
a »
: >íi
■!¡ Xi
; F Í Í , t e ' i ' l ' í
fí riJte 2 J
moeten befluiten , liever dan de laagfte plekken
o f geheele Provintien te yerJaaten , lie-
ver dan alies aan de vrye overftrooming der
Zee over te geeven, en hooger op te gaan
woonen. „ Mogt de Almagtige, door zyne
„ aivermogende hand', de hooge Vloeden
„ voortaan afkeeren , en nu tot de Zee zeg-
„ gen : toí hier toe en niet verder ! Mogten
„ w y zulk eene ontfenping met onä lieve
,, Vaderland , zulk eene gengde durven ver-
,, wagten , en er ons nu op kunnen verlaa-
,, ten ! Wildcn onze Landsgendotcn zelven,
„ door een heilig leven grond tot dat ver-
„ trouwen leggen 1” Hoe ondraaglyk is toch
het denkbeeld van eenmaal door de Zeegolven
ingeflokt te zullen worden i Dan , wanneer
men al o f de Zeegaten vernaauwt o f
de Dyken rondom de Zuiderzee verhoogt ,
w y zullen 'evenwel eene waakende Hemel-
fche Voorzienigheid altyd noodig hebben.
Menschlyk vermögen en konst zyn beiden,
buitén d e e z e , geheel en altyd ydel.
V,. Zou er geene andere uitkomst kunnen
gebooren worden ?
A. Ik weet n ie t , wat Ik U daarvan zeggen
z a l , mogelyk ja 1 Eenige dingen toch
doen fommigen vermoeden , dat de Saifoenen
op zekere tyden veränderen, en dus verademing
aan het Vaderland zouden kunnen
geeven : doch w y hebben er noch te weinig
On-
Ondervinding van , ora ef lets zekers van tc
durven bepalen.
V. Ik ben eens aaP de Noordzee , wilder
cn woester van aanzién dan de Zuiderzee ,
g ew e e s t, en dacht toen , dat wy het meest
van haar te vreezen hadden ?
A. Zekerlyk heeft Zeeland , de Hoek van
Holland, en ’ t Zeedorp Petten meest vaa
haar te lyden : dan , de Banken , die vóór
onze ftranden liggen , en de Duinen daar agter
behoeden oas. Z y wagten gerust derzelver
fchuimende aanvallen a f , en breeken dc
felle woede : anders hebben Holland , Friesland
, Overysfel en Gelderland het meesté
van de Zuiderzee, door de Noordzee opge-1
z e t , te dugten. ■
V . My dunkt, de Noordzee kan op de drie
eerst genoemde plaatzen zo wél doorbreeken,
ais de Zuiderzee van binnen.
A. Dit is zo ! Doch tegens dit vermögen
der Zee moet men zetten haare afhanglyk-
heid van G o d , die zo wel dit geweldig,
vermogen haar ontneemen , als geeven kan.
W y behooren altoos , en vooral in cíeezen
tyd te gedenken ', dac geene Dyken o f Dämmen
, maar de Hand van God alleen ons,
kan beveiligen. Wat er ook -möge gebeuren
, z y zal de heele Waereld niet verdel-
gen. Luisteren w y ■ naar deeze W e t , aan
haar vporgefchreeven, Gy hebt eene paale ge«
C c 3
1 ' s
"ij-