
J','
II * 1 3« '1
l<11
58 M A A N.
duizend uufen van ons a f , en is yyfilgmaal
kleiner dan onze W a e re ld , die z y in alle
zeverjentwintig áagen en rnim .xwra uuren,
dat is ruim twaalfmaal in ’t jaar omloopt ,
en met dezelvé, ten gelyken tyde, den groo-
ten togt qm de Zon , in ruiim driehonderd en
vyfénzestíg dagen , ~'volbrengt ; loopende ,
even gelyk de Z on, in eenen ronden^kring,
in welke loopbaan w y haar niet altyd zien,
om dat z e , foms des daags, aan den Hemel
fta a t, wanneer het llerke Zonnelicht ons
belet haar - te befchouwen,
V . G y z e g t , dat z y het licht der Zon ons
toekaatst, z y heeft dan geen eigen L ieh t?
A. In het geheel niet ! gelyk gy zo dikwils
met eigen’ oogen zien kunt; want dan
is eens één. deei, dan het geheel van deze
lve v e r lie h t , en hierom geeft z y ons
nooit , gelyk men dus verre' gefteld h e e f t ,
eenige warmte, maar w é l het Licht , dat
van de Zon op haar valt. Een geleerd Man
heeft.-egter onlangs. beweerd uit zyne Waar-
neemingen, dat de Maan ., meer in de. dagen
dat z y vol is , dam wanneer z y toe-
o f afneemt, ook meer in den Zomer dan
des Win te rs , de Lucht indedaad -verwärmt.
V . Z ö de Maan een duister Lichaam i s ,
en ,,tot ons het Licht, der Zon overbrengt,
kaatst dan ook niet onze Waereld haar ver-.
kreegen Zonnelicht terug op de Maan ?
A. Dit
e c l i p s e n ,
A. Dit is zeker ! Z y krygt zelfs iheej?
licht van o n s d a n w y yan haar, om dat
phze Aarde zo veel grootgr dan z y is, W y
bewyzen dus onderlinge diensten aan elkanderen
, hoewel de- een wat meer dan de andere.
De Waereld is eene Maan voor de'
Maan, en z y eene Maan voor de Waereld,
V. Haare verwisfelingen zyn zeer fraai
voor ops,
A. En de onze ook voor haar; want
daar ziet men de onze , gelyk w y hier de
haare zien,
V . Hoe zal |k dip veranderinge der Maan
begrypen ? -
A. Zeejr gemakkelyk! Höe meer z y , ten
pnzen aanziene, regt tegen over de Zon ,
komt, hoe meer w y haar verlieht z ien ,
welken ftand wy volle Maam noemen; en hoe
minder z y tegen over d e z e lv e f t a a t , hoe
donkerer z y i s , ’ t w e lk w y nieuwe Maan
heetcn; tpsfchen beiden komen de' middel-
ftanden, die w y het eerfte en laatfte q u a r t
i e r noemen. G y begrypt hjeruit, dat men
dus haaren loop in vier deelen o f q u a r t
i e r e n verdeelü,
V . Maar welk denkbeeld moet men maaken
van de e c l i p s e n ?
Ä. Als de Maan , omtrent o f geheel, tus-
fcben ons en de -Zon komt, dan onderfchept
zy de gtraalen, die van de,. Zon tot ons zouden
t fU