
J l f I . . '
i j j
Vf
z 6o O O G L E D E N .
zo dat het op eene effen w y ze langs den
Oogbol wordt opgehaald o f nedergelaaten ,
om , door het Oog open te houden , altyd
te kunnen zien , en om , door dezelve in
den flaap te laaten vallen en geflooten te
houden, de rust te bevorderen ------ dat
het Hair van het bovenfte Ooglld naar boven
, en van het onderfte naar beneden ge-
kroind I s , waardoor het den tederen Oogbol
nlmmer kan , raaken — — dat dit Hair ,
gelyk dat der Wenkbraauwen , nooit langer
groeit zo als het Hoofdhair, om dat het
korten van hetzelve ons zeer moeilyk en gevaarlyk
' zou v a l le n dat deze Hairtjes
dienen , om het vliegend Ongedierte, dat
ons kwelt , a f te keeren , en het al te fterke
llcht te maacigen , gelyk men daarom het
Oog als dan toehaalt —— dat het geduurig
toeknikken gefchikt is , om den Oogbol
van het daarop vliegend fto f te zuive ren,
en denzelven telkens, als met een ve rn is ,
te beftryken, op *dat de gordynen , Ik meen
de Oogleden , gemakkelyker zouden neerval-
len , en wederom opgehaald kunnen worden
; ten welken einde eene vogtloozende
klier daarby geformeerd en geplaatst is — —
dat de Bol van het Oog cenen dikken taaien
Ro k h e e ft , die glibberlg is , om eenen on-
voorzienen flag te doen afftuiten , terwyl hy
z e lf bezwaarlyk kan breeken dat de
Oogo
o g l e d e n . 261
Oogbol 5 door zyne eigen’ , fpieren naar alle
zyden moetende gedraaid worden , yan agter
en ter zyde , In een zagt bed-van vet
gezet is ------ dat het Oog digt by (de
Hersfenen ■ ftaat , op dat deszelfs Zenuwen
k o r t , en dus aan minder gevaar.onderhevig
zouden zyn ----- dat het bolrond. is : anders
zou men het niet kunnen beweegen,
o f gindsch en herwaards zien zonder het
Lichaam om te wenden, en, vooral, om met
dit kleine deel groote dingen te befchouwen
, dat onmogelyk zou zyn , indien het
plat ware —— dat deszelfs fmeer het
overloopen van het traanvogt, , ’ t welk . het
zien zou belemmeren , ftult , en dus dwingt
om door de traanputten naar den Neus te
gaan ------ En , eindelyk, dat de Wenkbraauwen
geformeerd zyn , om , als luiftels ,
het afdruipend zw e e t , het f t o f , en al wat
van boven v a l t , ’ t welk door zyne fcherpte
, in ’ t zien zou hinderen, a ftek e e ren . -
Zie daar e en, aan tal van Wonderen , blyken '
van verbaazende Wysheid en Konst , waarom
men het nooit eene oneere. voor den Schepper
, rekende , deszelfs fonneering Hem toe
te kennen. Zaude, die de oogen formeert,
niet aanfehouwen ? Pf. X C IV ; 9.
V. Dus noemt gy iny op meer dan vyfeh- '
twintig blyken van Wysheid en Konst in die
Un deel van ons Lichaam ! Hoe veele dui-
R. 3 zend
¡i. / „
' I '' ,
F.(^^
F x
1':F:
. X ' ; :