch ééne tegenbedenking !
A . Welke wilt g y , dat ik.. hpqren zgl ?
, V . Ik v re e z e , dat die yermaaken-,',gelyk
■alle anderen , . in het genot eerst groot..,
daarna, fpoedig. zullen Verminderen, en ein?
delyk eens geheel ophouden., : .
, • A. Dugt zullte, verflaauwingen niet ! D e
Schepper fchynt zorgvuldig geweest te z y n ,
ora telkens die vermaaken en , vrolykheden
in. onzen geest te voeden , en .beilendig. te
onderhouden. De Schoonheid en de Vol-
ptaaktheid zyner Werken zyn zodanig
groot , dat w y een ilreelend vermaak vin-
den .j: .zelfs : in . de :Befchouwing van Boomen
, van. Weiden en van Wildernisfen ,
waarin men anders waanen ,z o u , dat het-
zelve. niet ..te vinden zou zyn,
^ V . Die dingen fchynen. ook weinig be*
kwaamheid te . bezitten ,, :.om. ons te ver?
maaken.
A. Ik erken het ! Myn gez.egde is egtet
ten vollen waaragtig. , Ik vinde toch meer
genoegen in dezqlven ,, dan. een, ander in
. . . . ■ zyne
zyne rykfte bezittlngen , en ,• w y l ik , ; waai
ik ook ben, altoos de Natuur'Votor myni
oogen ' zie , kan ik die vermaaken overal ',
ongeftoord , proeven.
V . 'Dus faadt gy my niet ,dan voori
deelige en aangenaame dingen voor mynen
Geest 'aan. .■ • t
-A.- Voordeelige en aangenaame dingen'j
ja ! niet alleen voor uwen Geest , maar
ook voor uw Licbaam : öp- hètzelve -heb-
hen z y toch eenen ongelooflykeh grooteh
iBvlöed. Z y helderen de verbeelding op ,
■Verjaagen de zo fg eh zwaarmoedigheid ' eh
brengen ■ de dierlyke geesten ' des Lichaams
in eene geregelde beweging het welk zo
ßoodtg vdor onze gezondheid.
V. Hoe veel zal ik niet moeten leeren,
om dat alles te genfèten ? •
A. Niet zeer veel !.: Eene' liiiddelmaarigè
E.ennis van de Gödlyke Werken is genoèg-
za am ', om U dat vèrmaak tè' befchikkerf.
Eene volledige Weetenfchap derzelven is
misfchien , zelfs btìvèn de ■ vatbaarheid'’ der
Engelen , verheven : 'de eerile is vo o f U
serP voor anderen genbeg'- vepkrygbaar. -
-V, Voor my en voor anderen ? »
A. i Zekerlyk !. Èen arme kan zo wel als
een fyke , een ongeleerde-'zcr wel als een
geleerde, een gemeen zo -wel als een groot
Man deeze genoeglykheden verkrygen. A l les