
ílh'lM
fti
'A
io 6 W I N D,
den Storm op Z e e , . met . eene daarop vol?
gende. bedaardheid,? .
V . In welke Maanden hebben wy,' ,de
meeste Stormen; en Winden ? Is daar ook
cen vaste regel op ?
A . De meeste Stormen en de íterkíte
Windeq vallen voor m December , January
en.;February; minder in Maart, April, Sep-
.tember , Oélober en November; de minsten
in M a y , Juny, July en Augustus, waarvpn
men de oorzaak moet zoeken in de oinwen-
teling der Aarde. .Voor het overige hebben
'wy reden, om der Godlyke Voorzienigheid
te danken, dat w y zeer weinige Orkaanen,
o f ongemeen hevige Stormen hebben. Ik
kan er my niet meer dan vier in myn leven
herinneren, in de jjaarep, 174 7 í 1 7 7 ° s
1 7 7 5 , ,en . 1776 voorgevallen ; een getal dat
zekerlyk gering is.
,V. Hebben w y geene vaste „Winden en
Stormen ? , . M »
A. Veelal hebben w y in het. begin van
April en OHober eenen Oosten , in May
veele Noordelyke Winden, en doorgaans in
September éénen o f twee, Stormen.
V , Ik. herinnere my dezelven ! Z y worden,
meen ik , doorgaans de Appel- en Pee-
reildrmen geheeten , om. dat ze d e , vruchten
dier Boomen zo geweldig dunnen,
A- Zo is het! Voor zulke zwaat gelaaden’
BoQw
N D. 107
.Boomen zyn- ze niet kwaad; deezen hebben
daar door meer kans, om een minder getal
van Vruchten tot voile rypte te brengen,
D e afgevallenen zyn intusfchen niet geheel
pnnut. De Laqdlieden weeten z e , o f zelv
e , o f voor him Vee wél te gebruiken; en
het fchynt my t o e , dat G o d , onder anderen
, zulke Stormen voornaamelyk laat op-
ftaan, om onzen Dampkring, met eene menigte
van pnreine zomerfche uitgewaasfemde
Dampen geweldig. zwaar belaaden, die eeq
zagt Windje niet kan verdryven , te zuiveren
, en die verre van ons weg tc jaagen,
V . Kennen wy geene wederkeerende \Vin-
den ?
A. Ja wel ! Als de Weste Winden veele
Wolken uit .de Zee naar het Oosten gevoerd
hebben, brengen de Ooste Winden dezei?
yen te r ü g , waarom w y in het voo.rjaar,
ik meen in A p r i l, doorgaans ’ zulke weder-'
keerende Winden uit her Oosten krygen :
pn, wanneer z y eenigen tyd gewaaid, en de
medegevoerde dampen tegen de Weste en
Zuidweste Wolken geperst hebben , worden
pindelyk de Dampen, boven ons fangende,
fe zwaar; des keert dp Wind dan om , en
w y krygen Regen, Iq dit g e v a l, o f wanneer
wy Noordooste Winden met vorst lang
gehad .hebben, en de Dooi met eenen Zuid-
lyfsteq Wjqd opkomt 3, gevoelen w y eene
WyÍ;
■{*
ft\l , ' !* '• 1."
■ ' ÜII
\l.k
; , ■
1 1 r1k' ^ i '■ n
i'i'
Í Mi
] : ■
■ H , •
ft: ].
i',
7 ,