
;|Í»í
Kllii/'
ft. " iJ
I,
Ȓ
’ {
‘i «í
i ll '
¿ ó 3 ß o Ü D,
h ú ofd e , o p ze tte iyk , groen geformeerd.
V . Welke nuttigheid befchikken ons m
-veele verfchillende Gronden ?
A. Dat w y nu , in ons kleine Vaderland,
Graanen , Boomen , en Weldvruchteni van
allerlei foort kunnen teelen. Veengrond kon
geene hooge dikke Eiken , kon geene zwaa-
re Tarw draagen. Heiden konden geen gras
ter mestinge van groote Osfen , kon geene
voedende melk voor Boter en Kaas uitleveren
; hiertoe waren andere Gronden noodig ,
die w y hebben , en U bekend zyn.
V . Nu gy my de Gronden onzes Vaderlands
verklaard h e b t , zeg my , wat ze al
in zieh bevatten.
A. De zes bovengenoemde Metaalen hebben
w y niet in overvioed. Onze losfe Gronden
kunnen die geweldige zwaarten niét verdraagen
, zonder ze te laáten verzinken. Dit
z e lf is eene proef der Godlyke Wysheid.
V . Hoe veel verliezen w y daarby ?
A. En hoe veel wint daarentegen onze
nyverheid er by ? Deeze heeft , door den
Koophandel, de Goud- en Zilvermynen van
Africa en America, en de Diamantmynen
van ■ Vifapour en Golconda in de Staaten
van den grooten M o g o l, in hot Koningryk
Bengalen, en op het Eiland Borneo , voor
ons geopend. W a t klagen w y dan over eene
misbedeeling !
V . Heb-
V D. 209
V. Hebben w y dan eenig g q u d en z i l v
e r in ons Land ? .Moet ik dat niet beilui-
ten uit uw zeggen : dat w y de zes Mntaa-
len niet in overvioed bezitten ?
A. Wanneer gy Zand uit den Rhyn op
den zoom van Gelderland haalt , e n ., gezuiverd
hebbende van de groove deelen ,
onder het Microscoop brengt , zult gy het
zagt geele s t o f g o o d van de beste foort
onder yzerkorrels en onder Zand van d a ,
heerlykite koleuren ontdekken : ik zal het
U , na deeze gceindigde Zamenfpraak , laaten
zien. Misfchien zult gy het ook elders
in onze Rivieren , doch niet in zulk eene
veelheid vinden. Het z i l v e r ontdekt men-
by Arnhem , en het wordt o o k , zegt men ,
in den Berg van Lochern, en in de Rivier
de B e rk e l, door Zutphen ftroomende , gevonden.
De gelegenheid heeft my dus verre
pntbrooken, ora dit na te vorfciien.
V . Wat komt U het verwonderlykfte in
het Goud voor ?
A. Deszelfs Verfpreiding door de vier
Waerelddeelen, wegens de groote nuttigheid
, de fchoone K o leu r , de ongemeene
Zwaarte , de verwonderlyke Duurzaamheid ,
en de bykans ongelooflyke Rekbaarheid. ------
De fraaie Koleur bekoort het begerig
oog. ------ In Zwaarte moeten andere Meiaalen
den rang aan hetzelve afftaan. ----- -
I PEEL. O Da
I , t i / , ' f Sl l i
: ; i
L i I if:
t
ft”'Ml .M'
\
■ 1 7
I M ftp i'fft'
:!i ■
,1
i i ' i
./■
Vi
<Ki 1
‘Í