
if
k'j
S N E E U W . 1 55
V. Van waar komen die uitmuntende
fchoone FigUuren , die ik met verbaasdheid
wegens derzelver netheid befchouw ?
A. Uit het koude onbekende Luchtgewest '
hierboven , daar Bergen van Sneeuw , om "zo
te fpreeken , in de voorraadkameren gereed
liggen ten onzen nutte. Zyt gy gekomen,
dus vraagde de hooge Majefteit aan den anders
zeer natuurkundigen j o b , tot de fcha tkameren
der fneeiiw ? X X X V I IL 22. o f , om
my eigenlyker , en niet in eenen dichterly-
ken i ly l uit te drukken , daar ftoffe genoeg
i s , om alle deeze Figuuren by millioenen
te votmen.
V. Hoordc ik U niet ze g g en , ten onzen
nutte ?
A. G y hebt wél gehoord! De Luchtge-»
westen zyn indedaad groote Magazynen van
Sneeuw, die "zeer ten onzen, nutte dienen,
en waarvan w y veel noodig hebben-.'
V. Ik meende , dat de Sneeuw ons weinig
voordeel gaf ? '
A. Ik weet waarlyk n ie t , o f ik de Sneeuw
konftiger gevormd dan nuttiger noemen
m o e t! Zal ik ü e en s , ten bewyze daarvan , '
§en twaalftal Nuttigheden opnoemen, ?
V, Als het U belieft ? : ;
A, Onder het vallen zuivert de Sneeuw by
uitnemendheid de Lucht ----- z y bekoelt
ze Qok oin onzen wille -— zy maakt de
top-
Ill I vM '!
l'il'
II
H Um
i-, * I ’
I ; rM'
u !■ 1 ¡
d ! Í? 1
^ ll
1 ;