
S é
A A R E. 55
Vèr dikte getrokken, byna drieduizend uureii
lang zoÀ z y n ; en dat dns haar omtrek op
ruim agt o f omtrent op negen duizend uuren
beloopt; ook dat zy tweeèhdertJg millioenen en
tweemaal honderd duizend mylen van de Zon
afftaat by den middelftand, dat is , als z y
niet op den naaften o f verften afftand van de
Zon is ; want des Zomers, gelyk ik U gè?
zegd heb , is z y verder, docji ’s Winters
pnder b y dezelve.
V . En hoe is haar loo p ; want g y g elo o ft,
dat z y zieh om de Z o n , en niet dat de jZop
zieh om dezelve beweegt?
A . Z y heeft eene dubbele beweging! In één
jaar, dat i s , in driehonderd vyfenzestig dagen,
en omtrent zw uuren, beweegt z y zieh rqnd?
-om dat Hemellicht, welke overfchietende zes
uuren, alle vier jaaren byeen gerekend, het
|aar driehonderd en zésèhzestig dagen doen kry?
g e n , , ’ t geen w y een Schrikkeljaar noemen,
De e ze beweging is oorzaak van de vier Sai?
foenen. ; Door dezelve befchryft de Aärde ee.
pen. ronden kring imndom de -Zon, welker
piiddellyn meer is dan zestig millioenen mylen,
, V . En hoe is die IJeweeging, traag o f fn e l?
A . Ongelooftyk fnell Gy zult ze naauwlyks
gelooven. Men berekent, dat zo drie honderd
en tagtig mylen in eera minuut, o f tweeentwin<^
tig duizend en agthonderd mylen in één uur af?
.Idopt, Hoe- luifteri dit de . Godlyke Almagt
, 9?\
o p ! Tiveehonderd millioenen mylen in één jaar! '
Welk een weg! welk een loop! W e lk eene
fnelheid is deeze, die nooit ee« minuut voor-
uit gezet o f vertraagd wordt ! . Welk eene
juiste afmeeting, die nooit feilt!
V . En wy voelen daar niets van?
A . W y kunnen daarvan niets voelen, om
dat de Lucht te gelyk met ons omloopt,
even gelyk g y , beneden in een Schip zitten-
d e , g e en . gevoel hebt van de allerfnelfte
vaart. Ware dit anders, alles zou op de
Waereld verdelgd worden.
V. De fnelheid der Aarde is indedaad verwonderlyk,
en niet minder de Godlyke z o r g ,
dat wy van die g ro o te . reis , van die fnelle
vaart niets verneemen, anders toch zou ze
ons met yzing vervullen.
A. Gy merkt dit zeer wél o p , cn be-
gint dus reeds te z ie n , welk licht de Oplettenheid
U geeft.
V. Gy hebt zo even gefprooken van eene
tweede Beweeging der Aarde, die wilde ik
ook weeten. : ,
A. De tweede is de dagelykfche , dat is ,
dat de Aarde alle, dagen, eenmaal, geheel
omwentelt in. vierentwintig uuren.
. V. Waartoe dient die Beweging?
A. Op dat de geheele Waereld zou kunnen
bewoond worden, en op dat e lk , op
zynen tyd , Licht en Duisternis zou hebben:
D 4 wapt