
!
fíí¡
f j l
i ' l ’i1 i! ; ;
in
f i
! ^ ' -I1 11 ' iH’
1 1 ‘
Ì •: I
i!?,'
t ' ]|ií4íi| '■ii flll j ' j .
Í J 4 N ■ E . E - U W,
Deeze zyn de twaalf. laatfte Sneeuwfiguuren,
die ik te Zutphen , op den vierden en vyfden
January des jaars 1 7 7 7 , by_ gunftig wede r ,
in mynen 'I'uin, heb kunnen waarneemen ;
want by Wind o f Dooiweder fmelten , ,of
loopen ze irleen.. Daarom zyn . ze n ie t , tc
zien in de groote v iokken, die uit honderd
en meer „zulke ■ Figuuren zyn zamenge-
fteld: ook vallen er niet altyd fraaicn. Wanneer
zy e ^ e l v a llen , gelyk op de morgens ■
yan die twee gezegde dagen , en gy de konst
van . ze waar te neemen ? w i l t . leeren ; gaa
dan in de open’ lucht ftaan ; yang ze , niet
op glas o f andere harde dingen , . want dan
breeken , , o f fmelten de tedere punten ;
maar neem een lap zwart Satyn ; laat het
eerst koud worden in d e , lucht , en dan de
Figuuren daarop neérkomen ; houdt er uwen
warmen adem van a f , zo ver mogelyk is ,
want de tedere punten fmelten ligtlyk ;, en ,
om er ook d e ,warme uitwaasfemingen uwer
handen van a f te keeren , zo fteek , een
houten fteeltje aan uw Vergrootglas -, met
ft welk gy ze wilt bezien : dan , beloof ik
U , . zult gy deeze verwonderlyke Schoonheden
, en wie w e e t , hoe veel meer andere
verfchillende Figuuren, die geen Menschlyk
oog _ooit ontdekte, , befchouwen„, zo als ik
ze g e zien , en op dit papier, v e rg ro o t, onder
myn o o g , op eenen zwarten grond, heb
iaaten tekenen. V . Van
L D .U P / .ß .
■7*" a>s