
a
;I|¡L
'■I ;;
I :
i i : . / /
'->'5 /' ’ l i ' . / i ' ; I '
1 7 5 W OND EREN iN DE V E RH E V E L IN G EN .
V . Dus twaalf allernuttigfte Verwisfelin-
gen ! duizendmaal van my gezien , en egter
nooit zo opgemerkti Hoe byster los loopen
w y , helaas I over de gemeenste dingen heen,
die ons anders , elk oogenblik , wat fchoons
van onzen Maaker zouden vertoonen, en
de Wysheid in de algemeene Scheppinge leeren
zien. Moet ik er my mder over bekka-
g en , o f er meer over bloozen ?
A . Dw beklag is my l i e f ; zulk bloozen
b ek o o r t, dewyl het verbetering belooft ! —•
Heb ik Ü te vooren minder kunnen zeggen
van de Nuttigheden der Sterren , ik heb U
zo veel meer van die geenen , welken ons o f
de Hemelfche Lichten o f de Luchtverheve-
lingeh aanbrengen, ontdekt. Z y zyn alien
fchoone Gewrogten van den grooten Opperheer
der Waereld ten voordeele zyner Schepfelen.
Nu nadert gy tot meer onbekende
verrukkingen over de heerlyke Volmaaktheden
van Hem , die de hemelen gefchaapen heeft, die
de aarde geformeerd , en die ze gemaakt heeft ,
hy heeft ze beveitigd ; en niet gefchapen, dat ze
ledig zyn zoude, maar hy heeft ze geformeerd s
up dat men daarin woonen zoude. Hy is de Heer
en niemand meer. Jef. X L V . i8. Befluit daarom
alles met deezen zang. Looft den Heere
yan der aarde, gy waMsfchen , en alle a f gronden,
vuur-en hagel, fneeuw en damp, gy Jtorm-
wind 3 die zyn woord doet. Pf. CX L V III . 7 ,8 .
V l f iR ?
V I E R D E
Z A M E N S P R A A K
O V E R D E A A R D E .
De A a rd e, en derzelver Gronden. Metaalen.
Zouten. Steenen.
VRAAG. D o e my het vermaak van heden,
op dezelfde plaats, de begonnen ftoffe te
hervatten ! Zeg my , waarom floot gy giste-
ren onze Zamenfpraak met een getuigenis
van JESAIAS aangaande de Aarde ?
a n tw o o rd . Om U te beduiden, dat w y ,
het ruim veld des Uitfpanfels en des Dampkrings
afgeloopen hebbende, ons nu wenden
mögen tot deeze Aarde, die geformeerd
i s , op dat men daarin woonen zoude , gelyk
JESAIAS dat getuigenis, in zeer fchoonen
dichterlyken zwier , ter eere van den hoogen
fcheppenden God , gaf.
V . Daartoe is dan deeze Aarde alleen geformeerd
?
A. T o t geen ander einde ! En dit zal my
bepaalen , om U te doen zien', hoe won"
der wél de Aarde tot dat oogmerk is gemaakt
, en welke Schepfelen z y bevat.
I. d e e l . M y , W y
V'
.j..' ■
I a
,rt ; i
V- nl 'I
I 'l
i/'
) h.
Í I'
f'AJI