
■ú J f ;í
j r i i
'H ‘ F , . I V í 7r
'F i
IIF i !: y
lite'
ñI i i. ií')/
: í
-3
ií
if
; ít^jí
* 1
1 :
i u '¡Eli IM '!
i M
even verftandig . en even' konftig ?
w y s ,
/ 'A . Dan zon de
gémeenzaame omgang ,
toegeevendheid , * vriendfcfiap , en loffelyke
nay ver er merkelyk door iyden. Eenvormig-
lieid en Verfcheidenheid , beiden / zo wys als
n u ttig , hebben hier ook' plaats. D a n ,' op
dät niemant zieh beklaage over eene mindere
bedeeling van gaaven , heeft ied'er , vooral
in ons Vaderland , onder de zagtfte Re-
gering , . en onder' het onwaardeerbaar genot
der V ry lie id , alle gelegenheid , ■om zyne
Vermögens te kunnen ■ aankweeken , uiizet?
t e n , en verbeteren , waar en waarin hy wil.
D e . Armfchoolen -zelven , die den * minften
roem van ft Vaderland niet uitmaaken , ver-
pligtep den min bedeelden tot eene ruime
erkentenis van de allergunftigfte / fchikkingeh
der Hemelfche Voorzienigheid !
V. Ik heb U , zo even , een groot getal
yan onaangenaame Driften met eene treurige
aandoening hooren -optellen , en my tevens
herinnerd'de wrange vruchten , die zy
zo lang en*'zo yeel in de Waereld voortgebragt/
hebben -: lo ch ö f .wy zonder zulke
harTs'to g t e n /'gebooren waren !
A. Ik fchaarh my ' over uwen -wensch!
Hoe ongelukkig /toch zouden w y zonder D r iften
zyn ? : W y zouden zonder dezelven zo
werkeloos en loom den geheelen dag blyven
zitten *j daar Wy ■ zaten gelyk ' de romp
' ■ ' vaa
J ls .
\
Vün een Schip , die zonder masten en zei-
■ len op het water onbeweeglyk blyft liggen.
Zyn n ie t , in den beginne alle Driften goed
geweest ? Draagen w y niet de fchuld van
derzelver verbastering? Is uw oog boosy vraagt
de Heere jesos , om dat ik goed ben ? Matth.
X X : ly . Waar toe de Reden en de Godsdienst
, dan om U den weg tot de beteu-
geling en overwinning der verdorven’ Dr iften
aantewyzen ?
V . Maar de Reden krygt z o 'langzaam
haaren aan was.
A. Z y verkrygt e g t e r d o o r den langzaa-
men aangroei, telkens eene nieuwe levendigheid
, en ontleent, als het wél gaat , uic
ieder overwonnen’ zwaarigheid, eenen fi-is-
fchen moed, een waar geduld tot nieuw®
onderneemingen.
V. En als de Reden magteloos is ?
A. Waarip verlaat U dan de'edele Godsdienst
, die U het groot, vermögen der Genade
zo treffend fchildert ?
V . Over welke beweglngen des Lichaams
voert onze Ziel gezag ?
A. Hierin is eene vaste fchoone O rd e ,
w e lk e , omgekeerd z y n d e , veele ongemakken
zou baeren. Veele verrigtingen van ons
Lichaam hebben den invloed o f werking der
Ziele niet van noodCn, gelyk de Ademha-
iin g , de ontlasting der uitwerpfelen , , enz.
J- d e e l . X welke.
4
A■
'i
?
f r
'f á l
■111.. i V ^
i l
|!
h