
Kf
I i Í í í li ;l 1
! ' i'
:-4 it
: l ; ‘
'■« I'
1 1 4 K U D E.
Dampkrings , . wiens hoogte niet naauwkéU*
rig te bepaalen i s , heerscht eene allerge*
weldigfte Koude.
V. Ons G ew e s t , zynde het onderfte def
Lucht , is dan overa] warm ?
, A. Niet overal even warm ! Aan de Zuid-
cn Noordpool is het ongelooflyk koud ;
doch , als men zieh van beiden v e rw yd e r t,
ko-mt men in de gemaatigde Luchtftreek der
Aarde , waarin w y woonen ; . en , als men
verder gaat , in de ve rzengd e, daar de
Zon lynregt • boven her hoofd ftaat te gloei-
jen en te branden, welke drie Verdeelin*
gen noodzaakelyk voor de Waereld zyn.
■ V . Waarom is de Koude en de Warmte
niet gelykmaatig over de geheele Waereld ?
A. Wegens de verbaazende Verfcheidenheid
van Gods -Werken, d ie , zo ' wel als de
voortreffelyke Schoonheid der Aarde door
zulk eene gelykmatigheid, verlooren zou gaan.
V . Wa t nadeel zou er dan uit gebooren
Worden ?
A. Het is eene vaste w y z e regel in Gods
ondcrhouding , dat gelyk een koud lichaam
altyd iets van de warmte van ,cen ander,
dat er naby i s , ontneemt even zo krygt
een koud G ew e s t, door de Winden , eerii-
ge hette van een ander Gewest. - Waren nú
alle Landen der Waereld even warm , dan
moest de hette in de zoele Waereldgewesten
.
i r i
leri ; om ändere Obrdeii warm te maaken;
veel grooter zyn ; doch dan zou in de ecf-
ften niets kunnen beftaan , älleä • zöü door
den geweldigen gloet fterven. E n 'w a s d e -
graad van Warnitc overal g e ly k , dan zou
de Lucht overal even zeer uitgefpanneä
ftaan ; (want de Warmte zBt alles u it , ' gelyk
ik gezegd h e b ,) en dus zou wederom de
borzaak der Winden weggenomen zyn ; de
Lucht zou vervolgens niet kunnen gezuiverd
Worden ; alles zou hellen tot den ondergang»'
V .f-D e e ze reden zoii ik nimmer hebbeii
kunnen raaden ! Maar waarom is er niet
meer Warmte o f Koude ?
A. Om de algemeene verwarring te my*-
den , en eene gewisfe verwoesting te voor-’
komicn ! Weet ge n ie t , dat 'door te veel'
i ie t te in het jaar 1750,- en door te veel
Koude-'in liet jaar 1 7 7 6 , Menfchen en Die-’
ren iö ons Vaderland begonden te fterven ?’
V . Verfchilt dan de Luchtsgefteldheid van'
alle Xanden der Waereld ?
A. Ja ! ^ gelyk ik LF reeds gezegd heb ;'
doch Koude eh Warmte klimmen altyd iri
d e ze lven; door eene' Godlyke Zorg,- by
trappen o pX ri äf- ' Wanneer gy U naar F e e ’
Noorderi keert ]; zUlV gy ; langkäamerhand ,
de Koude Voelen aanwasfen; en zo ’ g y Ü
öaäf liet Zuiden w en d t', zult gy d eH e t t é ;
gáátíde' -weg, -vbelétí tbeñeenien.- Ware dit
H z bM