
te l
■Í II’
I
ft 1 !,
l a p
I , ’F« vr iHfI I ‘
íWí-
4 1 8 L I N G E . A A. DO MM EL. EEM,
Papiermolens op de Veluwe omgaan, ca
geeven dus duizend monden den kost. W y
behoeven dan , dit overweegende, niet te
vraagen , o f de Schepper met dezelven voor
ons wat goeds beoogd hebbe ?
V . Wa t maakt de Riv ie ren, byzonder
voor ons , zo voordeelig ?
A . Dat z y , altoos voorzien van W a te r ,
vlietende van de Bergen In Duitschland, en
door dat der bykompnde Rivieren in dien
oord geholpen, dewyl de Sneeuw op de
eerften langzaam fm e lt , en de Regen telkens
de tweeden vormt , nooit in ons Land
ultdroogen, en dus den Handel niet doen
ophouden ; al is h e t , dat er boven o f beneden
zeer weinig Regen v a l t , en de Ziild-
oostelyke Winden derzelver Wa t e r fterk af-
voeren naar de Zee , gelyk w y op nieuw ,
in het ongemeen fchoon en droog najaar
van 1 7 7 6 , in onze Rivieren, gezien hebben,
V . W y hebben geene eigen’ Rivieren,,
door de Sneeuw der Bergen gebooren ?
A. W y l ons Vaderland de laatften niet
h e e f t, misfen w y ook de eerften. W y hebben
egter verfcheiden kleine Stroomen , die
haaren oorfprong neemen uit Water , het
welk in Regen neérgevallen i s , gelyk de
Llnge , de B e rk e l, de'Beerze , de Dommel,
dc A a , de Reefe , de R e g g e , . de V e e h t ,
d e f i e , de T jo n g e r , de Haveltet' A a , het
■ ' Zwar-
■■ ■
V - -
ft'Fftft ft'-/.»' 'ftFftftftftft
k r o n k e l i n g e n DER RIVIEREN, 4 1 9
Zwarte W a te r , en de L em s , die de eenige
merkwaardige Rivier onzes Lands is
haar begin neemende uit Beekjes , welken de
Veluwiche Bergen vormen, en daarna ver-
eenigd /', - onder den naam van Lems , in de
Zuiderzee ■ uitwateren.
V. Waartoe dient dat geweldig Kronkelen
der Rivieren, dikwerf oorzaak, dat de Scheepen
, byna eenen dubbelen weg moetende
afleggen , eens zo lang op rels zyn , en het
nu te g en , dan voor den Wind hebben, ’ t
welk hunne togten bezwaarlyker en kostely-'
ker maakt ?
A. Ik erken, dat deeze Kronkelingen denzelven
lasdg vallen : doch het nadeel zou
noch grooter zyn , wanneer de Rivieren lynregt
liepen. Geen Schip toch zou als dan
terug kunnen keeren wegens den feilen
ftroom , die zo fnel als een pyl zou afloopen
, welke nu door zo veele Kromten zeer
gebrooken wordt. Onze Rivieren zouden ook
volftrekt met kleine Schultjes niet te bevaaren
zyn , en 5 daarenboven , zouden ze haare
Wateren door den fnellen afloop binnen
korten tyd geheel verliezen , waar door w y
zeer veele dienften zouden misfen. De Visfchen
zouden het ook in zo fnellen loop niet
kunnen harden; dewyl z y min fnelloopende
wateren noodig hebben om foms te rusten ,
ten welken einde z y in onze fterk afloopen-
D d 2 de
i i