
I ä'
I J *
verwoesting in ons Vaderland door de hoo?
ge Zee heeft yeroorzaakt. Ik twyfe! , egte r,
o f dit wpl zeker gaat.
V. Welke wateragtige Verhevelingen hebben
we noch meer ?
A. Eene fler verwonderlykfte is de
SNEEUW 5 die nooit alhier in den Zomer ,
zelden in May en Juny , maar in de v y f
Wintermaanden , dat is , van November tot
A p r il, valt.
V . Is die zo vervvonderlyk ?
A. 'Waarlyk my dunkt , dat het verwonderlyk
genoeg is , het zwaare W a ter
hervormd. tc. zien in eene fto ffe ,
die vierentwintigma.al ligter ' is dan W a le
r , die de grootfte gclykvormigireid met
W o l h eeft, en in ywitheid alles te boven
gaat j dan , nog verbaazender. is derzelver.
maakfel. ..
V. Hqedanig is dap de Sneeuw geformeerd
? , ’
A. Het 'VV’ater is veranderd in dunne
, doorfchynende net gevormde .Ysplaatjes met
fcherpe lynpn , d ie , aan elkander zamengevoegd
, Figuuren maaken , meest ,den
Sterren gelyk,, welker ' Regelmadgheid en
Verfcheidenheid, alles in fchoonheid te bo?
ven gaa't. 03® honderd zu.lka ■ F iguuren
alle, even , fraai , en even zeer ver-
fe ljlien d e , Jieeft de geleerde engelman ons
] pndw
N E E U W. 153
prider ’ t oog gebragt. Ik 'heb , in den Winter
van ’t jaar tweeenzeveniig, nieuwen,
zo fraai als ooit myne oogen zagen waar-
genomen , en gy , daarop achtflaande , zult
noch meer arideren ontdekken.'
V. W ie ' zou ooit Figuuren in de Sneeuw
gezogt hebben ?
A. Men hadt ze ligtlyk kunnen vinden ,
wyl men de fraaiheid van eenigen., duide-
lyk genoeg, met het bloot oog kan zien ;
egter heeft men een Vergrootglas nqodig,
om het konftige te befchouwen. G y kunt'
hieruit leeren , hoe menigixfaal men over de
J uitmuntendfte Schoonheden heenen loopt,
Treeden wy er milUTenen met den voet
wanneer het fneeuwt ; laat ons ten minsten
eenigen uitkiezen, als er regelmaatigen vallen
, om te zien , welke Wonderen de God
der Natuur aan ons oog vertoonen wil. En
wanneer gy ze z i e t , zult ge moeten erkennen
, hoe dikwerf een Werk van den
Almagtigen alle Mensclilyke konst be-
fchaamt maakt. I. • ■ - - ■
V. Kunt gy er my niet eenigen laaten zien ?
A. Om U te voldoen , wanneer wy in onze
Zamenfpraak tot dit ftuk zouden gevor-
derd zyn , .heb ik eenige Figuuren (Plaat 2,}
in mynen zak geftooken , welken ik , onder
myn oog , door eenen jongen Leerling heb
katen tekenen , om hem die. konst te leeren.
K 5 ' Dee-
’ 1
Ij, ,
lb
■ M