
5, P R IN S E N behooren den Schepper. van
„ h Heeläl lüt zyne Werken vroeg te
„ k en n en : P R IN S E N , niet zelden omt
„ ringd van L ie d e n , die de Ouderlyke
„ Lesfen heimelyk zoeken kragteioos te
„ maaken , en het jeugdig Hart tot v a t
„ fche, geneugten te verlokken , vo eg t
3, het , onfchuldige vermaaken van dezel-
3, ven wel te kunnen onderfcheiden : ein?
delyk , P R IN S E N moeten , ' na uuren
van affloovinge , zulke uit/panningfen
hehben , die waarlyk aangenaam, zuiver
En hpe veelen
w e , op eenen Boomftronk in het ilille
'Sourenfche W o u d , o f op eene Bank in
de bekoorlyke Tuinen van het L o o , waar
G y thans z y t j neemt dit Boek in U w e
handen ; le e s t ; ve rgelykt daar myne Onder
wyzingen met de N a tu u r , en geniet
dan geene mindere ve rmaak en, geene
p g t e r e ve rru k kin g en , dan i k , b y het
pverweegen van Gpds verbaazende W e r ken
, pnder het f c h r y v e n , pndervonden
heb. ■ Dan , pordeelen U w e Leer?
m e e s te r s , dat G y , wegens het dagelykg
ontyangen Q n d e rw y s , dee^en Eatechismus
min nppdig h e b t , laat hem dan geheel
aan Vaderlai:|dfche Jeugd over
b e le e f t , onder anderen, pok met den tyd
dit g en o e g en , dat ons Vaderland door
een V o lk bewopnd w o rd e , ’ t w e lk , vroe-
ger kundig en algemeener bedreeven ge-
maakt in de fchoone kpnnis der gefchaapen’
Werken , den God der Aarde meer
in erkentenis houdt ! — ? Groeit op ,
P oo rluchtige PRINSES.SE , Edele P R IN -
§ E N S groeit op in ja a r e n , in weeten?
5 fchap'.