
[ f t ■ H ■ í' "'-t f ' - A ■
4 1 6 N U T O N Z E R R I V l E g a i ; - .
laager a f den naam van m e r w e k r y g t , e i j ,
tot Dordrecht zamen loopende, maaken z e
daar twee Takken. De eene flaat links a f
naar de Z e e ; de andere loopt v o o r t , cn
ontmoet onder weg de l e k by Krimpen, en
den HOLLANDSCHEN YSSEL ovcr Ysfelmonde
die er beiden infehieten, welke drie nu
vereenigde Stroomen zamen naar Rotterdam
gaan, en voorby den Briel-.naar de Zee
trekken.- — — De s c h e l d e is de derde
R iv ie r , die uit Pikardie komt, en, voorby
Bergen op den Z o om , in de Zeeuwfehe
ftroomen ftort.
V. Zyn er geeri meer ?
A. Niet meer dan deeze drie ! -Dan, er zyft
in elke Provintie , Zeeland en Noordholland
Mitgezonderd, zeer veele andere- kleenen.-
Ik heb Ö , zo evep, alleenlyk de drie groote
en voornaamfte Rivieren onzes Vaderlands
gemeld ; den r h y n : de grpotfte van alien ,
maakende zo. veele fchoone Takken , dac
men dezelven voor zo veele byzondere groote
Rivieren , cn niet voor Kinderen van de*
zelfde Moeder zou houden. De m a a s volgt-
daarop in rang; doch de s c h e l d e bly ft de
minfte, voor zo verre z y ons Land bewa--
tert. Om de fraaie Kronkelingen der twee
eerften te zien , inoet gy U op hoogten- begeeven
, waar de verwondering' over dezelven
best gebooren wprdt. W y kunnen hier
ge-
NUT ONZER RIVIEREN. 4 I 7
gelegenheid vinden, om die van den g e l *
ÖERSCHEN YSSEL tC zlcn.
V. Holland is van Stroomen doorfneeden ,
en g y zondert egter Holland nevens Zeeland
uit ?
A , Holland, heeft geene eigenlyke gezegde
kleine Stroomen , maar wel veel gegraaven’
Vaarten ten dienfte der gemakkelyke Trek-
fehuiten : doch die kunnen den naam van
Rivieren niet draagen ; w y l ze geen anderen
ftroom hebben , dan die de Sluifen aan dezelven
g e e v en , waarom z y des te beter
dienen' tot hun byzonder oogmerk.
V . Z yn die groote Rivieren voor ons Land
Z o zeer noodig ?
A . Z y zouden elders naauwlyks zo groote
diensten doen , als in een L a n d , daar de
veelheid der Inwooneren en derzelver uitgebreide
Handel, dagelyks, duizend rels- en
lastfcheepen op het water brengt. Z y fo r meeren
daarenboven veele Dampen voor den
Regen ; zuiveren de Lucht door de fnelle
beweging ; ontvangen veele Onreinheden uit
Steden en Dorpen , om naar de Zee te voeren
; befproeien veele Beemden ; maaken,
’s winters de Diterwaafden vet en vrueht-
baar door de agtcrblyvende flib b e ; geeven
Water aan Steden en VIekken; afgeleid
verfieren z y de Lusthoven met fpringende
Fonteinen ; doen veele Koorn* Olie- Vol- en
I. DJSEE. D f l
I'f!