ZIEKTE VAN DEN MENSCH.
draagen ; wy l de daar lang in blyvende ,. en
mogelyk niet uitteroeien Uitwaasfemingen
nadelig zyn voor derzelver gezondheid. E n ,
.wanneer God U ro ep t, om een Regent van
het Vaderland te worden , bedenk dan nieuwe
middelen , om . het gemeene ■ Volk het
woonen in kelders , cn vooral de ingewor-
telde moriighdid, \ o dikwils- oorzaak van
Volkzickten , a f te leeren , en by hetzelve
geheek uit te roden.
V. Ik bedank U voor uwen raad , al heeft
hy • ons van het pad afgebragt, 7
A. W y zullen dan , om tot hetzelve weder
te keeren , overgaan tot het fterven van
den Mensch. — G y w e e t , dat het L ic haam
van den eerften Mensch, volgens de
hedreiging: ten dage als gy , daar van eet ,
zult gy den dood fterven , Gen. II; 17. eene
verandering, te vooren onbekend, by den
va l heeft ondergaan , van , naamelyk, elk
oogenblik te kunnen fterven, dat i s , van
vatbaar te zyn voor allerleie Ziekten , en
.eindelyk voor den Dood : o f men kan zeggen
, dat hy van dien tyd a f , even geiyk
w y nu na de geb o orte, (want w y hebben
dezelfde gefteldheid geerfd) begon tc
fterven, -
V. Hy leefde e g te r , met veele op hem
volgende Geflagten , noch zeer lang ?
A.. Dit was noodig, op dat de ledige
Wae-
Waereld , volgens Gods oogmerk , fpoedig
bevolkt zou worden : dan , fints dien tyd
daalde de Leeftyd langzaam a f , en is nu ,
àrie duize.nd lan g, op denzelfden voet
gebleeven. ‘ '
V. Eindelyk komtflan z i e k t e en d o o d !
A. Om ons te doen gevoelen de wrange
vruchten - der Zonden ; om ons te overree-'
den van de zckerheid', dat w y eilt oogenblik
van God afhangen ; om ons meer prys
t,e doen ftellen op onze W e lv a a r t, op dat
w y ze niet reukeloos in de waagfchaal ftellen
; om ons dankbaarer voor dit groot Gefchenk
te maaken ; zo wankelt dikwerf onze
Gezondheid die nooit genoeg gewaardeerde
fch a t, voor welken g y , naast uwe Zaiig-
heid , de allermeeste zorg moet draagen,
Bewäar toch deeze les , waaraan weinigen
met eene behoorly/fce zorg en aandagt het
oor leenen. — — In'tusfchen , kan ik my in
deezen niet genoeg verwonderen over de
oneindige Liefde , en de Mededogenheid,
Welke God omtrent ons hier oefent. Ik
bidde U , overweeg eens het volgende. God
heeft aan Ziekten en Wonden een zeker
onaangenaam gevoel g eh e g t, dat wy Pyn o f
Smert noemen, alleen om ons optewekken
tot het zoeken van fpoedige hulp en genee-
z in g , ’ t welk wy anders ligtlyk zouden ver-
waarioozen, ep daardoor het kwaad laaten
Z 5 inte,!