
1
It'
iii
f ■ »111 f s 1 i i
t I J ul »
jp S K L A I, V 0 L A A R D E.
V. Wat moet ik er meer van opmerken ?
A. Hoe aartig de Almagtige Hervormer der
Waereld onze Gronden by verfchillende vak-
ken in ons Vaderland verfpreid h e e f t ! Elke
Provintie heeft eenige plekken van Klai ;
eenige anderen van Aarde en Zand, enz.
-V. Lästige Klaigronden ! ’s winters zo fty f
en diep zonder op te droogen ; ’s zomers
zo wreed , dat een Utrechtfche Landman
zes paarden tot zynen ploeg noodig h e e f t ,
daar het een ander met een doet.
A, En hoe veel meer en fchooner Graanen
trekt by dan , naar evenredigheid , van
zyn Land? Wat-nadeel doen de Klaiwegen
ft win te rs , nu men het loflyk werlc van
de Heerenwegen en Dyken aan onze Rivie-
"ren te zanden fterker doorzet ? Hoe rollen
de binnenlandfche Klaiwegen des zomers ?
Een Paard kan daarop meer dan drie anderen
in het Zand trekken. En weet ge n ie t ,
dat de Klai ons het fraaie Delffche Porce-
le in , Pl^vuizen, Steenen, Klinkerts, Pypen
en Potten g e e ft? We lk een g e ry f in het
huishondelyk le v e n ! Hoe veele Menfchen
Jcomen hierdoor aan den k o s t !
V, W a t is voLAARDE, QTi welk js häar
gebruik ?
A, Drooge Voiaarde, waarvan„ verfchei-
den’ foorten 'zyn , is zeer vette K la i , die
p d rgo gd ^yndeft yJt veeR fyn? laagje»
- _ fchyng
M E R G E L. v e e N. 1 9 9
fchynt te beftaan , en als afgefchilfert. W a s
z y er n ie t , . hoe zoy de. Voider de vetheid,
by het fpinnen in de. w oL v an uwen Rok
geblceven , u it ' het laken „hebben kunnen
haalen? . 'iv
V . Wa t moet ik door merg.el. verftaan ?
A. Eene ; Aarde , .uit veele fyne klaidee-
ieu , en uit een zeer .fyn zand beftaande ,
verbonden met eene; kalk- o f krytagtige zelf-
ftandigheid. Véanneqr, gy^,. ».feenigen t y d e ,
een Land o f fe n e n T uin krygt., daar deeze,
Aarde in is , ,en gy kiipt hR de. onder-
gronden naar boven iaaten w e rk en , laat
het niet na : ; ,uw arbeid en ; kosten zullen
door vruchtbaai-heid daarna, rykelyk betaald
worden.« ............ . ' ' „ •
V . Zuit gy het .flegte,. leeai ve rg e e ten? -
A. Hoewel h e t . Leem voor de nutte Klai
wyken moet , en er égter .eene foort van
i s , komt het onzen Lapdlieden wonder wel
tella ade. . Hoe ras weeten ;zy er onkostbaare
Muuren aan hunne vreedzaame Woningen ,
aan hunne . wyde Stallen aan hunne laagf
Hutten en Schaapskooien v a n . te zetten ?
Welke hande onwykbaare ' Dorschvloeren bereiden
z y e r /van?
. V . Eén. woord van het ...ve,en .?
A. Het overnuttige Veen , zieh ver.her-
gende,. ,als een dierbaare f c h a t , ' onder de
bovenkorst der A a rd e , zal ik inet vergee-
N 4 ' ts®’