
’ '' ' ¡'i ■. '
»J !|r;i. ■ " J 7 1: '
r ''‘ J ;■ 1 '; .'' I
-X. .
W
2 4 5 G E L 'A A T K U N B E.
za ten , en d u s , aan het bedoelde oogmerlc
van Volmaaktheid best beantwoordende ,
fchoon behoorden geheeten te worden.
V . G y fchynt dan in dat begrip te ilaan ,
dat de v o rm , zo van het Aangezigt , als
van het Maakfel des geheelen Lichaams,
den Inborst der Menfchen uitdrukt.
A. Eene langduurige Ondervinding heeft
my van die waarheid verzekerd.
V . Heeft niet onlangs een geleerd Man
daarover lets gefchreeven ?
A. De beroemde l a v a t Er heeft begonnen
een groot uitmuntend Werk over dc Phyfio-
gnomie, o f Gelaatkunde In ’ t licht te gee?
ven, Een arbeid, die zo moeilyk als edel
i s , om dat men al te lang over dit iluk
heeft heen geloopen : anders is het niet
nieuw. J. siRACH heeft deeze konst al ver-
ilaan, Een mensch, zegt h y , wordt aan ’ t
Gezigt gekend , en een verftandige wordt aan
de ontmoeting zynes Aangezigts gekend. De
kleding des M a n s , en het lagchen der Tan ■
den, en de Gang des menfchen verkondigen ,
•wat hy voor een is, Hoofdil. X IX ; 27 , 38,
V . Leer my die Konst ?
A, Z y is van te veel oinilags voor ons
tegenwoprdig gefprqk, Nadien gy de Latyn?
fcbe taal verftaat , zo lees het Werk van
p o r t a , een Napolitaansch Edelman , die om-
tfent bet einde der X V I , eo het begin
vaa
G E L A A T K U N D E . 247
van de X V I I Eeuw geleefd heeft : een Man
van groote ^ geleerdheid , v/lens zeldzaam
Boek over deeze Konst my den weg ge-
weezen h e e f t; en voeg er dan ■ de onddr-
vinding by , o f flaa voornaamelyk „op l a v a -
t e r ’ s B o e k , dat alle oude Werken over
dit ftuk verre agter zieh laat.
y . Dan kan ik der Menfchen Aart altoos
uit hunne Gelaatstrekken o f uit den Votm
van hun Lichiam 'kennen. Dit moet eene
aangenaame, en tevens eene nuttige oefening
zyn. Men leert toch dikwils de Menfchen
, tot onze fchaade , te laat kennen.
A. G y moet' in het beoefenen deezer Konst
voorzigtig zyn ! lemán ts Gelaat kan een’
goeden zagten inborst ultduiden, maar hy
kan , intusfchen , door dc verleiding byster
bedorven zyn geworden : integendeel', zyne
Wezeristrekken zullen , volgens de regels der
K o n s t, U zeggen , dat een ander trotsch ,
wreed , toornig ,' o f wellustig is doch een
zodanig Man kan , door dé genade van G o d ,
zulke booze driften verwonnen hebben: in
die beide gevallen kunt gy U dan bedriegen.
V . Maar zo iemant niet meer bedorven^,
o f een ander- niet deugdzaamer geworden is ?
A. Dan zegt U het Gelaat , gelyk het-
zelve altyd z e g t , welke de aangebooren*
heerfchende Haftstogten in een’ zodanigen
Man zyn.
Q 4 V . Dus
y ' I
j 4’ * fi/'I
1 ii I
'ii. . ft '
(ll
: . 1
'‘ft« ft '" - ¿ i l
11'i
f t 'It
m .
I
|l * 1
Pi,
Í-É4 J
-• é" : i\3" -i ■
1 ' - '