
i«. txf
..
4 > 1
I |Ki Gill-
1 1 ! Fi
IÄ» Í».
mf
e
• I I !
Fñií
4 : 4 l m
; ’ft 'ft ft
'i f/i J 71
238 voortrePfelykheid van den MENSCH,
Geftalte, Noem my één D ie r , dat hem
hierin gelyk i s , o f geleerd zynde regt op
te gaan , dat lang kan uithouden.. Deeze-
regte Geftalte is verre weg de bevalligfte.,
vertoonende een zweemfel van Waardig.
h e ld , een teken van Oppergezag over alle
Dieren. Z y is ook het- dienftigfte , om het
Hoofd -te onderfteunen ; om heen en weer
en rondom te kunnen zien ; om de Handen
te kunnen gebruiken ; en om alle gevaaren
a f te keeren. Kruipen zou ons zeer onge-
malTelyk , , en vliegen zeer fchaadelyk zyn
geweest ; waarom deeze k o n s t, die eene algemeene
verwarring zou geeven in de Za-
menlevlng, en zelfs verwoesting veroorzaa-'
ken , nooit uitgevonden i s , o f zal worden
------ Voorts overtreft hy de Dieren
door uitmuntende Vermögens. Nu zingt hy
met , een vrolyk hart de groote Yolmaakc-
heden zynes Scheppers ; dan keert hy zieh
tot andere dingen : nu beitelt, hy b e t ' harde
Mariner , en doet fteenen Beeiden leeven ;
dan bouwt hy met winkelhaak en pasloot
een Paleis : nu hakt h y hout ,■ en tlinmerfe
een Sehip ; dan vaart hy rondom de Wae?
ield : nu flypt hy Glas , en hegluurt den
ve r-af omloopenden Saturnus ; dan meet
hy den grooten weg der Staartfterren : nu
befchouwt hy een D ie r t je ,„ in een hollen
zandkorrel flaapendS:; dan: fpant hy Beestenvoor
M.E NS CH, b o v e n d e D I E R E N . 2 3 9
yoor den p lo e g , en geeft zyn Vaderland
graanen : nu dwingt hy de Beesten , om z y ne
jagers ,, wagters , en zangers, te zyn ;
dan "temt -hy ’ t wild Gedierte , en vangt er
andere mede: nu laat hy het Schaap , dan
den Zydeworm o f het Vlas hem klederen
voor den zomer en den winter geeven : nu
blaast hy Glas ; dan bulge hy het harde
M e ta a l: en de laatfte trek zyner Grootheid
en hoogfte Verheffing boven de onvernuftige
Dieren is de Gemeenfchap met zynen Schepper
door den edelen Godsdienst. O f kennen
de Dieren de hand, die hen vormde ?
Z y le e v en , maar klimmen z y ooit op tot
de Oorzaak van hun beftaan ? ' De Mensch
alleen verheft zieh uit het fto f tot den A len
aanbidt. We lk eene Groot-
- V e rd e r , God leidt hem , als
magtigen ,
held ! — -
by de band, tot deszelfs geluk. ’ t Heerlyk
Evangelic licht hem , van ftap tot ftap ,
op den w e g . naar de Eeuwigheid , en egter
is de Geloovlge noch niet , dat hy worden
zal : ..hy kruipt onder een ruuw bekleedfel
van een vernederd lichaam v o o r t ; d an, hy
zal dat afwerpen, op dat hy gelykvormig
worde den heerlyken lichaame zynes Heeren J e fas
Cbrifliis. Phil. III: 21. ------ Eindelyk
gaat hy de Dieren te boven door de Spraak,
het verwonderlngswaardigfte Konstftuk , waar-'
van G o d , zo v e e i.ik b e g ryp , de onmiddelyke
^ 111 I
. f t f t 1
.Ì
)]■ ll
. ■ I;
4 :,|. ft
illiJ ft
ft l
•' ii
m - m - tifi:
.-.ft